Publicatie
Publication date
Impact of preexisting depression on length of stay and discharge destination among patients hospitalized for acute stroke: linked register-based study.
Nuyen, J., Spreeuwenberg, P., Groenewegen, P.P., Bos, G.A.M. van den, Schellevis, F.G. Impact of preexisting depression on length of stay and discharge destination among patients hospitalized for acute stroke: linked register-based study. Stroke: 2008, 39(1), 132-138
Download the PDF
Patiënten met een depressie die een beroerte krijgen, hebben een grotere kans dat ze na ontslag uit het ziekenhuis niet teruggaan naar huis maar worden opgenomen in een verpleeghuis of revalidatiecentrum. Onderzoekers van het NIVEL, het Trimbos Instituut, het AMC en de VU publiceerden dit onlangs in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Stroke.
Een depressie na een beroerte komt veel voor. Ongeveer eenderde van de patiënten heeft na de beroerte een depressie, waardoor onder meer het herstel langer duurt. Over de invloed van een depressie vóór een beroerte is echter weinig bekend. Onderzoekers van het NIVEL, Trimbos Instituut, het AMC en de VU deden hier onderzoek naar. Zij publiceerden hun resultaten onlangs in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Stroke.
Een op de vijf patiënten overleeft een beroerte uiteindelijk niet. Van degenen die de beroerte overleven hebben – na ontslag uit het ziekenhuis – de patiënten met een depressie vooraf een bijna vijf keer grotere kans op opname in een verpleeghuis of andere instelling. Patiënten met andersoortige psychiatrische aandoeningen en zonder psychische problemen kunnen na ontslag relatief vaker naar huis. In de duur van het ziekenhuisverblijf vonden de onderzoekers geen verschillen.
De onderzoekers keken naar ziekenhuisverblijf en ontslag van drie groepen patiënten: 41 patiënten met depressie, 62 patiënten met een andersoortige psychiatrische aandoening en 211 patiënten zonder psychiatrische problemen. Ze analyseerden hiervoor gegevens uit de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk en gegevens uit ziekenhuizen.
Om de mechanismen achter het grotere aantal verpleeghuisopnames van deze patiënten te ontrafelen is nog verder onderzoek nodig. NIVEL-onderzoeker François Schellevis: “Het is mogelijk dat zij zich door symptomen van depressie, zoals neerslachtigheid, minder motivatie, energie en concentratie, moeizamer en langzamer kunnen aanpassen aan de hersenschade door de beroerte. Of dat ze afhankelijker zijn en blijven door de depressie. Het is ook mogelijk dat de gevolgen van de beroerte ernstiger zijn door de bestaande depressie. We weten het nog niet. Verder onderzoek kan wellicht ook aanknopingspunten bieden voor de behandeling. Zodat daarin al direct wordt meegewogen dat een patiënt ook depressief is, waardoor de uitkomsten misschien verbeteren.”
Een depressie na een beroerte komt veel voor. Ongeveer eenderde van de patiënten heeft na de beroerte een depressie, waardoor onder meer het herstel langer duurt. Over de invloed van een depressie vóór een beroerte is echter weinig bekend. Onderzoekers van het NIVEL, Trimbos Instituut, het AMC en de VU deden hier onderzoek naar. Zij publiceerden hun resultaten onlangs in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Stroke.
Een op de vijf patiënten overleeft een beroerte uiteindelijk niet. Van degenen die de beroerte overleven hebben – na ontslag uit het ziekenhuis – de patiënten met een depressie vooraf een bijna vijf keer grotere kans op opname in een verpleeghuis of andere instelling. Patiënten met andersoortige psychiatrische aandoeningen en zonder psychische problemen kunnen na ontslag relatief vaker naar huis. In de duur van het ziekenhuisverblijf vonden de onderzoekers geen verschillen.
De onderzoekers keken naar ziekenhuisverblijf en ontslag van drie groepen patiënten: 41 patiënten met depressie, 62 patiënten met een andersoortige psychiatrische aandoening en 211 patiënten zonder psychiatrische problemen. Ze analyseerden hiervoor gegevens uit de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk en gegevens uit ziekenhuizen.
Om de mechanismen achter het grotere aantal verpleeghuisopnames van deze patiënten te ontrafelen is nog verder onderzoek nodig. NIVEL-onderzoeker François Schellevis: “Het is mogelijk dat zij zich door symptomen van depressie, zoals neerslachtigheid, minder motivatie, energie en concentratie, moeizamer en langzamer kunnen aanpassen aan de hersenschade door de beroerte. Of dat ze afhankelijker zijn en blijven door de depressie. Het is ook mogelijk dat de gevolgen van de beroerte ernstiger zijn door de bestaande depressie. We weten het nog niet. Verder onderzoek kan wellicht ook aanknopingspunten bieden voor de behandeling. Zodat daarin al direct wordt meegewogen dat een patiënt ook depressief is, waardoor de uitkomsten misschien verbeteren.”
Background and Purpose: There exists limited knowledge regarding the relation between depression and healthcare utilization in stroke patients. The objective of this register-based study was to examine the impact of having preexisting depression at the time of hospital admission for acute stroke on length of hospital stay and discharge destination. Methods: Data from a general-practice database were linked to those of a hospital database to identify patients
hospitalized for stroke and were used to categorize these patients into 3 groups based on preexisting mental health (MH) status at admission, ie, those with preexisting depression, those with another preexisting MH condition, and those without any preexisting MH condition. Multilevel analyses controlling for several potentially important covariates were performed to estimate the associations under study. Results: Both patients with preexisting depression (n41) and those with another preexisting MH condition (n62) did not differ significantly from patients without any preexisting MH condition (n211) regarding length of hospital stay for acute stroke. Among patients who survived hospitalization, those with preexisting depression had significantly higher odds of being discharged to an institution instead of their home than did patients without any preexisting MH condition. Having another preexisting MH condition had no significant effect on discharge destination. Conclusions: Having preexisting depression at admission seems to be a relevant factor in determining discharge to institutional care after acute stroke hospitalization. Further research is needed to determine the mechanism(s) through which preexisting depression decreases the chances of being discharged to home. (aut.ref.)
hospitalized for stroke and were used to categorize these patients into 3 groups based on preexisting mental health (MH) status at admission, ie, those with preexisting depression, those with another preexisting MH condition, and those without any preexisting MH condition. Multilevel analyses controlling for several potentially important covariates were performed to estimate the associations under study. Results: Both patients with preexisting depression (n41) and those with another preexisting MH condition (n62) did not differ significantly from patients without any preexisting MH condition (n211) regarding length of hospital stay for acute stroke. Among patients who survived hospitalization, those with preexisting depression had significantly higher odds of being discharged to an institution instead of their home than did patients without any preexisting MH condition. Having another preexisting MH condition had no significant effect on discharge destination. Conclusions: Having preexisting depression at admission seems to be a relevant factor in determining discharge to institutional care after acute stroke hospitalization. Further research is needed to determine the mechanism(s) through which preexisting depression decreases the chances of being discharged to home. (aut.ref.)
Gegevensverzameling