Senior researcher Disasters and Environmental Hazards
Publicatie
Publication date
Gezondheidsproblemen en zorggebruik na drie rampen in Nederland: monitoring in de huisartspraktijk.
IJzermans, J., Soeteman, R. Gezondheidsproblemen en zorggebruik na drie rampen in Nederland: monitoring in de huisartspraktijk. Psychologie & Gezondheid: 2008, 36(3), p. 141-146.
Download the PDF
De huisarts neemt in het Nederlandse gezondheidszorgsysteem een centrale rol in. Organisatorisch omdat hij poortwachter is naar de tweede lijn en burgers verplicht staan ingeschreven bij één huisartspraktijk. Inhoudelijk omdat hij de patiënt en diens ziektegeschiedenis kent – en digitaal heeft vastgelegd – en een onderscheid weet te maken tussen wat ‘pluis’ en ‘niet pluis’ is. De huisarts is, in tijden van crisis, de spin in het web van de nazorg, zoals bleek na de laatste twee grote Nederlandse rampen in de Bijlmermeer en Enschede en na de brand in Volendam. In de huisartspraktijk kan goed worden gevolgd hoe het met de getroffenen gaat, op het terrein van gepresenteerde klachten en ziektes, van kwaliteit van leven en van zorg- en medicatiegebruik. Vanaf de Bijlmerramp is er daarom onderzoek gedaan naar de gevolgen van de ramp voor getroffen huisartspatiënten. Daarbij heeft dit type onderzoek een ontwikkeling doorgemaakt waarvan in dit artikel verslag wordt gedaan: er wordt per ramp geschetst hoe onderzoek werd opgezet en uitgevoerd en wat de voornaamste uitkomsten waren. (aut. ref.)
In the Netherlands, every citizen is obliged to be enlisted by one general practitioner (GP), who acts as a gatekeeper to secondary care. GPs register all patient and morbidity data in Electronic Medical Records (EMR). After disasters it is important to optimize the specific care for survivors, especially in primary care. That is why in the Netherlands the EMRs are used to survey (patterns of) utilization and health problems related to the disaster longitudinally. It is possible to obtain baseline data from the period before the disaster, there is no ‘recall bias’ and surveillance is no burden for the survivors. In this paper, the use of existing registries after disasters is illustrated by an overview of the study designs and major results of surveillance after three disasters in the Netherlands: a plane crash in Amsterdam (1992), the explosions of a fireworks depot in a residential area in Enschede (2000) and a café fire in Volendam (2001). (aut. ref.)
Gegevensverzameling