Senior researcher Healthcare System and Governance
Publicatie
Publication date
Samen aan zet! eHealth-monitor 2019
Wouters, M., Huygens, M., Voogdt, H., Meurs, M., Groot, J. de, Bruin, K. de, Brabers, A., Hofstede, C., Friele, R., Gennip, L. van. Samen aan zet! eHealth-monitor 2019 Den Haag/Utrecht: Nictiz, Nivel, 2019. 44 p.
Download the PDF
E-health is een onmisbaar onderdeel van de zorg
De eHealth-monitor meet al sinds 2013 de beschikbaarheid en het gebruik van e-health in Nederland. De boodschappen door de jaren heen illustreren de ontwikkelingen op het gebied van e-health. Van experimentele noviteiten op het gebied van gezondheidszorg - over en later met de patiënt - naar een steeds doelgerichtere integratie van e-health in het zorgproces. In eerste instantie werd e-health vooral benaderd vanuit een digitaliseringsgedachte: het digitaal maken van bestaande informatie en reguliere processen.
Zorgverleners waren vooral positief over de digitalisering die het primaire zorgproces ondersteunde en die dat proces niet in de weg stond. Anno 2019 zijn zorgverleners ervan doordrongen dat zorg vaak slimmer en beter kan worden ingericht met behulp van e-health, vooral als de toepassingen ook zijn afgestemd op de eindgebruikers. Dit vraagt om een digitale transformatie waarbij de zorgprocessen en de digitale mogelijkheden op elkaar worden afgestemd. De technologie moet goed werken voor gebruikers en aansluiten op zorgprocessen binnen en tussen zorginstellingen.
Zorgprocessen moeten worden ‘herontworpen’ en/of taken moeten anders worden toebedeeld om e-health optimaal te gebruiken.
Zorgpartijen en overheid erkennen de noodzaak van een transformatie naar ‘de juiste zorg op het juiste moment met de juiste informatie op de juiste plek’ in programma’s en hoofdlijnenakkoorden. Toenemende werkdruk, schaarste aan personeel en hoge administratieve lasten geven extra stimulans om het proces naar slimme, gepaste, digitaal ondersteunde zorg te versnellen. Er is een ‘sense of urgency’ ontstaan waarbij e-health een onmisbaar onderdeel van de zorg is geworden.
De doelstellingen van minister Schippers
Sinds 2014 worden in de eHealth-monitor de doelstellingen van de toenmalige minister van VWS, Edith Schippers, gemonitord. In deze eHealth-monitor is expliciet aandacht besteed aan de realisatie van deze doelstellingen.
De eerste doelstelling van VWS draait om het digitaal ontsluiten van medische gegevens voor de patiënt: ‘online inzage’. Mede onder invloed van stimuleringsprogramma’s is er door de jaren heen een stijging aan de aanbodzijde. Echter, het deel zorggebruikers en mensen met een chronische aandoening die op de hoogte is van de mogelijkheden omtrent online inzage is beperkt en het gebruik van online inzage blijft laag.
De tweede doelstelling van VWS gaat over ‘zelfmeten en telemonitoring’. In 2019 meet vier op de tien mensen met een chronische aandoening zelf gezondheidswaarden. Daarnaast houden zorggebruikers vaker dan voorgaande jaren – al dan niet automatisch - zelf digitaal gegevens bij over hun gezondheid. Ook neemt het gebruik van telemonitoring volgens medisch specialisten toe. Onder huisartsen en verpleegkundigen in de ouderenzorg is dat niet het geval. Zelfmeten, telemonitoring en ook apps en websites verbeteren de zelfredzaamheid van patiënten, leveren hen gemak op en komt de kwaliteit van zorg ten goede.
De derde doelstelling van VWS draait om ‘beeldschermzorg en domotica’. Het doel hiervan is dat het bijdraagt aan de mogelijkheid voor mensen om langer zelfstandig en veilig thuis te kunnen blijven wonen. Uit de metingen blijkt dat de stijging van het aanbod van beeldbellen, die in de afgelopen jaren zichtbaar was, niet is doorgezet en dat het gebruik laag blijft. Wel is er een stijging zichtbaar in het gebruik van alternatieve toepassingen die kunnen bijdragen aan langer veilig zelfstandig thuis wonen, zoals toezichthoudende technieken en zorgrobots. Ook het aanbod van consultatie via app- en e-mailcontact stijgt. Zorgverleners hebben hierdoor meer alternatieven van digitaal contact tot hun beschikking.
Zorg voor goede randvoorwaarden
De monitor laat zien dat het gebruik van online inzage, beeldbellen, apps, telemonitoring en andere ICT-toepassingen kan worden verbeterd door een betere inbedding van deze toepassingen in de (integrale) zorgzorgprocessen. Hiervoor zijn goedwerkende ICT-systemen, met goede koppelingen, het uitwisselbaar maken van medische gegevens tussen instellingen – binnen en buiten de regio – noodzakelijke randvoorwaarden. Echter, het verschil in aanbod en (potentieel) gebruik indiceert ook dat er nog onvoldoende kennis in het zorgveld is over de mogelijkheden van e-health. Het is belangrijk om te blijven werken aan voorlichting, communicatie, trainingen en implementatie om ervoor te zorgen dat met e-health ‘de juiste zorg op het juiste moment met de juiste informatie op de juiste plek' komt.
Conclusie
Deze monitor laat zien dat zorgverleners overwegend enthousiast zijn over e-health. Toch is het aanbod groter dan het gebruik. Dat geldt voor zowel zorgverleners als voor zorggebruikers. Zorgverleners merken nog te vaak dat de techniek niet altijd goed (mee)werkt. Ook merken ze dat e-health niet altijd goed is ingebed in de zorgpraktijk. In dat geval leidt e-health eerder tot een toename dan tot een afname van de werkdruk. Het enthousiasme onder zorgverleners voor e-health is waardevol. Het is van belang dat stakeholders samen handen en voeten gaan geven aan een verdere inbedding van e-health in de zorg. Dat wil zeggen: samen zoeken naar een goede aansluiting van e-health op de zorgpraktijk én een oplossing bieden aan de barrières die er nog liggen. (aut. ref.)
De eHealth-monitor meet al sinds 2013 de beschikbaarheid en het gebruik van e-health in Nederland. De boodschappen door de jaren heen illustreren de ontwikkelingen op het gebied van e-health. Van experimentele noviteiten op het gebied van gezondheidszorg - over en later met de patiënt - naar een steeds doelgerichtere integratie van e-health in het zorgproces. In eerste instantie werd e-health vooral benaderd vanuit een digitaliseringsgedachte: het digitaal maken van bestaande informatie en reguliere processen.
Zorgverleners waren vooral positief over de digitalisering die het primaire zorgproces ondersteunde en die dat proces niet in de weg stond. Anno 2019 zijn zorgverleners ervan doordrongen dat zorg vaak slimmer en beter kan worden ingericht met behulp van e-health, vooral als de toepassingen ook zijn afgestemd op de eindgebruikers. Dit vraagt om een digitale transformatie waarbij de zorgprocessen en de digitale mogelijkheden op elkaar worden afgestemd. De technologie moet goed werken voor gebruikers en aansluiten op zorgprocessen binnen en tussen zorginstellingen.
Zorgprocessen moeten worden ‘herontworpen’ en/of taken moeten anders worden toebedeeld om e-health optimaal te gebruiken.
Zorgpartijen en overheid erkennen de noodzaak van een transformatie naar ‘de juiste zorg op het juiste moment met de juiste informatie op de juiste plek’ in programma’s en hoofdlijnenakkoorden. Toenemende werkdruk, schaarste aan personeel en hoge administratieve lasten geven extra stimulans om het proces naar slimme, gepaste, digitaal ondersteunde zorg te versnellen. Er is een ‘sense of urgency’ ontstaan waarbij e-health een onmisbaar onderdeel van de zorg is geworden.
De doelstellingen van minister Schippers
Sinds 2014 worden in de eHealth-monitor de doelstellingen van de toenmalige minister van VWS, Edith Schippers, gemonitord. In deze eHealth-monitor is expliciet aandacht besteed aan de realisatie van deze doelstellingen.
De eerste doelstelling van VWS draait om het digitaal ontsluiten van medische gegevens voor de patiënt: ‘online inzage’. Mede onder invloed van stimuleringsprogramma’s is er door de jaren heen een stijging aan de aanbodzijde. Echter, het deel zorggebruikers en mensen met een chronische aandoening die op de hoogte is van de mogelijkheden omtrent online inzage is beperkt en het gebruik van online inzage blijft laag.
De tweede doelstelling van VWS gaat over ‘zelfmeten en telemonitoring’. In 2019 meet vier op de tien mensen met een chronische aandoening zelf gezondheidswaarden. Daarnaast houden zorggebruikers vaker dan voorgaande jaren – al dan niet automatisch - zelf digitaal gegevens bij over hun gezondheid. Ook neemt het gebruik van telemonitoring volgens medisch specialisten toe. Onder huisartsen en verpleegkundigen in de ouderenzorg is dat niet het geval. Zelfmeten, telemonitoring en ook apps en websites verbeteren de zelfredzaamheid van patiënten, leveren hen gemak op en komt de kwaliteit van zorg ten goede.
De derde doelstelling van VWS draait om ‘beeldschermzorg en domotica’. Het doel hiervan is dat het bijdraagt aan de mogelijkheid voor mensen om langer zelfstandig en veilig thuis te kunnen blijven wonen. Uit de metingen blijkt dat de stijging van het aanbod van beeldbellen, die in de afgelopen jaren zichtbaar was, niet is doorgezet en dat het gebruik laag blijft. Wel is er een stijging zichtbaar in het gebruik van alternatieve toepassingen die kunnen bijdragen aan langer veilig zelfstandig thuis wonen, zoals toezichthoudende technieken en zorgrobots. Ook het aanbod van consultatie via app- en e-mailcontact stijgt. Zorgverleners hebben hierdoor meer alternatieven van digitaal contact tot hun beschikking.
Zorg voor goede randvoorwaarden
De monitor laat zien dat het gebruik van online inzage, beeldbellen, apps, telemonitoring en andere ICT-toepassingen kan worden verbeterd door een betere inbedding van deze toepassingen in de (integrale) zorgzorgprocessen. Hiervoor zijn goedwerkende ICT-systemen, met goede koppelingen, het uitwisselbaar maken van medische gegevens tussen instellingen – binnen en buiten de regio – noodzakelijke randvoorwaarden. Echter, het verschil in aanbod en (potentieel) gebruik indiceert ook dat er nog onvoldoende kennis in het zorgveld is over de mogelijkheden van e-health. Het is belangrijk om te blijven werken aan voorlichting, communicatie, trainingen en implementatie om ervoor te zorgen dat met e-health ‘de juiste zorg op het juiste moment met de juiste informatie op de juiste plek' komt.
Conclusie
Deze monitor laat zien dat zorgverleners overwegend enthousiast zijn over e-health. Toch is het aanbod groter dan het gebruik. Dat geldt voor zowel zorgverleners als voor zorggebruikers. Zorgverleners merken nog te vaak dat de techniek niet altijd goed (mee)werkt. Ook merken ze dat e-health niet altijd goed is ingebed in de zorgpraktijk. In dat geval leidt e-health eerder tot een toename dan tot een afname van de werkdruk. Het enthousiasme onder zorgverleners voor e-health is waardevol. Het is van belang dat stakeholders samen handen en voeten gaan geven aan een verdere inbedding van e-health in de zorg. Dat wil zeggen: samen zoeken naar een goede aansluiting van e-health op de zorgpraktijk én een oplossing bieden aan de barrières die er nog liggen. (aut. ref.)