Publicatie
Publication date
Vragen naar veranderingen: een beloopstudie onder volwassen clienten van RIAGG en AMW.
Friele, R.D., Verhaak, P.F.M. Vragen naar veranderingen: een beloopstudie onder volwassen clienten van RIAGG en AMW. Utrecht: NIVEL, 1992. 98 p.
Download the PDF
Dit rapport is het resultaat van een onderzoek naar het beloop van de problematiek onder cliënten van RIAGG en AMW. Nadat in 'vragen naar problemen' is weergegeven in hoeverre er onderscheid bestaat tussen cliëntenpopulaties (volwassenen, niet-cirsis) van RIAGG en AMW was het de bedoeling om in dit rapport te beschrijven hoe het de respectievelijke cliëntengroepen bij de twee typen instellingen is vergaan.
Een groot risico van longitudinaal onderzoek is de voortijdige uitval van respondenten. Dit risico was aanwezig bij de start van ons onderzoek. Ten tijde van dit follow-up onderzoek is het risico realiteit geworden. Met name onder RIAGG respondenten is de uitval groot geweest, onder AMW respondenten was de uitval aanzienlijk minder. Hoewel op basis van de ons bekende kenmerken van respondenten selectie-bias niet aangetoond kon worden, achten we - ook na inwinnen van een extern oordeel - de kans daarop toch zodanig dat we geen rechtstreekse vergelijking tussen de respondenten van beide typen instellingen kunnen maken. De nadruk in dit rapport ligt daarom op het beloop van de behandeling bij AMWcliënten. In de beschouwing vergelijken we deze resultaten met gegevens omtrent behandeling binnen de RIAGG voor zover die uit ander onderzoek bekend zijn.
Een groot risico van longitudinaal onderzoek is de voortijdige uitval van respondenten. Dit risico was aanwezig bij de start van ons onderzoek. Ten tijde van dit follow-up onderzoek is het risico realiteit geworden. Met name onder RIAGG respondenten is de uitval groot geweest, onder AMW respondenten was de uitval aanzienlijk minder. Hoewel op basis van de ons bekende kenmerken van respondenten selectie-bias niet aangetoond kon worden, achten we - ook na inwinnen van een extern oordeel - de kans daarop toch zodanig dat we geen rechtstreekse vergelijking tussen de respondenten van beide typen instellingen kunnen maken. De nadruk in dit rapport ligt daarom op het beloop van de behandeling bij AMWcliënten. In de beschouwing vergelijken we deze resultaten met gegevens omtrent behandeling binnen de RIAGG voor zover die uit ander onderzoek bekend zijn.