Coordinator research program Care Demand of the Chronically Ill and Disabled; honorary professor 'Pharmacy health services research', University of Groningen, the Netherlands
Publicatie
Publication date
Formularia in de huisartspraktijk: gebruik en het opvolgen van adviezen.
Volkers, A., Dijk, L. van, Wolters, I., Bakker, D. de. Formularia in de huisartspraktijk: gebruik en het opvolgen van adviezen. Utrecht: NIVEL, 2008. 77 p.
Download the PDF
Huisartsen kunnen sinds een aantal jaren met elektronische formularia medicijnen kiezen volgens de richtlijnen. Tot 2003 was er een landelijk implementatieprogramma om het gebruik van deze formularia te bevorderen en daarna bracht het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) een aantal verbeteringen aan. Het NHG-formularium is het meest gebruikte formularium van Nederland. Ondanks de verbeteringen bleef het gebruik van elektronische formularia in de Nederlandse huisartspraktijk tussen 2001 en 2006 vrijwel constant (73 tot 74% van de huisartsen). De waardering voor de formularia is hoog onder de gebruikers, vooral voor de inhoudelijke kwaliteit, de gebruikersvriendelijkheid en de patiëntbrieven. Dit laat zien dat huisartsen behoefte hebben aan goede, op de patiënt gerichte informatie. Ze bleken overigens niet allemaal (35%) op de hoogte van de doorgevoerde veranderingen. Zo is niet bij alle huisartsen bekend dat nu ook kleine kwalen in het formularium zijn opgenomen.
Het voorschrijven volgens de richtlijnen blijkt tussen 2003 en 2007 redelijk stabiel. Bij de 20 meest voorkomende aandoeningen wordt ongeveer 2/3 van de geneesmiddelen gekozen volgens de richtlijnen. Tussen richtlijnen zijn er wel grote verschillen. Bij sommige is nog maar weinig winst te behalen omdat huisartsen ze al voor een heel groot deel opvolgen, terwijl er bij andere richtlijnen duidelijk nog ruimte is voor verbetering, bijvoorbeeld voor ademhalingsproblemen. Er bestaan ook grote verschillen tussen huisartsen, maar die lijken niet terug te voeren op het al dan niet gebruiken van een elektronisch formularium.
De onderzoekers keken naar het voorschrijfgedrag binnen het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH). LINH telt 89 geautomatiseerde huisartspraktijken met bijna 340.000 ingeschreven patiënten. Het netwerk gebruikt gegevens uit de elektronische patiëntendossiers van deze praktijken over aandoeningen, verrichtingen, geneesmiddel-voorschriften en verwijzingen.
Het voorschrijven volgens de richtlijnen blijkt tussen 2003 en 2007 redelijk stabiel. Bij de 20 meest voorkomende aandoeningen wordt ongeveer 2/3 van de geneesmiddelen gekozen volgens de richtlijnen. Tussen richtlijnen zijn er wel grote verschillen. Bij sommige is nog maar weinig winst te behalen omdat huisartsen ze al voor een heel groot deel opvolgen, terwijl er bij andere richtlijnen duidelijk nog ruimte is voor verbetering, bijvoorbeeld voor ademhalingsproblemen. Er bestaan ook grote verschillen tussen huisartsen, maar die lijken niet terug te voeren op het al dan niet gebruiken van een elektronisch formularium.
De onderzoekers keken naar het voorschrijfgedrag binnen het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH). LINH telt 89 geautomatiseerde huisartspraktijken met bijna 340.000 ingeschreven patiënten. Het netwerk gebruikt gegevens uit de elektronische patiëntendossiers van deze praktijken over aandoeningen, verrichtingen, geneesmiddel-voorschriften en verwijzingen.
Gegevensverzameling