Senior researcher General Practice Care
Publicatie
Publication date
Monitoring van het beleid en gebruik van thuiszorgtechnologie: eindrapport
Leemrijse, C., Ende, C.H.M. van den. Monitoring van het beleid en gebruik van thuiszorgtechnologie: eindrapport Utrecht: NIVEL, 2003. 120 p.
Download the PDF
Tilliften en steunkousaantrekkers (een plastic hoesje waardoor de steunkous makkelijker over het been glijdt) kunnen het werk in de thuiszorg lichter maken. Dankzij de tillift is de komst van een extra verpleegkundige zelfs regelmatig overbodig, volgens dertig procent van de ondervraagde thuiszorginstellingen. Het toedienen van antibiotica via een infuus thuis gebeurt nog niet op grote schaal. Dit blijkt uit het NIVEL-onderzoek naar deze drie technologische hulpmiddelen thuis.
Door de toenemende vraag naar thuiszorg krijgt het gebruik van technologische hulpmiddelen thuis de laatste jaren meer aandacht. Deze hulpmiddelen kunnen de zelfstandigheid van de cliënt vergroten en het werk van verzorgende of verpleegkundige een stuk makkelijker maken. Het ZonMw-programma Thuiszorgtechnologie wil de thuiszorg verbeteren door het gebruik van technologieën thuis te stimuleren. In 1998 heeft ZonMw drie technologieën aangewezen om op grote schaal in de thuiszorg in te voeren: tilliften (uitgevoerd door Locomotion), steunkousaantrekkers (door Kenniscentrum voor Revalidatie en Handicap (iRv) en de toediening van antibiotica via een infuus (door TNO-Preventie en Gezondheid en het KwaliteitsInstituut voor Toegepaste Thuiszorgvernieuwing (KITTZ).
NIVEL-onderzoek
In opdracht van ZonMw heeft het NIVEL onderzocht of door de implementatie activiteiten van Locomotion, iRv en TNO-PG en KITTZ inderdaad meer gebruik wordt gemaakt in de thuiszorg van tilliften, steunkousaantrekkers en het toedienen van antibiotica via een infuus. Daarnaast heeft het NIVEL gekeken of de thuiszorginstellingen meer beleid ontwikkeld hebben op die drie gebieden.
Het NIVEL-onderzoek is in drie fasen verdeeld: een voormeting in 1999, een tussenmeting in 2000 en een nameting in 2002. Het NIVEL heeft vragen gesteld aan beleidsmedewerkers van thuiszorginstellingen, verpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg en aan deelnemers van het Patiënten Panel Chronisch Zieken.
Tillift
De tillift is meer in trek dan in 1999. De thuiszorginstellingen hebben duidelijk meer beleid ontwikkeld voor het gebruik van tilliften. Ook zijn er meer tilliften aangeschaft. De beleidsmedewerkers van deze instellingen ondervinden minder problemen met de organisatie, richtlijnen en materialen die bij de tillift horen en zij denken dat de tilliften in de praktijk vaker gebruikt worden. De scholing van gebruikers is verbeterd en dertig procent van de thuiszorginstellingen zegt zelfs dat de tillift regelmatig de komst van een extra verpleegkundige overbodig maakt (in 1999 was dat nog maar vijftien procent). Er zijn nog wel problemen: sommige gebruikers zijn niet deskundig genoeg om een tillift te gebruiken, de richtlijnen voor een veilig gebruik moeten beter ontwikkeld worden, veel cliënten hebben thuis weinig ruimte en zij voelen zich soms onprettig of onveilig in een tillift.
Steunkousaantrekkers
Het beleid over en het gebruik van steunkousaantrekkers door verpleegkundigen en verzorgenden is duidelijk toegenomen de afgelopen 2½ jaar. Vrijwel alle ondervraagde verpleegkundigen en verzorgenden zien voordelen in het gebruik van de steunkousaantrekker: het is minder pijnlijk voor de cliënten, het gaat makkelijker en het kost minder kracht. De scholing in het gebruik van de steunkousaantrekker is verbeterd.
Ook een groep van 147 steunkousdragers (leden van het patiëntenpanel chronisch zieken) is geënquêteerd. Zij gebruiken dit hulpmiddel niet vaker of meer dan vroeger. De helft van hen vindt het aantrekken van steunkousen zwaar, te zwaar of onmogelijk zonder een steunkousaantrekker. Toch gebruikt tweederde van deze steunkousdragers geen steunkousaantrekkers. De meesten zeggen dat zij het niet nodig vinden (36%) en sommigen hebben nooit van een steunkousaantrekker gehoord (25%). Driekwart van de cliënten die wel steunkousaantrekkers gebruiken, is er zeer tevreden over: het is fysiek minder zwaar, het schuurt minder over het been en is minder pijnlijk. Het grootste probleem volgens de thuiszorginstellingen blijft de financiering: bij de helft van de instellingen moeten de cliënten de steunkousaantrekkers zelf betalen. De gebruikers zelf vinden dat overigens geen reden om dit hulpmiddel niet te gebruiken.
Toediening van antibiotica via een infuus thuis
Het beleid en het gebruik van de toediening van antibiotica via een infuus thuis zijn niet toegenomen. Thuiszorginstellingen noemen als problemen: de hoge kosten, de verschillende materialen waardoor scholing lastig is en de complexe behandeling. De groep mensen die in aanmerking komt voor toediening van antibiotica via een infuus thuis is maar klein. Daardoor is het moeilijk om de deskundigheid op peil te houden. Ook de overdracht en de samenwerking met de mantelzorg levert problemen op. Bovendien zijn er problemen met de levering van de medicatie en materialen.
Door de toenemende vraag naar thuiszorg krijgt het gebruik van technologische hulpmiddelen thuis de laatste jaren meer aandacht. Deze hulpmiddelen kunnen de zelfstandigheid van de cliënt vergroten en het werk van verzorgende of verpleegkundige een stuk makkelijker maken. Het ZonMw-programma Thuiszorgtechnologie wil de thuiszorg verbeteren door het gebruik van technologieën thuis te stimuleren. In 1998 heeft ZonMw drie technologieën aangewezen om op grote schaal in de thuiszorg in te voeren: tilliften (uitgevoerd door Locomotion), steunkousaantrekkers (door Kenniscentrum voor Revalidatie en Handicap (iRv) en de toediening van antibiotica via een infuus (door TNO-Preventie en Gezondheid en het KwaliteitsInstituut voor Toegepaste Thuiszorgvernieuwing (KITTZ).
NIVEL-onderzoek
In opdracht van ZonMw heeft het NIVEL onderzocht of door de implementatie activiteiten van Locomotion, iRv en TNO-PG en KITTZ inderdaad meer gebruik wordt gemaakt in de thuiszorg van tilliften, steunkousaantrekkers en het toedienen van antibiotica via een infuus. Daarnaast heeft het NIVEL gekeken of de thuiszorginstellingen meer beleid ontwikkeld hebben op die drie gebieden.
Het NIVEL-onderzoek is in drie fasen verdeeld: een voormeting in 1999, een tussenmeting in 2000 en een nameting in 2002. Het NIVEL heeft vragen gesteld aan beleidsmedewerkers van thuiszorginstellingen, verpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg en aan deelnemers van het Patiënten Panel Chronisch Zieken.
Tillift
De tillift is meer in trek dan in 1999. De thuiszorginstellingen hebben duidelijk meer beleid ontwikkeld voor het gebruik van tilliften. Ook zijn er meer tilliften aangeschaft. De beleidsmedewerkers van deze instellingen ondervinden minder problemen met de organisatie, richtlijnen en materialen die bij de tillift horen en zij denken dat de tilliften in de praktijk vaker gebruikt worden. De scholing van gebruikers is verbeterd en dertig procent van de thuiszorginstellingen zegt zelfs dat de tillift regelmatig de komst van een extra verpleegkundige overbodig maakt (in 1999 was dat nog maar vijftien procent). Er zijn nog wel problemen: sommige gebruikers zijn niet deskundig genoeg om een tillift te gebruiken, de richtlijnen voor een veilig gebruik moeten beter ontwikkeld worden, veel cliënten hebben thuis weinig ruimte en zij voelen zich soms onprettig of onveilig in een tillift.
Steunkousaantrekkers
Het beleid over en het gebruik van steunkousaantrekkers door verpleegkundigen en verzorgenden is duidelijk toegenomen de afgelopen 2½ jaar. Vrijwel alle ondervraagde verpleegkundigen en verzorgenden zien voordelen in het gebruik van de steunkousaantrekker: het is minder pijnlijk voor de cliënten, het gaat makkelijker en het kost minder kracht. De scholing in het gebruik van de steunkousaantrekker is verbeterd.
Ook een groep van 147 steunkousdragers (leden van het patiëntenpanel chronisch zieken) is geënquêteerd. Zij gebruiken dit hulpmiddel niet vaker of meer dan vroeger. De helft van hen vindt het aantrekken van steunkousen zwaar, te zwaar of onmogelijk zonder een steunkousaantrekker. Toch gebruikt tweederde van deze steunkousdragers geen steunkousaantrekkers. De meesten zeggen dat zij het niet nodig vinden (36%) en sommigen hebben nooit van een steunkousaantrekker gehoord (25%). Driekwart van de cliënten die wel steunkousaantrekkers gebruiken, is er zeer tevreden over: het is fysiek minder zwaar, het schuurt minder over het been en is minder pijnlijk. Het grootste probleem volgens de thuiszorginstellingen blijft de financiering: bij de helft van de instellingen moeten de cliënten de steunkousaantrekkers zelf betalen. De gebruikers zelf vinden dat overigens geen reden om dit hulpmiddel niet te gebruiken.
Toediening van antibiotica via een infuus thuis
Het beleid en het gebruik van de toediening van antibiotica via een infuus thuis zijn niet toegenomen. Thuiszorginstellingen noemen als problemen: de hoge kosten, de verschillende materialen waardoor scholing lastig is en de complexe behandeling. De groep mensen die in aanmerking komt voor toediening van antibiotica via een infuus thuis is maar klein. Daardoor is het moeilijk om de deskundigheid op peil te houden. Ook de overdracht en de samenwerking met de mantelzorg levert problemen op. Bovendien zijn er problemen met de levering van de medicatie en materialen.