In de eerste fase van dossieronderzoek screent een verpleegkundige dossiers op de aanwezigheid van triggers.
Daarnaast beoordelen zij de kwaliteit van dossiers. Hiervoor volgen zij een training en is oefenmateriaal beschikbaar.
Het kiezen van de dossiers die worden onderzocht is aanvoer instelling zelf.

Screenen dossiers op triggers
Van een trigger is sprake wanneer er mogelijke aanwijzingen zijn voor lichamelijke en/of geestelijke schade aan de cliënt. 

Voor drie sectoren is een triggerlijst beschikbaar:

Op basis van de triggerlijst voor ziekenhuizen is voor de GGZ een specifieke triggerlijst ontwikkeld (Peeters e.a., 2009). Op basis van de bestaande lijsten voor ziekenhuizen en de GGZ is voor de VVT een aanzet tot een sectorspecifieke triggerlijstgemaakt in samenwerking met de Hoogleraar Verpleeghuisgeneeskunde van het VUmc en verschillende specialisten ouderengeneeskunde. De huidige triggerlijst is bovendien het resultaat van ervaringen en suggesties van twee deelnemende VVT instellingen. De EMGO/Nivel-methode voor dossieronderzoek wordt gebruikt bij zowel de Landelijke monitor Zorggerelateerde Schade (Langelaan e.a. 2010 en 2013) als voor intern dossieronderzoek in individuele ziekenhuizen.


Kwaliteit dossiers beoordelen
Daarnaast wordt gekeken naar de kwaliteit van dossiervoering. Hiermee wordt bedoeld of het dossier voldoende informatie geeft over de patiënt en de geleverde zorg.

Om de dossiers goed te kunnen beoordelen, dienen de verpleegkundigen eerst een training te volgen. Dit houdt in dat een ervaren trainer twee keer een halve dag naar de instelling komt om de verpleegkundigen te laten oefenen met dossiers uit hun eigen instelling. Klik hier voor het algemene oefenmateriaal (dit betreft geen dossiers maar een aantal casussen). 

Steekproef van dossiers door instelling zelf
Om op een efficiënte wijze inzicht te krijgen in de knelpunten van de zorgprocessen is de keuze van dossiers van belang. Zo kan bijvoorbeeld gekozen worden voor dossiers van cliënten die tijdens hun opname in de instelling zijn overleden. De keuze van deze steekproef wordt door de instelling zelf bepaald.