Coordinator research program Professions in Healthcare and Manpower Planning; endowed professor 'Health workforce and organisation studies', Radboud University, the Netherlands
Publicatie
Publication date
Capaciteitsraming fysiotherapie: een scenario-onderzoek naar de instroom in de bachelor-opleiding fysiotherapie in Nederland.
Batenburg, R.S., Vis, E.B.A., Velden, L.F.J. van der. Capaciteitsraming fysiotherapie: een scenario-onderzoek naar de instroom in de bachelor-opleiding fysiotherapie in Nederland. Utrecht: Nivel, 2018. 65 p.
Download the PDF
In dit onderzoek zijn de vraag- en aanbodontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor fysiotherapeuten in kaart gebracht en is tevens doorgerekend in hoeverre de opleidingsinstroom in de bacheloropleiding – in een aantal scenario’s – bijgesteld dient te worden.
Ten eerste is op basis van dit onderzoek geprognosticeerd dat de capaciteit aan fysiotherapeuten de komende 10 a 20 jaar zal toenemen, van 28.000 FTE in 2017 naar meer dan 34.000 FTE in 2037. Hiervoor is berekend wat de in- en uitstroom zal zijn voor de huidige en toekomstige groep werkzame fysiotherapeuten, rekening houdend met hun geslacht, leeftijd en de deeltijdfactor. Een landelijk uitgezette enquête waarop meer dan 6.000 fysiotherapeuten reageerden heeft de hiervoor benodigde informatie opgeleverd. Bij deze groeiprognose van het aanbod is verondersteld dat de huidige instroom van 2.415 bachelor-studenten per jaar gehandhaafd zal blijven en ook de vraag naar fysiotherapie gelijk zal blijven.
Ten tweede is een aantal scenario’s opgesteld om de vraag naar fysiotherapie nader in te schatten. Experts is gevraagd welke ontwikkelingen zij zien, externe bronnen en cijfers zijn vervolgens gebruikt om te bepalen wat het effect zal zijn van demografische, epidemiologische en sociaal-culturele ontwikkelingen op de toekomstige behoefte aan fysiotherapeuten.
In een ‘optimistisch’ scenario wordt ervanuit gegaan dat Nederlanders voor hun gezondheid en klachten eerder en vaker de fysiotherapeut zullen consulteren dan nu het geval is. Dit is het groeiscenario zoals de Rabobank dat momenteel voorziet voor de fysiotherapie in Nederland. In een ‘pessimistisch’ scenario wordt daarentegen verondersteld dat patiënten meer gebruik maken van andere zorgaanbieders, en door zelfzorg, het gebruik van technologie en de kosten juist minder de fysiotherapeut zullen consulteren. In de hoge variant van het ‘optimistische’ scenario zou per jaar 35% meer instroom in de bacheloropleiding moeten plaats vinden om over 15 jaar evenwicht op de arbeidsmarkt te bereiken. Gaan we uit van de lage variant van het ‘optimistische’ scenario dan is dit 10%. In het ‘pessimistisch’ scenario wordt een overschot in 2034 verwacht en dient de bachelor-instroom met 7% naar beneden bijgesteld te worden; in de hoge variant met 31%. Het midden-scenario zit tussen het optimistische en pessimistische scenario in. In dat geval kan de huidige opleidingsinstroom nagenoeg gehandhaafd kan blijven en dient deze met 2% per jaar naar boven te worden bijgesteld.
De scenario’s geven aan dat het flink kan variëren hoe de balans tussen de beschikbare en benodigde capaciteit aan fysiotherapeuten in de toekomst eruit zal zien. Daarmee levert deze capaciteitsraming een range van opties die in beleidsdiscussies afgewogen kunnen worden. Beleidskeuzes zullen moeten bepalen wat de meest wenselijke en/of haalbare toekomst zal zijn. De visie op de toekomst van het vakgebied, en van welke scenario wordt uitgegaan, zal uiteindelijk moeten bepalen of, en hoe, de opleidingsinstroom in bachelor-opleiding moet worden bijgesteld. (aut. ref.)
Ten eerste is op basis van dit onderzoek geprognosticeerd dat de capaciteit aan fysiotherapeuten de komende 10 a 20 jaar zal toenemen, van 28.000 FTE in 2017 naar meer dan 34.000 FTE in 2037. Hiervoor is berekend wat de in- en uitstroom zal zijn voor de huidige en toekomstige groep werkzame fysiotherapeuten, rekening houdend met hun geslacht, leeftijd en de deeltijdfactor. Een landelijk uitgezette enquête waarop meer dan 6.000 fysiotherapeuten reageerden heeft de hiervoor benodigde informatie opgeleverd. Bij deze groeiprognose van het aanbod is verondersteld dat de huidige instroom van 2.415 bachelor-studenten per jaar gehandhaafd zal blijven en ook de vraag naar fysiotherapie gelijk zal blijven.
Ten tweede is een aantal scenario’s opgesteld om de vraag naar fysiotherapie nader in te schatten. Experts is gevraagd welke ontwikkelingen zij zien, externe bronnen en cijfers zijn vervolgens gebruikt om te bepalen wat het effect zal zijn van demografische, epidemiologische en sociaal-culturele ontwikkelingen op de toekomstige behoefte aan fysiotherapeuten.
In een ‘optimistisch’ scenario wordt ervanuit gegaan dat Nederlanders voor hun gezondheid en klachten eerder en vaker de fysiotherapeut zullen consulteren dan nu het geval is. Dit is het groeiscenario zoals de Rabobank dat momenteel voorziet voor de fysiotherapie in Nederland. In een ‘pessimistisch’ scenario wordt daarentegen verondersteld dat patiënten meer gebruik maken van andere zorgaanbieders, en door zelfzorg, het gebruik van technologie en de kosten juist minder de fysiotherapeut zullen consulteren. In de hoge variant van het ‘optimistische’ scenario zou per jaar 35% meer instroom in de bacheloropleiding moeten plaats vinden om over 15 jaar evenwicht op de arbeidsmarkt te bereiken. Gaan we uit van de lage variant van het ‘optimistische’ scenario dan is dit 10%. In het ‘pessimistisch’ scenario wordt een overschot in 2034 verwacht en dient de bachelor-instroom met 7% naar beneden bijgesteld te worden; in de hoge variant met 31%. Het midden-scenario zit tussen het optimistische en pessimistische scenario in. In dat geval kan de huidige opleidingsinstroom nagenoeg gehandhaafd kan blijven en dient deze met 2% per jaar naar boven te worden bijgesteld.
De scenario’s geven aan dat het flink kan variëren hoe de balans tussen de beschikbare en benodigde capaciteit aan fysiotherapeuten in de toekomst eruit zal zien. Daarmee levert deze capaciteitsraming een range van opties die in beleidsdiscussies afgewogen kunnen worden. Beleidskeuzes zullen moeten bepalen wat de meest wenselijke en/of haalbare toekomst zal zijn. De visie op de toekomst van het vakgebied, en van welke scenario wordt uitgegaan, zal uiteindelijk moeten bepalen of, en hoe, de opleidingsinstroom in bachelor-opleiding moet worden bijgesteld. (aut. ref.)
Gegevensverzameling