Publicatie
Publication date
Inventarisatie mono- en multidisciplinaire samenwerkingsverbanden in de eerste lijn: een eerste verkenning.
Kenens, R.J., Hofhuis, H., Hingstman, L. Inventarisatie mono- en multidisciplinaire samenwerkingsverbanden in de eerste lijn: een eerste verkenning. Utrecht: NIVEL, 2006. 58 p.
Download the PDF
Steeds meer huisartsen werken met andere huisartsen, fysiotherapeuten of apothekers samen op één adres. Vooral in de grote steden en in jonge gemeenten, zoals Almere en Lelystad, zijn groepspraktijken en gezondheidscentra een vertrouwd beeld. Op het Friese platteland gaan de meeste huisartsen nog solo. Dit blijkt uit een onderzoek van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) naar samenwerkingsverbanden in de eerste lijn.
Registraties
Het versterken van de eerstelijnsgezondheidszorg is één van de speerpunten van het over¬heidsbeleid. Maar over samenwerking in de eerste lijn zijn vrijwel geen gegevens beschikbaar. Met subsidie van het ministerie van VWS heeft het NIVEL op basis van haar registraties van beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, een globale inventarisatie gemaakt van samenwerkings¬verbanden in de eerste lijn. In het onderzoek zijn de registratiegegevens meegenomen van huisartsen, verlos¬kundigen, fysiotherapeuten en oefentherapeuten (Cesar en Mensendieck). Voor de apothekers is gebruik gemaakt van gegevens van de KNMP.
Groepspraktijk
In iets meer dan de helft van de huisartspraktijken in Nederland werken twee of meer huisartsen samen. Het aantal duo-of groepspraktijken is toegenomen van 36% in 1994 tot 49% in 2004. Ook bij andere eerstelijnsdisciplines zien we dezelfde tendens. Zo is het aantal duo-of groepspraktijken van verloskundigen toegenomen van 67% in 1994 naar 84% in 2004.
Combi-praktijk
In Nederland zijn ruim vierduizend huisartspraktijken. Op ruim een kwart van de praktijkadressen van huisartsen is ook een apotheker, verloskundige, fysiotherapeut of oefentherapeut gevestigd. De combinatie huisarts-fysiotherapeut (18%) en huisarts-apotheker (10%) komen het meeste voor. Op 5% van de praktijk¬adressen van huisartsen is ook een oefentherapeut gevestigd. De combinatie huisarts-verloskundige komt het minst vaak voor (2%).
Regionale verschillen
In de stedelijke gebieden van ons land zijn op het praktijkadres van de huisarts vaker andere eerstelijnsdisciplines gevestigd (27%) dan in de niet stedelijke gebieden (17% ). Ook regionaal zijn de verschillen groot. Zo zijn in de regio Zwolle/Flevoland op 43% van de praktijkadressen meerdere disciplines gevestigd. Voor een groot deel zullen dat de gezondheidscentra in Almere en Lelystad zijn. Friesland heeft het laagste percentage (16%).
De NIVEL-registraties zijn landelijk dekkend. Ze geven onder andere inzicht in aantal, kenmerken en geografische spreiding van praktijken in Nederland.
Registraties
Het versterken van de eerstelijnsgezondheidszorg is één van de speerpunten van het over¬heidsbeleid. Maar over samenwerking in de eerste lijn zijn vrijwel geen gegevens beschikbaar. Met subsidie van het ministerie van VWS heeft het NIVEL op basis van haar registraties van beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg, een globale inventarisatie gemaakt van samenwerkings¬verbanden in de eerste lijn. In het onderzoek zijn de registratiegegevens meegenomen van huisartsen, verlos¬kundigen, fysiotherapeuten en oefentherapeuten (Cesar en Mensendieck). Voor de apothekers is gebruik gemaakt van gegevens van de KNMP.
Groepspraktijk
In iets meer dan de helft van de huisartspraktijken in Nederland werken twee of meer huisartsen samen. Het aantal duo-of groepspraktijken is toegenomen van 36% in 1994 tot 49% in 2004. Ook bij andere eerstelijnsdisciplines zien we dezelfde tendens. Zo is het aantal duo-of groepspraktijken van verloskundigen toegenomen van 67% in 1994 naar 84% in 2004.
Combi-praktijk
In Nederland zijn ruim vierduizend huisartspraktijken. Op ruim een kwart van de praktijkadressen van huisartsen is ook een apotheker, verloskundige, fysiotherapeut of oefentherapeut gevestigd. De combinatie huisarts-fysiotherapeut (18%) en huisarts-apotheker (10%) komen het meeste voor. Op 5% van de praktijk¬adressen van huisartsen is ook een oefentherapeut gevestigd. De combinatie huisarts-verloskundige komt het minst vaak voor (2%).
Regionale verschillen
In de stedelijke gebieden van ons land zijn op het praktijkadres van de huisarts vaker andere eerstelijnsdisciplines gevestigd (27%) dan in de niet stedelijke gebieden (17% ). Ook regionaal zijn de verschillen groot. Zo zijn in de regio Zwolle/Flevoland op 43% van de praktijkadressen meerdere disciplines gevestigd. Voor een groot deel zullen dat de gezondheidscentra in Almere en Lelystad zijn. Friesland heeft het laagste percentage (16%).
De NIVEL-registraties zijn landelijk dekkend. Ze geven onder andere inzicht in aantal, kenmerken en geografische spreiding van praktijken in Nederland.
Gegevensverzameling