Coordinator research program Professions in Healthcare and Manpower Planning; endowed professor 'Health workforce and organisation studies', Radboud University, the Netherlands
Publicatie
Publication date
Schatting onvervulde vraag MDL-artsen.
Velden, L. van der, Batenburg, R. Schatting onvervulde vraag MDL-artsen. www.nivel.nl: NIVEL, 2015. 39 p.
Download the PDF
Inleiding
Het aantal werkzame MDL-artsen is in de afgelopen jaren sterk gegroeid. De groei in de vraag naar zorg door MDL-artsen is daarmee veel groter geweest dan voorspeld was door het Capaciteitsorgaan. Dat had kunnen worden voorkomen door het beter inschatten van de on-vervulde vraag.1 Voor 2013 is daarom geprobeerd om de onvervulde vraag alsnog zo zuiver mogelijk te schatten. Daarna is nog een vertaling gemaakt van deze schatting naar de onver-vulde vraag in 2015.
Waarom wordt ingegaan op de onvervulde vraag?
Voor het schatten van de toekomstige behoefte aan MDL-artsen wordt door het Capaciteits-orgaan een model gehanteerd waarin een aantal parameters een rol spelen. Dat zijn onder andere de “huidige onvervulde vraag” en de “toekomstige ontwikkeling van de vraag” op basis van demografische ontwikkelingen, epidemiologische/vakinhoudelijke ontwikkelingen, sociaal-culturele ontwikkelingen, efficiency/werkproces ontwikkelingen (inclusief horizonta-le taakherschikking), arbeidstijdontwikkelingen en verticale substitutie.
Voor wat betreft de onvervulde vraag geldt dat daarvoor standaard gekeken kan worden naar indicatoren zoals het aantal vacatures en wachttijden. Het kan echter ook gebruikt worden om meer in het algemeen aan te geven hoeveel meer zorgverleners “op dit moment” reeds gewenst zijn. Alle andere parameters zijn daarentegen bedoeld om in termen van een groei per jaar aan te geven hoe sterk de vraag naar zorgverleners “vanaf nu” zal gaan groeien.
Op welke wijze wordt de onvervulde vraag geoperationaliseerd?
In dit rapport is nagegaan wat het aandeel is van MDL-artsen in de behandeling van patiën-ten met maag-darm-lever-aandoeningen. Dit wordt afgezet tegen het aandeel van dergelijke behandelingen dat door internisten wordt behandeld. Gelet op de trend die hierin te zien is, wordt vervolgens uitgerekend wat dit voor effect heeft op de onvervulde vraag naar MDL-artsen.
Ook is nog nagegaan welke invloed het bevolkingsonderzoek heeft op de vraag naar MDL-artsen. Ook dit kan uitgedrukt worden als een aandeel onvervulde vraag. Omdat deze onaf-hankelijk is van de trends in de taakverdeling, kunnen deze opgeteld worden.
Omdat zowel de verschuiving in het aandeel patiënten dat door MDL-artsen behandeld wordt als de inzet van MDL-artsen voor het bevolkingsonderzoek een “eindig karakter” heb-ben, is operationalisering van deze effecten via de onvervulde vraag logischer dan via een van de andere vraagparameters.
Onvervulde vraag in 2013
Onvervulde vraag in 2013 op basis van gegevens over DBC’s in 2011
Van alle typische MDL-DBC’s die door MDL-artsen of internisten in 2011 werden geopend, werd 73% door MDL-artsen geopend en dus 27% door Internisten. Als alle typische MDL-DBC’s in 2011 door MDL-artsen zouden moeten worden geopend, dan zou dat een onver-vulde vraag van 27%/73% = 37% betekenen voor 2011. Omdat het aandeel in 2013 waar-schijnlijk op 75% zal zijn gekomen, gaat het voor 2013 om 25%/75% = 33% onvervulde vraag.
Het is de vraag of werkelijk 100% van alle typische MDL-DBC’s door MDL-artsen gedaan
zal gaan worden. Bij oudere patiënten met co-morbiditeit van niet MDL aard ligt het niet altijd voor de hand dat de MDL-arts de hoofdbehandelaar zal zijn. Maar er is in de jaren 2009-2011 een duidelijke toename te zien in het aandeel dat door MDL-artsen wordt gedaan, van 69% naar 73%. Dat dit aandeel stijgt, kan gezien worden als een indicatie dat er daar-voor sprake was van een onvervulde vraag naar MDL-artsen. De endoscopie wordt steeds meer en volledig het werkterrein van MDL-artsen. Een verdergaande verschuiving ligt daar-om voor de hand. Als uitgegaan wordt van uiteindelijk een aandeel van ongeveer 10% van de MDL-DBC’s die door internisten behandeld blijven worden, dan gaat het niet om 33% onvervulde vraag, maar om ongeveer 20,0%. Het aandeel van de MDL-artsen zal dan name-lijk niet 75% maar 90% moeten zijn, dus 15% hoger, en 15%/75% = 20%.
Onvervulde vraag op basis van gegevens over het bevolkingsonderzoek
Bovenop de onvervulde vraag in verband met een verschuivende taakverdeling tussen speci-alisten, is er ook nog een onvervulde vraag in verband met nieuwe taken door het bevol-kingsonderzoek (BVO) naar darmkanker. Door het RIVM is geschat dat er uiteindelijk ruim 75.000-80.000 coloscopieën per jaar door medisch specialisten gedaan moeten gaan worden. In de praktijk zullen deze uitgevoerd worden door MDL-artsen. Bij een aantal van ongeveer 950-1.000 coloscopieën per FTE, betekent dit een behoefte aan 80 FTE van MDL-artsen. Het bevolkingsonderzoek is in 2014 stapsgewijze gestart met een zeer gefaseerde uitrol. De wens is om in 2020 op volledige sterkte te zijn qua endoscopie capaciteit. Voor de situatie op 1-1-2013 zou onmiddellijke en volledige implementatie van het BVO betekenen dat er een additionele onvervulde vraag is van ongeveer 22,5%.
Onvervulde vraag op basis van gegevens over DBC’s én BVO
De schatting van ongeveer 20% onvervulde vraag naar MDL-artsen in verband met het voor 90% behandelen van alle patiënten met een typische MDL-diagnose, plus de schatting van 22,5% onvervulde vraag in verband met het bevolkingsonderzoek, leidt tot een schatting van in totaal 42,5% onvervulde vraag in 2013.
Impact van de onvervulde vraag in 2013 op de raming 2013-2031
Impact op de benodigde capaciteit van MDL-artsen in 2031
Het Capaciteitsorgaan heeft in haar raming van 2013 voor het evenwichtsjaar 2031 een be-hoefte aan 707-761 FTE van MDL-artsen voorzien. Zou van 42,5% onvervulde vraag zijn uitgegaan voor 2013, dan zou de benodigde capaciteit in 2031 876 tot 944 zijn geweest.
Impact op de benodigde opleidingscapaciteit vanaf 2015 voor evenwicht in 2031.
Het Capaciteitsorgaan heeft in haar raming van 2013 een instroom geadviseerd van 22 tot 29 aios voor MDL-ziekten per jaar om het aantal MDL-artsen in 2031 in evenwicht te brengen met de vraag die door hen was voorzien. Zou van 42,5% onvervulde vraag zijn uitgegaan voor 2013, dan zou de benodigde instroom 42 tot 50 per jaar zijn geweest.
Onvervulde vraag in 2015
Hierboven is geschetst waarom de onvervulde vraag in 2013 door het Capaciteitsorgaan ze-ker niet op 15%, maar minimaal op 42,5% ingeschat had moeten worden. De vraag is nu nog: hoe hoog moet de onvervulde vraag anno 2015 worden ingeschat.
Als uitgegaan wordt van 42,5% onvervulde vraag in 2013, dan kan met de in- en uitstroom die tussen 2013 en 2015 waarschijnlijk heeft plaatsgevonden, plus de ontwikkeling van de zorgvraag op basis van de verwachtingen zoals geformuleerd door het Capaciteitsorgaan, uitgerekend worden dat er dan anno 2015 nog sprake is van ongeveer 33% onvervulde vraag.
Dit percentage is overigens afhankelijk van de feitelijke ontwikkeling tot aan 2015 in het aantal MDL-artsen en het aantal FTE dat zij werken.
Het aantal werkzame MDL-artsen is in de afgelopen jaren sterk gegroeid. De groei in de vraag naar zorg door MDL-artsen is daarmee veel groter geweest dan voorspeld was door het Capaciteitsorgaan. Dat had kunnen worden voorkomen door het beter inschatten van de on-vervulde vraag.1 Voor 2013 is daarom geprobeerd om de onvervulde vraag alsnog zo zuiver mogelijk te schatten. Daarna is nog een vertaling gemaakt van deze schatting naar de onver-vulde vraag in 2015.
Waarom wordt ingegaan op de onvervulde vraag?
Voor het schatten van de toekomstige behoefte aan MDL-artsen wordt door het Capaciteits-orgaan een model gehanteerd waarin een aantal parameters een rol spelen. Dat zijn onder andere de “huidige onvervulde vraag” en de “toekomstige ontwikkeling van de vraag” op basis van demografische ontwikkelingen, epidemiologische/vakinhoudelijke ontwikkelingen, sociaal-culturele ontwikkelingen, efficiency/werkproces ontwikkelingen (inclusief horizonta-le taakherschikking), arbeidstijdontwikkelingen en verticale substitutie.
Voor wat betreft de onvervulde vraag geldt dat daarvoor standaard gekeken kan worden naar indicatoren zoals het aantal vacatures en wachttijden. Het kan echter ook gebruikt worden om meer in het algemeen aan te geven hoeveel meer zorgverleners “op dit moment” reeds gewenst zijn. Alle andere parameters zijn daarentegen bedoeld om in termen van een groei per jaar aan te geven hoe sterk de vraag naar zorgverleners “vanaf nu” zal gaan groeien.
Op welke wijze wordt de onvervulde vraag geoperationaliseerd?
In dit rapport is nagegaan wat het aandeel is van MDL-artsen in de behandeling van patiën-ten met maag-darm-lever-aandoeningen. Dit wordt afgezet tegen het aandeel van dergelijke behandelingen dat door internisten wordt behandeld. Gelet op de trend die hierin te zien is, wordt vervolgens uitgerekend wat dit voor effect heeft op de onvervulde vraag naar MDL-artsen.
Ook is nog nagegaan welke invloed het bevolkingsonderzoek heeft op de vraag naar MDL-artsen. Ook dit kan uitgedrukt worden als een aandeel onvervulde vraag. Omdat deze onaf-hankelijk is van de trends in de taakverdeling, kunnen deze opgeteld worden.
Omdat zowel de verschuiving in het aandeel patiënten dat door MDL-artsen behandeld wordt als de inzet van MDL-artsen voor het bevolkingsonderzoek een “eindig karakter” heb-ben, is operationalisering van deze effecten via de onvervulde vraag logischer dan via een van de andere vraagparameters.
Onvervulde vraag in 2013
Onvervulde vraag in 2013 op basis van gegevens over DBC’s in 2011
Van alle typische MDL-DBC’s die door MDL-artsen of internisten in 2011 werden geopend, werd 73% door MDL-artsen geopend en dus 27% door Internisten. Als alle typische MDL-DBC’s in 2011 door MDL-artsen zouden moeten worden geopend, dan zou dat een onver-vulde vraag van 27%/73% = 37% betekenen voor 2011. Omdat het aandeel in 2013 waar-schijnlijk op 75% zal zijn gekomen, gaat het voor 2013 om 25%/75% = 33% onvervulde vraag.
Het is de vraag of werkelijk 100% van alle typische MDL-DBC’s door MDL-artsen gedaan
zal gaan worden. Bij oudere patiënten met co-morbiditeit van niet MDL aard ligt het niet altijd voor de hand dat de MDL-arts de hoofdbehandelaar zal zijn. Maar er is in de jaren 2009-2011 een duidelijke toename te zien in het aandeel dat door MDL-artsen wordt gedaan, van 69% naar 73%. Dat dit aandeel stijgt, kan gezien worden als een indicatie dat er daar-voor sprake was van een onvervulde vraag naar MDL-artsen. De endoscopie wordt steeds meer en volledig het werkterrein van MDL-artsen. Een verdergaande verschuiving ligt daar-om voor de hand. Als uitgegaan wordt van uiteindelijk een aandeel van ongeveer 10% van de MDL-DBC’s die door internisten behandeld blijven worden, dan gaat het niet om 33% onvervulde vraag, maar om ongeveer 20,0%. Het aandeel van de MDL-artsen zal dan name-lijk niet 75% maar 90% moeten zijn, dus 15% hoger, en 15%/75% = 20%.
Onvervulde vraag op basis van gegevens over het bevolkingsonderzoek
Bovenop de onvervulde vraag in verband met een verschuivende taakverdeling tussen speci-alisten, is er ook nog een onvervulde vraag in verband met nieuwe taken door het bevol-kingsonderzoek (BVO) naar darmkanker. Door het RIVM is geschat dat er uiteindelijk ruim 75.000-80.000 coloscopieën per jaar door medisch specialisten gedaan moeten gaan worden. In de praktijk zullen deze uitgevoerd worden door MDL-artsen. Bij een aantal van ongeveer 950-1.000 coloscopieën per FTE, betekent dit een behoefte aan 80 FTE van MDL-artsen. Het bevolkingsonderzoek is in 2014 stapsgewijze gestart met een zeer gefaseerde uitrol. De wens is om in 2020 op volledige sterkte te zijn qua endoscopie capaciteit. Voor de situatie op 1-1-2013 zou onmiddellijke en volledige implementatie van het BVO betekenen dat er een additionele onvervulde vraag is van ongeveer 22,5%.
Onvervulde vraag op basis van gegevens over DBC’s én BVO
De schatting van ongeveer 20% onvervulde vraag naar MDL-artsen in verband met het voor 90% behandelen van alle patiënten met een typische MDL-diagnose, plus de schatting van 22,5% onvervulde vraag in verband met het bevolkingsonderzoek, leidt tot een schatting van in totaal 42,5% onvervulde vraag in 2013.
Impact van de onvervulde vraag in 2013 op de raming 2013-2031
Impact op de benodigde capaciteit van MDL-artsen in 2031
Het Capaciteitsorgaan heeft in haar raming van 2013 voor het evenwichtsjaar 2031 een be-hoefte aan 707-761 FTE van MDL-artsen voorzien. Zou van 42,5% onvervulde vraag zijn uitgegaan voor 2013, dan zou de benodigde capaciteit in 2031 876 tot 944 zijn geweest.
Impact op de benodigde opleidingscapaciteit vanaf 2015 voor evenwicht in 2031.
Het Capaciteitsorgaan heeft in haar raming van 2013 een instroom geadviseerd van 22 tot 29 aios voor MDL-ziekten per jaar om het aantal MDL-artsen in 2031 in evenwicht te brengen met de vraag die door hen was voorzien. Zou van 42,5% onvervulde vraag zijn uitgegaan voor 2013, dan zou de benodigde instroom 42 tot 50 per jaar zijn geweest.
Onvervulde vraag in 2015
Hierboven is geschetst waarom de onvervulde vraag in 2013 door het Capaciteitsorgaan ze-ker niet op 15%, maar minimaal op 42,5% ingeschat had moeten worden. De vraag is nu nog: hoe hoog moet de onvervulde vraag anno 2015 worden ingeschat.
Als uitgegaan wordt van 42,5% onvervulde vraag in 2013, dan kan met de in- en uitstroom die tussen 2013 en 2015 waarschijnlijk heeft plaatsgevonden, plus de ontwikkeling van de zorgvraag op basis van de verwachtingen zoals geformuleerd door het Capaciteitsorgaan, uitgerekend worden dat er dan anno 2015 nog sprake is van ongeveer 33% onvervulde vraag.
Dit percentage is overigens afhankelijk van de feitelijke ontwikkeling tot aan 2015 in het aantal MDL-artsen en het aantal FTE dat zij werken.
Gegevensverzameling