Senior researcher Disasters and Environmental Hazards
Publicatie
Publication date
Health problems of victims before and after disaster: a longitudinal study in general practice.
Yzermans, C.J., Donker, G.A., Kerssens, J.J., Dirkzwager, A.J.E., Soeteman, R.J.H., Veen, P.M.H. ten. Health problems of victims before and after disaster: a longitudinal study in general practice. International Journal of Epidemiology: 2005, 34(4), p. 820-826.
Read online
Media-aandacht naar aanleiding van een ramp kan wekenlang tot meer lichamelijk onverklaarde gezondheidsklachten en meer huisartsbezoek leiden. Nadat de eigenaren van SE Fireworks op 2 april 2002 werden vrijgesproken van schuld aan de vuurwerkramp in Enschede, verdubbelden de lichamelijk onverklaarde klachten van mensen die door deze ramp moesten verhuizen.
Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL gesubsidieerd door het ministerie van VWS en de GGD Twente in het kader van de monitoring van gezondheidseffecten van de vuurwerkramp in Enschede op 13 mei 2000. Uit het onderzoek bleek ook dat de mensen die moesten verhuizen nog ruim vier jaar na de ramp tweemaal zo vaak met psychische problemen en lichamelijk onverklaarde klachten bij hun huisarts kwamen als Enschedeërs die niet door de ramp getroffen waren
Ook hadden zij nog steeds meer contacten met hun huisarts dan mensen die niet waren getroffen en ook meer dan zij zelf voor de ramp hadden. Zij presenteerden in contacten na de ramp vooral meer psychische problemen en meer maag- en darmklachten, terwijl ook het aantal contacten voor chronische aandoeningen hoger lag.
De resultaten van het onderzoek zijn van belang in het kader van het verlenen van adequate nazorg aan de getroffenen.
Deze monitoring wordt uitgevoerd met 30 geautomatiseerde huisartspraktijken vanaf 2001, waarbij ook gegevens beschikbaar zijn van vóór de ramp. De monitoring loopt door tot vijf jaren na de ramp. De participerende huisartsen verzamelen op continue basis gegevens over problemen, aandoeningen en aantallen contacten. De organisatie van het onderzoek wordt gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en wordt uitgevoerd in opdracht van de GGD Twente.
Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL gesubsidieerd door het ministerie van VWS en de GGD Twente in het kader van de monitoring van gezondheidseffecten van de vuurwerkramp in Enschede op 13 mei 2000. Uit het onderzoek bleek ook dat de mensen die moesten verhuizen nog ruim vier jaar na de ramp tweemaal zo vaak met psychische problemen en lichamelijk onverklaarde klachten bij hun huisarts kwamen als Enschedeërs die niet door de ramp getroffen waren
Ook hadden zij nog steeds meer contacten met hun huisarts dan mensen die niet waren getroffen en ook meer dan zij zelf voor de ramp hadden. Zij presenteerden in contacten na de ramp vooral meer psychische problemen en meer maag- en darmklachten, terwijl ook het aantal contacten voor chronische aandoeningen hoger lag.
De resultaten van het onderzoek zijn van belang in het kader van het verlenen van adequate nazorg aan de getroffenen.
Deze monitoring wordt uitgevoerd met 30 geautomatiseerde huisartspraktijken vanaf 2001, waarbij ook gegevens beschikbaar zijn van vóór de ramp. De monitoring loopt door tot vijf jaren na de ramp. De participerende huisartsen verzamelen op continue basis gegevens over problemen, aandoeningen en aantallen contacten. De organisatie van het onderzoek wordt gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en wordt uitgevoerd in opdracht van de GGD Twente.
BACKGROUND: We aimed to quantify the health problems and to assess the possible risk factors for developing health problems in persons affected by the explosion of a firework depot at Enschede, The Netherlands, on May 13, 2000. The explosion considerably damaged buildings in the local neighbourhood and caused 22 immediate deaths and injuries in over 1000 people. METHODS: A longitudinal study of (89% of all) victims (n = 9329) and controls (n = 7392) with pre-disaster baseline morbidity for 16 months and post-disaster data for 2.5 years was conducted using the electronic medical records of general practitioners. Symptoms and diagnoses were recorded using the International Classification of Primary Care (ICPC). Prevalence rates for clusters of symptoms were compared between victim and control groups pre- and post-disaster. Risk factors for developing health problems were examined in hierarchical linear models. RESULTS: Two and a half years post-disaster, the prevalence of psychological problems in victims who had to relocate was about double and in the non-relocated victims one-third more than controls. Victims with pre-disaster psychological problems were at a greater risk for post-disaster psychological problems. Relocated victims showed an excess of medically unexplained physical symptoms (MUPS) especially in a period of increased media attention. Both groups of victims showed some increase of gastrointestinal (GI) morbidity 2.5 years post-disaster compared with their pre-disaster rate, and compared with the control group. CONCLUSIONS: Two and a half years post-disaster an excess of psychological problems, MUPS, and gastrointestinal morbidity was observed. Pre-disaster psychological problems and inevitable relocation were predictors of more post-disaster psychological problems. (aut.ref.)
Gegevensverzameling