Coordinator research program Professions in Healthcare and Manpower Planning; endowed professor 'Health workforce and organisation studies', Radboud University, the Netherlands
Publicatie
Publication date
FZO-onderzoek 2014: tabellenrapport landelijk en regionaal.
Velden, L. van der, Batenburg, R. FZO-onderzoek 2014: tabellenrapport landelijk en regionaal. Utrecht: NIVEL, 2014. 50 p.
Download the PDF
Dit tabellenrapport hoort bij het zogeheten “Ramingsrapport” van het “FZO-onderzoek 2014”. In
hoofdstuk 8 van dat “Ramingsrapport” wordt uitgebreid ingegaan op de dataverzameling die zowel in
2013 als 2014 heeft plaatsgevonden bij 104 instellingen waar personen werkzaam zijn in één van de
15 verschillende zogeheten “FZO-beroepen”. Het gaat dan om een aantal medisch ondersteunende en
gespecialiseerd verpleegkundige beroepen waarvoor de opleidingen worden gefinancierd door het
Fonds Ziekenhuisopleidingen.
Dit tabellenrapport bevat een groot aantal tabellen over de gegevens die zijn aangeleverd in de “Enquête
2013” en/of de “Enquête 2014”. De tabellen bevatten de uitkomsten per regio en de landelijke
totalen. Een deel van de informatie uit dit tabellenrapport is ook te vinden in met name hoofdstuk 7
van het “Ramingsrapport”. Maar de tabellen in dit tabellenrapport bevatten in principe alle gegevens
die verzameld zijn. Dit tabellenrapport is daarmee een meer volledige weergave van de data die verzameld
zijn.
Bovendien zijn de tabellen in dit tabellenrapport wat anders vormgegeven.
Op de eerste plaats zijn in dit tabellenrapport alle tabellen uitgedraaid met de regio’s en het landelijk
totaal in de rijen en de beroepsgroepen in de kolommen. In het “Ramingsrapport” zijn de tabellen
daarentegen zo vormgegeven dat de beroepsgroepen in de rijen staan en de regio’s in de kolommen.
Op de tweede plaats zijn in dit tabellenrapport per beroepsgroep bovendien in het algemeen meteen
twee kolommen weergegeven. Het kan dan gaan om één kolom voor de absolute waarde van een gegeven
(bijvoorbeeld het aantal responderende instellingen) en één kolom voor de relatieve waarde van
dat gegeven (bijvoorbeeld het responspercentage) voor de betreffende beroepsgroep. Of bijvoorbeeld
één kolom voor het aantal werkzame personen en één kolom voor het aantal FTE voor de betreffende
beroepsgroep. Of één kolom voor de waarde van een bepaald gegeven in 2012 en één kolom voor de
waarde van dat zelfde soort gegeven in 2013 voor de betreffende beroepsgroep. In het “Ramingsrapport”
moesten dergelijke gegevens in verschillende tabellen worden gepresenteerd.
hoofdstuk 8 van dat “Ramingsrapport” wordt uitgebreid ingegaan op de dataverzameling die zowel in
2013 als 2014 heeft plaatsgevonden bij 104 instellingen waar personen werkzaam zijn in één van de
15 verschillende zogeheten “FZO-beroepen”. Het gaat dan om een aantal medisch ondersteunende en
gespecialiseerd verpleegkundige beroepen waarvoor de opleidingen worden gefinancierd door het
Fonds Ziekenhuisopleidingen.
Dit tabellenrapport bevat een groot aantal tabellen over de gegevens die zijn aangeleverd in de “Enquête
2013” en/of de “Enquête 2014”. De tabellen bevatten de uitkomsten per regio en de landelijke
totalen. Een deel van de informatie uit dit tabellenrapport is ook te vinden in met name hoofdstuk 7
van het “Ramingsrapport”. Maar de tabellen in dit tabellenrapport bevatten in principe alle gegevens
die verzameld zijn. Dit tabellenrapport is daarmee een meer volledige weergave van de data die verzameld
zijn.
Bovendien zijn de tabellen in dit tabellenrapport wat anders vormgegeven.
Op de eerste plaats zijn in dit tabellenrapport alle tabellen uitgedraaid met de regio’s en het landelijk
totaal in de rijen en de beroepsgroepen in de kolommen. In het “Ramingsrapport” zijn de tabellen
daarentegen zo vormgegeven dat de beroepsgroepen in de rijen staan en de regio’s in de kolommen.
Op de tweede plaats zijn in dit tabellenrapport per beroepsgroep bovendien in het algemeen meteen
twee kolommen weergegeven. Het kan dan gaan om één kolom voor de absolute waarde van een gegeven
(bijvoorbeeld het aantal responderende instellingen) en één kolom voor de relatieve waarde van
dat gegeven (bijvoorbeeld het responspercentage) voor de betreffende beroepsgroep. Of bijvoorbeeld
één kolom voor het aantal werkzame personen en één kolom voor het aantal FTE voor de betreffende
beroepsgroep. Of één kolom voor de waarde van een bepaald gegeven in 2012 en één kolom voor de
waarde van dat zelfde soort gegeven in 2013 voor de betreffende beroepsgroep. In het “Ramingsrapport”
moesten dergelijke gegevens in verschillende tabellen worden gepresenteerd.