Senior researcher Healthcare System and Governance
Publicatie
Publication date
Deelrapport VI: Effecten van de invoering van de Algemene
Hutten, J.B.F., Ros, C.C., Delnoij, D.M.J., Friele, R.D., Groenewegen, P.P. Deelrapport VI: Effecten van de invoering van de Algemene In: J.B.F. Hutten, C.C. Ros, D.M.J. Delnoij (red.). Evaluatie Algemene Eigen-Bijdrageregeling voor ziekenfondsverzekerden: Eindrapport: effecten van de Algemene Eigen-Bijdrageregeling. 53
Samengevat kan worden geconcludeerd dat de invoering van de Algemene Eigenbijdrage regeling voor ziekenfondsverzekerden niet tot zichtbare veranderingen heeft geleid in het voorschrijven van geneesmiddelen en het verwijzen naar de specialist door de huisarts. Dit geldt zowel in het algemeen als onder specifieke omstandigheden waaronder, theoretisch gezien, het grootste effect kon worden verwacht. Geen enkele hypothese die hieromtrent zijn geformuleerd kon in dit onderzoek worden bevestigd. In het eerste hoofdstuk is reeds gesteld dat kon worden verwacht dat de invoering van de AEB-regeling geen sterk effect zal hebben op de voorschrijf- en verwijscijfers in de huisarts praktijk. Uit het RAND-experiment blijkt dat eigen bijdragen vooral leiden tot een vermindering van het aantal ziekte-episodes waarvoor professionele hulp wordt ingeroepen. Dit betekent dat vooral de keuze om al dan niet naar de huisarts te gaan door een eigen bijdrage zou kunnen worden beïnvloed, terwijl deze beslissing juist buiten de AEB-maatregel valt. Volgens het RAND-experiment bleek verder dat eigen bijdragen nauwelijks invloed hebben op het aantal consulten en verrichtingen per behandelde ziekte. Dit kan worden verklaard doordat de beslissingen van de huisarts vooral gebaseerd zijn op medisch-inhoudelijke argumenten en dat andere overwegingen daar nauwelijks in een rol in spelen. Verder speelt mogelijk ook een rol dat huisartsen vaak niet volledig op de hoogte zijn van de financiële omstandigheden van hun patiënten. Uit een eerder deelonderzoek in het kader van deze evaluatie-studie bleek verder dat veel huisartsen niet precies op de hoogte waren van de inhoud van de AEB-regeling. Dit betekent dat zij dus, ook al zouden zij daartoe geneigd zijn, nauwelijks een inschatting kunnen maken van de hoogte van de eigen bijdrage die er als gevolg van hun beslissing moet worden betaald. Ten derde is de eigen bijdrage die moet worden betaald relatief laag en zal deze dus, in het algemeen, geen grote rol spelen in de afwegingen van de huisarts.