Coordinator research program Care Demand of the Chronically Ill and Disabled; honorary professor 'Pharmacy health services research', University of Groningen, the Netherlands
Publicatie
Publication date
Determinants of the range of drugs prescribed in general practice: a cross-sectional analysis.
Bakker, D.H. de, Coffie, D.S.V., Heerdink, E.R., Dijk, L. van, Groenewegen, P.P. Determinants of the range of drugs prescribed in general practice: a cross-sectional analysis. BMC Health Services Research: 2007, 7(132)
Read online
Hoe meer patiënten een huisarts heeft, des te meer verschillende geneesmiddelen hij voorschrijft. Ook bezoeken van vertegenwoordigers van de farmaceutische industrie leiden tot een grotere diversiteit aan geneesmiddelen, zo blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL en Universiteit Utrecht in het wetenschappelijke tijdschrift BMC Health Services Research.
Evidence based medicine?
Tussen huisartspraktijken bestaan grote verschillen. Patiënten met dezelfde ziekte krijgen niet bij elke arts dezelfde behandeling en geneesmiddelen. Hoe kan dat in de tijd van evidence based medicine? NIVEL-onderzoeker Peter Groenewegen: “Als er een brede range aan geneesmiddelen wordt voorgeschreven in een praktijk, kan dat een signaal zijn dat de artsen ondoelmatig voorschrijven. Dit kan opgepakt worden in het farmacotherapeutisch overleg van huisartsen en apothekers. Waarom zou je bij medisch gelijke patiënten verschillende medicijnen voorschrijven? Daar zijn soms goede redenen voor, maar vaak ook niet. In het laatste geval zijn er kwaliteitsargumenten en kostenargumenten om de variatie te beperken. Binnen het farmacotherapeutisch overleg zijn afspraken te maken over voorkeursmiddelen bij bepaalde aandoeningen. En dat overleg kan ook de contacten met de farmaceutische industrie onderhouden of regelen.”
Hoe meer patiënten…
Onderzoekers van het NIVEL keken naar de variëteit in voorgeschreven geneesmiddelen en vonden een samenhang met verschillende factoren. Zo blijkt onder meer de omvang van het patiëntenbestand van de huisarts van invloed: hoe meer patiënten – en ook hoe meer huisartsen in een praktijk werken – des te meer verschillende geneesmiddelen worden voorgeschreven. Ook de totale hoeveelheid geneesmiddelen die worden voorgeschreven en het aantal bezoeken van vertegenwoordigers van de farmaceutische industrie, zijn factoren die de verschillen doen toenemen.
Kwaliteit en kosten
De kosten van geneesmiddelen stijgen sterk in de meeste westerse landen. Een van de mogelijkheden om die kosten te beheersen, is te werken met een ‘restricted druglist’. Zo’n lijst met een beperkt aantal geneesmiddelen, biedt daarnaast mogelijkheden de kwaliteit te verhogen. Door bij dezelfde klachten dezelfde geneesmiddelen voor te schrijven, zijn huisartsen meer vertrouwd met dosering, contra-indicaties, interacties met andere geneesmiddelen enzovoorts. In het artikel is echter niet getoetst of huisartsen bij een beperktere range aan geneesmiddelen inderdaad kwalitatief betere zorg leveren. Dat is nog werk voor de toekomst.
Evidence based medicine?
Tussen huisartspraktijken bestaan grote verschillen. Patiënten met dezelfde ziekte krijgen niet bij elke arts dezelfde behandeling en geneesmiddelen. Hoe kan dat in de tijd van evidence based medicine? NIVEL-onderzoeker Peter Groenewegen: “Als er een brede range aan geneesmiddelen wordt voorgeschreven in een praktijk, kan dat een signaal zijn dat de artsen ondoelmatig voorschrijven. Dit kan opgepakt worden in het farmacotherapeutisch overleg van huisartsen en apothekers. Waarom zou je bij medisch gelijke patiënten verschillende medicijnen voorschrijven? Daar zijn soms goede redenen voor, maar vaak ook niet. In het laatste geval zijn er kwaliteitsargumenten en kostenargumenten om de variatie te beperken. Binnen het farmacotherapeutisch overleg zijn afspraken te maken over voorkeursmiddelen bij bepaalde aandoeningen. En dat overleg kan ook de contacten met de farmaceutische industrie onderhouden of regelen.”
Hoe meer patiënten…
Onderzoekers van het NIVEL keken naar de variëteit in voorgeschreven geneesmiddelen en vonden een samenhang met verschillende factoren. Zo blijkt onder meer de omvang van het patiëntenbestand van de huisarts van invloed: hoe meer patiënten – en ook hoe meer huisartsen in een praktijk werken – des te meer verschillende geneesmiddelen worden voorgeschreven. Ook de totale hoeveelheid geneesmiddelen die worden voorgeschreven en het aantal bezoeken van vertegenwoordigers van de farmaceutische industrie, zijn factoren die de verschillen doen toenemen.
Kwaliteit en kosten
De kosten van geneesmiddelen stijgen sterk in de meeste westerse landen. Een van de mogelijkheden om die kosten te beheersen, is te werken met een ‘restricted druglist’. Zo’n lijst met een beperkt aantal geneesmiddelen, biedt daarnaast mogelijkheden de kwaliteit te verhogen. Door bij dezelfde klachten dezelfde geneesmiddelen voor te schrijven, zijn huisartsen meer vertrouwd met dosering, contra-indicaties, interacties met andere geneesmiddelen enzovoorts. In het artikel is echter niet getoetst of huisartsen bij een beperktere range aan geneesmiddelen inderdaad kwalitatief betere zorg leveren. Dat is nog werk voor de toekomst.
BACKGROUND: Current health policies assume that prescribing is more efficient and rational when general practitioners (GPs) work with a formulary or restricted drugs lists and thus with a limited range of drugs. Therefore we studied determinants of the range of drugs prescribed by general practitioners, distinguishing general GP-characteristics, characteristics of the practice setting, characteristics of the patient population and information sources used by GPs. METHODS: Secondary analysis was carried out on data from the Second Dutch Survey in General Practice. Data were available for 138 GPs working in 93 practices. ATC-coded prescription data from electronic medical records, census data and data from GP/practice questionnaires were analyzed with multilevel techniques. RESULTS: The average GP writes prescriptions for 233 different drugs, i.e. 30% of the available drugs on the market within one year. There is considerable variation between ATC main groups and subgroups and between GPs. GPs with larger patient lists, GPs with higher prescribing volumes and GPs who frequently receive representatives from the pharmaceutical industry have a broader range when controlled for other variables. CONCLUSION: The range of drugs prescribed is a useful instrument for analysing GPs' prescribing behaviour. It shows both variation between GPs and between therapeutic groups. Statistically significant relationships found were in line with the hypotheses formulated, like the one concerning the influence of the industry. Further research should be done into the relationship between the range and quality of prescribing and the reasons why some GPs prescribe a greater number of different drugs than others. (aut. ref.)
Gegevensverzameling