Publicatie

Publicatie datum

Het influenzaseizoen 2000/'01 en de vaccinsamenstelling voor het seizoen 2001/'02.

Jong, J.C. de, Rimmelzwaan, G.F., Bartelds, A.I.M., Wilbrink, B., Fouchier, R.A.M., Osterhaus, A.D.M.E. Het influenzaseizoen 2000/'01 en de vaccinsamenstelling voor het seizoen 2001/'02. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde: 2001, 145(40), p. 1945-1950.
De omvang van de influenza-epidemie van het seizoen 2000/'01 was uitzonderlijk klein: de piek in de incidentie van influenza-achtige ziektebeelden is sinds het begin van de continue morbiditeitsregistratie van het Nederlands Instituut voor onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) in 1970 nooit zo laag geweest. Ook de etiologie was ongewoon. Opvallend waren de relatief uitgebreide circulatie van het H1N1-virus en de zeer geringe activiteit van het H3N2-virus. De epidemie begon in week 1 van 2001 en eindigde in week 8. De antigene eigenschappen van de influenza-A (H1N1)-virussen kwamen sterk overeen met de van de vaccinstam A/New Caledonia/20/99. Deze nieuwe in antigenetisch opzicht sterk afwijkende variant van subtype H1N1 was in 1995 in Azië het eerst waargenomen en in Nederlands pas in het seizoen 1999/2000 sporadisch aangetoond. Fylogenetische analyse laat zien dat het hier een nieuwe in de stamboom van subtype H1N1 betreft. Later in het seizoen 2000/'01 werd na de kleine golf van H1N1-virussen tot aan week 19 ook een nog kleiner aantal influenza-B- en H3N2-virussen geïsoleerd. Deze waren antigenetisch gelijk aan die uit de voorgaande jaren. Op grond van de gepresenteerde antigeenanalysen luidt de conclusie dat in het afgelopen seizoen het influenzavaccin goed zal hebben beschermd tegen de circulerende influenzavirussen. Voor het seizoen 2001/'02 van het noordelijk halfrond luidt de richtlijn van de Wereldgezondheidsorganisatie dat de influenzavaccins de volgende (of vergelijkbare) virusstammen moet bevatten: A/Moscow/10/99 (H3N2), A/New Caledonia/20/99 (H1N1) en B/Sichuan/379/99.
Gegevensverzameling