van behandelepisodes gestart in 2021
Hoe komen mensen bij de oefentherapeut terecht? Op eigen initiatief, via de regeling Directe Toegankelijkheid Oefentherapie? Of via een verwijzing van de huisarts? Of een medisch specialist? Stijgen of dalen deze percentages over de jaren? Dit en meer vindt u op deze pagina.
Cijfers oefentherapeuten - Aanmelding
We presenteren de cijfers over aanmelding bij de oefentherapeut in drie onderdelen:
- Onderdeel 1: Wijze van toegang
- Onderdeel 2: Soort verwijzer
- Onderdeel 3: Conclusie screening directe toegang
Samengevat: Kernpunten aanmelding bij oefentherapeut, 2021 en voorgaande jaren
- Wijze van toegang: Ruim 37% gaat op eigen initiatief naar de oefentherapeut.
- Soort verwijzer: In 2021 is bij behandelepisodes waarbij de patiënt via verwijzing bij de oefentherapeut komt, in 79% van de behandelepisodes de huisarts de verwijzer.
- Conclusie screening directe toegang: In minder dan 2% van de behandelepisodes waarbij patiënten via Directe Toegang Oefentherapeut (DTO) naar de therapeut gaan was er sprake van een ‘niet pluis’-gevoel bij de screening, waarbij de oefentherapeut adviseert naar de huisarts te gaan.
Onderdeel 1: Wijze van toegang
Wat valt op, als we de wijze van toegang per kalenderjaar in de tabel hieronder bekijken:
Kernpunten wijze van toegang, 2021 en voorgaande jaren
- Het aandeel mensen dat op eigen initiatief naar de oefentherapeut gaat is in 2021 gestegen ten opzichte van 2020, terwijl dit aandeel in 2020 was gedaald.
- Kinderen t/m 11 jaar komen het vaakst via een verwijzing bij de oefentherapeut, namelijk in 79% van de behandelepisodes.
- Bij de kinderoefentherapeut komt een groter aandeel van de patiënten met een verwijzing dan bij de reguliere oefentherapeut.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
verwijzing | DTO | verwijzing | DTO | verwijzing | DTO | verwijzing | DTO | |
Algemeen | 64,3 | 35,7 | 64,3 | 35,7 | 68,7 | 31,3 | 62,5 | 37,5 |
Geslacht | ||||||||
Mannen | 72,2 | 27,8 | 73,7 | 26,3 | 80,0 | 20,0 | 70,3 | 29,7 |
Vrouwen | 59,1 | 40,9 | 58,7 | 41,3 | 60,2 | 39,8 | 57,4 | 42,6 |
Leeftijdscategorie | ||||||||
0 t/m/ 11 jaar | 88,4 | 11,6 | 83,5 | 16,5 | 91,3 | 8,7 | 79,3 | 20,7 |
12 t/m/ 17 jaar | 60,1 | 39,9 | 61,8 | 38,2 | 68,1 | 31,9 | 64,9 | 35,1 |
18 t/m/ 39 jaar | 52,6 | 47,4 | 46,7 | 53,3 | 40,9 | 59,1 | 44,0 | 56,0 |
40 t/m/ 59 jaar | 55,4 | 44,6 | 60,9 | 39,1 | 56,5 | 43,5 | 57,4 | 42,6 |
60 jaar en ouder | 60,9 | 39,1 | 67,7 | 32,3 | 63,2 | 36,8 | 64,6 | 35,4 |
Type oefentherapiea | ||||||||
Kinderoefentherapie | - | - | - | - | - | - | 83,0 | 17,0 |
Reguliere oefentherapie | - | - | - | - | - | - | 55,6 | 44,4 |
Totaal aantal nieuwe behandelepisodes b | 9.814 | 12.406 | 8.243 | 9.291 |
a de uitsplitsing in reguliere en kinderoefentherapie wordt in 2021 voor het eerst gemaakt; b Aantal nieuwe behandelepisodes waarvoor de wijze van toegang bekend was. Kan lager liggen voor de subcategorieën geslacht en leeftijdscategorie.
Onderdeel 2: Soort verwijzer
Wat valt op, als we in de tabel hieronder bekijken welke verwijzers patiënten doorverwijzen:
Kernpunten soort verwijzer, 2021 en voorgaande jaren
- In 2021 kwam de patiënt bij 79% van de behandelepisodes waarbij de patiënt via verwijzing kwam, met een verwijzing van de huisarts.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | K-OT | R-OT | ||||
Huisarts | 79,3 | 77,6 | 81,8 | 79,3 | 96,1 | 72,5 |
Medisch specialist | 17,5 | 20,8 | 16,8 | 19,6 | 2,5 | 26,6 |
Onbekend | 3,2 | 1,6 | 1,4 | 1,1 | 1,5 | 1,1 |
Totaal aantal nieuwe behandelepisodes | 5.091 | 7.334 | 4.204 | 5.202 | 1.500 | 3.702 |
* Aantal nieuwe behandelepisodes van patiënten die via verwijzing bij de oefentherapeut zijn gekomen en waarvoor type verwijzer bekend was.
Afkortingen: K-OT: kinderoefentherapie; R-OT: reguliere oefentherapie.
Onderdeel 3: Screening door de oefentherapeut bij aanmelding
Patiënten die op eigen initiatief bij de oefentherapeut komen, ondergaan een screening. Door gerichte vragen te stellen stelt de oefentherapeut binnen een beperkte tijd, circa 10 minuten, vast of de patiënt met zijn of haar klachten aan het juiste adres is:
- Conclusie 'niet pluis': wanneer de oefentherapeut de klacht / hulpvraag niet indiceert voor oefentherapie (dus bij een conclusie ‘niet pluis'), adviseert deze contact op te nemen met de (huis)arts.
- Conclusie 'pluis': Wanneer de oefentherapeut de klacht indiceert voor oefentherapie (conclusie ‘pluis’), informeert hij de patiënt over de mogelijkheid - om zonder tussenkomst van een arts - door te gaan met het diagnostisch oefentherapeutisch proces.
Wat valt op, als we de screening door de oefentherapeut bij aanmelding van de patiënt bekijken:
Kernpunten screening door de oefentherapeut, 2021 en voorgaande jaren
- Van de behandelepisodes waarbij patiënten via DTO naar de therapeut gaan, is minder dan 2% van de gevallen een ‘niet-pluis’-gevoel bij de screening.
Bron en verantwoording cijfers oefentherapeuten
Alle cijfers die we in dit onderdeel ‘Cijfers oefentherapeuten’ presenteren, komen voort uit het analyseren van de gegevens die Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn verzamelt bij aangesloten oefentherapiepraktijken. De gegevens die zij opnemen in hun elektronische patiëntendossiers vormen de basis. In deze dossiers staan gegevens over gezondheidsproblemen, contacten, behandelingen en uitslagen van diagnostische tests.
- Bij Methode vaststellen cijfers zorgverlening oefentherapeuten vindt u informatie over onze werkwijze bij het vaststellen van de cijfers.
- De cijfers over het zorggebruik in 2021 zijn gebaseerd op de dossiers van 13.185 patiënten die zijn behandeld in 86 oefentherapiepraktijken die deelnemen aan Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn.