Publicatie
Publication date
Group members reflecting on intergroup relations.
Hopman, E.P.C. Group members reflecting on intergroup relations. Amsterdam: Vrije Universiteit, 2010. 117 p. Proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam.
Mensen vinden het in het algemeen prettig om deel uit te maken van een hoog gewaardeerde groep. Vanuit dat idee zoekt men als groep vaak de vergelijking op met andere groepen - dit in de hoop om gunstig tegen hen af te steken. In de literatuur is al veel bekend over de manier waarop groepsleden, met hun eigenschappen en
gedragingen, het imago van hun eigen groep (ook wel 'ingroup') vis-à-vis een relevante andere groep (ook wel 'outgroup') ten goede of ten kwade kunnen beïnvloeden.
In dit proefschrift is door middel van een verzameling experimenten steun gevonden voor het idee dat ook leden van een outgroup kunnen bijdragen aan het vermogen van de ingroup om zich positief van deze outgroup te onderscheiden. Meer specifiek laat dit proefschrift zien dat groepsleden een positief gevoel krijgen wanneer een outgroup een normoverschrijdend outgrouplid, dat kenmerkend is voor de outgroup als geheel, niet openlijk afkeurt maar hem/haar juist publiekelijk steunt. Het idee is dat de eigen groep, door de expliciete associatie van de outgroup met het normoverschrijdende gedrag, extra voordelig uit de verf komt.
Ook toont dit proefschrift aan dat groepen strategisch gebruik kunnen maken van informatie die mogelijk afbreuk doet aan de hogere status van een outgroup en daarmee het relatieve aanzien van de eigen groep mogelijk een impuls geeft. Omdat groepen altijd en overal aanwezig zijn en de behoefte om als groep gunstig tegen andere groepen af te steken redelijk universeel is, zijn de nieuw verkregen inzichten te vertalen naar allerhande praktische settings - zoals bijvoorbeeld de politiek.
gedragingen, het imago van hun eigen groep (ook wel 'ingroup') vis-à-vis een relevante andere groep (ook wel 'outgroup') ten goede of ten kwade kunnen beïnvloeden.
In dit proefschrift is door middel van een verzameling experimenten steun gevonden voor het idee dat ook leden van een outgroup kunnen bijdragen aan het vermogen van de ingroup om zich positief van deze outgroup te onderscheiden. Meer specifiek laat dit proefschrift zien dat groepsleden een positief gevoel krijgen wanneer een outgroup een normoverschrijdend outgrouplid, dat kenmerkend is voor de outgroup als geheel, niet openlijk afkeurt maar hem/haar juist publiekelijk steunt. Het idee is dat de eigen groep, door de expliciete associatie van de outgroup met het normoverschrijdende gedrag, extra voordelig uit de verf komt.
Ook toont dit proefschrift aan dat groepen strategisch gebruik kunnen maken van informatie die mogelijk afbreuk doet aan de hogere status van een outgroup en daarmee het relatieve aanzien van de eigen groep mogelijk een impuls geeft. Omdat groepen altijd en overal aanwezig zijn en de behoefte om als groep gunstig tegen andere groepen af te steken redelijk universeel is, zijn de nieuw verkregen inzichten te vertalen naar allerhande praktische settings - zoals bijvoorbeeld de politiek.
People generally want to be part of highly valued groups. Perhaps the best way to increase the social standing of one's group is to stand out, as a group, as much as possible against a relevant other group. Existing (inter)group literature teaches us how group members, with their characteristics and behaviours, can positively or negatively affect the image of their own group ('ingroup) vis-à-vis a relevant other group ('outgroup').
Through a series of experiments, the thesis lends support to the notion that outgroup members may as well affect a group's capacity to positively distinguish itself from an outgroup. More specifically, this thesis shows that when an outgroup openly embraces rather than rejects a transgressing outgroup member who can be considered typical for the outgroup, this readily elicits positive feelings among the ingroup. The explicit association of a relevant outgroup with anti-normative behaviour may well provides the ingroup with an enhanced relative standing.
The thesis also demonstrates that groups might strategically use the communication of damaging outgroup information to enhance or confirm the relative standing of their own group. Since people's need for their group to outperform or outshine other groups is rather universal, and people generally belong to -for example- different organisations, business teams, (backings of) sports teams, political parties, nations, ethnicities and religions, quite some day-to-day intergroup phenomena can be further elucidated on the basis of the current thesis.
Through a series of experiments, the thesis lends support to the notion that outgroup members may as well affect a group's capacity to positively distinguish itself from an outgroup. More specifically, this thesis shows that when an outgroup openly embraces rather than rejects a transgressing outgroup member who can be considered typical for the outgroup, this readily elicits positive feelings among the ingroup. The explicit association of a relevant outgroup with anti-normative behaviour may well provides the ingroup with an enhanced relative standing.
The thesis also demonstrates that groups might strategically use the communication of damaging outgroup information to enhance or confirm the relative standing of their own group. Since people's need for their group to outperform or outshine other groups is rather universal, and people generally belong to -for example- different organisations, business teams, (backings of) sports teams, political parties, nations, ethnicities and religions, quite some day-to-day intergroup phenomena can be further elucidated on the basis of the current thesis.