Senior researcher Organisation and Quality of Healthcare
Publicatie
Publication date
Kwaliteit van zorg voor ouderen met psychogeriatrische problemen in verpleeg- en verzorgingshuizen.
Beek, A.P.A. van, Wagner, C., Frijters, D.H.M., Spreeuwenberg, P.M.M., Groenewegen, P.P., Ribbe, M.W. Kwaliteit van zorg voor ouderen met psychogeriatrische problemen in verpleeg- en verzorgingshuizen. Utrecht: NIVEL, 2005. 102 p.
Download the PDF
De ene verpleeg- of verzorgingshuisafdeling zorgt veel beter voor de demente ouderen die er wonen, dan de andere. Er zijn grote verschillen in veiligheid, sfeer en in de mogelijkheden voor bewoners om zich even terug te trekken (autonomie). Daardoor valt er veel te verbeteren.
Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL, in samenwerking met de VU afdeling Verpleeghuisgeneeskunde, gesubsidieerd door ZonMw naar de verschillen in kwaliteit van zorg voor ouderen met psychogeriatrische problemen in verpleeg- en verzorgingshuizen en naar de verklaring voor deze verschillen.
NIVEL onderzoeker Sandra van Beek: “Hoe je woont in het verpleeg- of verzorgingshuis is heel belangrijk. Uit dit onderzoek blijkt dat er grote verschillen zijn tussen zorginstellingen in kwaliteit van zorg. Gemiddeld scoren de onderzochte afdelingen in verzorgingshuizen beter dan afdelingen in verpleeghuizen, maar er zijn grote uitschieters in beide groepen: er zijn goede en minder goede afdelingen in verpleeghuizen, en goede en minder goede afdelingen in verzorgingshuizen. Niet alle verpleeg- en verzorgingshuizen beschikken echter over dezelfde randvoorwaarden, zoals de beschikbaarheid van goed opgeleid personeel, om de zorg optimaal aan te laten sluiten bij de behoeften van de bewoners.”
De bereidheid van de onderzochte afdelingen om van de goede afdelingen te leren blijkt echter groot. Eenderde van de afdelingen die aan het onderzoek hebben meegewerkt, heeft naar aanleiding van speciaal voor hen georganiseerde best-practice bijeenkomsten, verbeteringen gepland of uitgevoerd.
Verschillen in sfeer
Uit het onderzoek blijkt dat sfeer samenhangt met de drukte op de afdeling. Op afdelingen waar medewerkers een hoge werkdruk ervaren is de sfeer minder goed. Op alle onderzochte afdelingen wordt de sfeer als niet erg goed beoordeeld door de NIVEL onderzoekers.
Verschillen in autonomie/privacy
De verschillen in geboden autonomie zijn grotendeels terug voeren op de bouw van de zorginstellingen. In verzorgingshuizen hebben bewoners vrijwel altijd hun eigen kamer/appartement. Op afdelingen in verpleeghuizen delen bewoners vaak de kamer met andere bewoners en zijn de kamerdeuren soms overdag afgesloten als de bewoners in de huiskamer verblijven. Hierdoor hebben bewoners vrijwel geen ruimte om zich terug te trekken. Ook kunnen mensen bij verhuizing naar een verpleeghuis maar weinig persoonlijke eigendommen meenemen.
Verschillen in veiligheid
Voor de veiligheid van bewoners is het belangrijk dat er altijd voldoende toezicht is; voor het gevoel van veiligheid van de bewoners is het belangrijk dat dat toezicht voor hen zichtbaar is. De veiligheid is met name in de namiddag minder goed op afdelingen in verpleeghuizen dan op afdelingen in verzorgingshuizen. Dit hangt gedeeltelijk samen met het moment van overdracht van de dag-dienst naar de avond-dienst. Tijdens die overdracht is het personeel niet voor de bewoners zichtbaar aanwezig. In verzorgingshuizen is de zorg vaak anders georganiseerd, bijvoorbeeld door het organiseren van een activiteit op dat tijdstip, waardoor er wel personeel zichtbaar aanwezig is.
Verschillen in gezondheid
Er blijken eveneens grote verschillen te bestaan in de gezondheidstoestand van bewoners voor wat betreft de aanwezigheid van decubitus, problemen met voedselinname en problemen in het psychosociaal welbevinden. Deze verschillen vallen echter grotendeels weg wanneer men corrigeert voor de zorgbehoefte van bewoners.
Achtergrond informatie
Medewerkers op afdelingen voor bewoners met dementie werken onder moeilijke omstandigheden waarin slechts een beperkte communicatie met bewoners mogelijk is en waarin goede zorg niet altijd leidt tot een verbetering in de gezondheidstoestand van bewoners. Mensen met dementie kunnen hun wensen en behoeften moeilijk kenbaar maken en zij worden vaak geconfronteerd met een continue achteruitgang in hun cognitieve en fysieke gesteldheid.
De laatste jaren is de zorgbehoefte van de bewoners toegenomen, waardoor onder andere de werkdruk is gestegen. Tegelijkertijd groeit het tekort aan verzorgenden. In de grote steden kampen verpleeg- en verzorgingshuizen dan ook geregeld met personeelstekorten, niet te vervullen vacatures en ziekteverzuim. Het aantal mensen met dementie zal in de nabije toekomst sterk toenemen. In 2002 waren er zo’n 175.000 demente mensen in Nederland, in 2010 zijn dit er 207.000, in 2050 zullen het er 412.000 zijn (bron: Gezondheidsraad, 2002). Veel mensen met dementie worden opgenomen in verpleeg- en verzorgingshuizen.
Onderzoeksmethode
Het onderzoek is uitgevoerd in verpleeg- en verzorgingshuizen in vier regio’s: West-Brabant, Rotterdam, Amsterdam en de regio Stedendriehoek. Het onderzoek is uitgevoerd op 37 afdelingen in verpleeg- en verzorgingshuizen. De afdelingen bestonden uit gesloten afdelingen in verpleeg- en verzorgingshuizen en huiskamerprojecten in verzorgingshuizen. Per instelling kon één afdeling aan het onderzoek deelnemen. Bij het onderzoek waren 502 bewoners met psychogeriatrische problemen, 37 afdelingshoofden en 474 medewerkers betrokken. Informatie over de sfeer, veiligheid en autonomie is verkregen door middel van observaties; andere kenmerken van de afdeling en gegevens over de gezondheidstoestand van bewoners zijn verzameld door middel van interviews met de afdelingshoofden, dossieronderzoek en diverse vragenlijsten onder medewerkers.
Als onderdeel van het onderzoek observeerden de onderzoekers elk van de 37 onderzochte afdelingen voor demente ouderen gedurende drie dagen, op verschillende momenten van de dag.
Alle bezochte afdelingen kregen individuele feedback waarin zij werden vergeleken met andere onderzochte afdelingen in hun regio. Daarnaast is aan de hand van regionale best-practice bijeenkomsten een lijst opgesteld met 5 praktische punten waarmee de sfeer op de afdeling kan worden verbeterd.
Vijf tips voor een betere sfeer
1. Organiseer vaker een activiteit in de afdelingshuiskamer.
Voorbeeld: laat elke dag twee medewerkers in de huiskamer koffie drinken met bewoners en daarbij een gesprek aangaan
2. Laat ook eens bewoners uit andere afdelingen aan zo’n activiteit deelnemen.
Voorbeeld: een zangactiviteit in een huiskamer voor mensen uit het hele verzorgingshuis. Of een gesloten afdeling van een verpleeghuis waar de kapster een middag in de week komt kappen, ook voor bewoners van andere afdelingen.
3. Ontbijt eens uitgebreid met de bewoners.
Voorbeeld: Een activiteitenbegeleider of een vrijwilliger eet met een kleine groep bewoners en een begeleider aan een uitgebreid gedekte ontbijttafel.
4. Geef bewoners meer gelegenheid zich terug te trekken.
Voorbeeld: Maak op de gang verschillende hoekjes, zoals een Mariakapel met een Mariabeeld, wat gordijnen en wat stoelen. Of zet in een hoek van de gang een piano neer voor een bewoner die nog graag piano speelt.
5. Verzorg de bewoners eens in de week wat uitgebreider.
Voorbeeld: Uitgebreid in bad of onder de douche en vervolgens rustig aankleden, soms met rustige muziek op de achtergrond.
Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL, in samenwerking met de VU afdeling Verpleeghuisgeneeskunde, gesubsidieerd door ZonMw naar de verschillen in kwaliteit van zorg voor ouderen met psychogeriatrische problemen in verpleeg- en verzorgingshuizen en naar de verklaring voor deze verschillen.
NIVEL onderzoeker Sandra van Beek: “Hoe je woont in het verpleeg- of verzorgingshuis is heel belangrijk. Uit dit onderzoek blijkt dat er grote verschillen zijn tussen zorginstellingen in kwaliteit van zorg. Gemiddeld scoren de onderzochte afdelingen in verzorgingshuizen beter dan afdelingen in verpleeghuizen, maar er zijn grote uitschieters in beide groepen: er zijn goede en minder goede afdelingen in verpleeghuizen, en goede en minder goede afdelingen in verzorgingshuizen. Niet alle verpleeg- en verzorgingshuizen beschikken echter over dezelfde randvoorwaarden, zoals de beschikbaarheid van goed opgeleid personeel, om de zorg optimaal aan te laten sluiten bij de behoeften van de bewoners.”
De bereidheid van de onderzochte afdelingen om van de goede afdelingen te leren blijkt echter groot. Eenderde van de afdelingen die aan het onderzoek hebben meegewerkt, heeft naar aanleiding van speciaal voor hen georganiseerde best-practice bijeenkomsten, verbeteringen gepland of uitgevoerd.
Verschillen in sfeer
Uit het onderzoek blijkt dat sfeer samenhangt met de drukte op de afdeling. Op afdelingen waar medewerkers een hoge werkdruk ervaren is de sfeer minder goed. Op alle onderzochte afdelingen wordt de sfeer als niet erg goed beoordeeld door de NIVEL onderzoekers.
Verschillen in autonomie/privacy
De verschillen in geboden autonomie zijn grotendeels terug voeren op de bouw van de zorginstellingen. In verzorgingshuizen hebben bewoners vrijwel altijd hun eigen kamer/appartement. Op afdelingen in verpleeghuizen delen bewoners vaak de kamer met andere bewoners en zijn de kamerdeuren soms overdag afgesloten als de bewoners in de huiskamer verblijven. Hierdoor hebben bewoners vrijwel geen ruimte om zich terug te trekken. Ook kunnen mensen bij verhuizing naar een verpleeghuis maar weinig persoonlijke eigendommen meenemen.
Verschillen in veiligheid
Voor de veiligheid van bewoners is het belangrijk dat er altijd voldoende toezicht is; voor het gevoel van veiligheid van de bewoners is het belangrijk dat dat toezicht voor hen zichtbaar is. De veiligheid is met name in de namiddag minder goed op afdelingen in verpleeghuizen dan op afdelingen in verzorgingshuizen. Dit hangt gedeeltelijk samen met het moment van overdracht van de dag-dienst naar de avond-dienst. Tijdens die overdracht is het personeel niet voor de bewoners zichtbaar aanwezig. In verzorgingshuizen is de zorg vaak anders georganiseerd, bijvoorbeeld door het organiseren van een activiteit op dat tijdstip, waardoor er wel personeel zichtbaar aanwezig is.
Verschillen in gezondheid
Er blijken eveneens grote verschillen te bestaan in de gezondheidstoestand van bewoners voor wat betreft de aanwezigheid van decubitus, problemen met voedselinname en problemen in het psychosociaal welbevinden. Deze verschillen vallen echter grotendeels weg wanneer men corrigeert voor de zorgbehoefte van bewoners.
Achtergrond informatie
Medewerkers op afdelingen voor bewoners met dementie werken onder moeilijke omstandigheden waarin slechts een beperkte communicatie met bewoners mogelijk is en waarin goede zorg niet altijd leidt tot een verbetering in de gezondheidstoestand van bewoners. Mensen met dementie kunnen hun wensen en behoeften moeilijk kenbaar maken en zij worden vaak geconfronteerd met een continue achteruitgang in hun cognitieve en fysieke gesteldheid.
De laatste jaren is de zorgbehoefte van de bewoners toegenomen, waardoor onder andere de werkdruk is gestegen. Tegelijkertijd groeit het tekort aan verzorgenden. In de grote steden kampen verpleeg- en verzorgingshuizen dan ook geregeld met personeelstekorten, niet te vervullen vacatures en ziekteverzuim. Het aantal mensen met dementie zal in de nabije toekomst sterk toenemen. In 2002 waren er zo’n 175.000 demente mensen in Nederland, in 2010 zijn dit er 207.000, in 2050 zullen het er 412.000 zijn (bron: Gezondheidsraad, 2002). Veel mensen met dementie worden opgenomen in verpleeg- en verzorgingshuizen.
Onderzoeksmethode
Het onderzoek is uitgevoerd in verpleeg- en verzorgingshuizen in vier regio’s: West-Brabant, Rotterdam, Amsterdam en de regio Stedendriehoek. Het onderzoek is uitgevoerd op 37 afdelingen in verpleeg- en verzorgingshuizen. De afdelingen bestonden uit gesloten afdelingen in verpleeg- en verzorgingshuizen en huiskamerprojecten in verzorgingshuizen. Per instelling kon één afdeling aan het onderzoek deelnemen. Bij het onderzoek waren 502 bewoners met psychogeriatrische problemen, 37 afdelingshoofden en 474 medewerkers betrokken. Informatie over de sfeer, veiligheid en autonomie is verkregen door middel van observaties; andere kenmerken van de afdeling en gegevens over de gezondheidstoestand van bewoners zijn verzameld door middel van interviews met de afdelingshoofden, dossieronderzoek en diverse vragenlijsten onder medewerkers.
Als onderdeel van het onderzoek observeerden de onderzoekers elk van de 37 onderzochte afdelingen voor demente ouderen gedurende drie dagen, op verschillende momenten van de dag.
Alle bezochte afdelingen kregen individuele feedback waarin zij werden vergeleken met andere onderzochte afdelingen in hun regio. Daarnaast is aan de hand van regionale best-practice bijeenkomsten een lijst opgesteld met 5 praktische punten waarmee de sfeer op de afdeling kan worden verbeterd.
Vijf tips voor een betere sfeer
1. Organiseer vaker een activiteit in de afdelingshuiskamer.
Voorbeeld: laat elke dag twee medewerkers in de huiskamer koffie drinken met bewoners en daarbij een gesprek aangaan
2. Laat ook eens bewoners uit andere afdelingen aan zo’n activiteit deelnemen.
Voorbeeld: een zangactiviteit in een huiskamer voor mensen uit het hele verzorgingshuis. Of een gesloten afdeling van een verpleeghuis waar de kapster een middag in de week komt kappen, ook voor bewoners van andere afdelingen.
3. Ontbijt eens uitgebreid met de bewoners.
Voorbeeld: Een activiteitenbegeleider of een vrijwilliger eet met een kleine groep bewoners en een begeleider aan een uitgebreid gedekte ontbijttafel.
4. Geef bewoners meer gelegenheid zich terug te trekken.
Voorbeeld: Maak op de gang verschillende hoekjes, zoals een Mariakapel met een Mariabeeld, wat gordijnen en wat stoelen. Of zet in een hoek van de gang een piano neer voor een bewoner die nog graag piano speelt.
5. Verzorg de bewoners eens in de week wat uitgebreider.
Voorbeeld: Uitgebreid in bad of onder de douche en vervolgens rustig aankleden, soms met rustige muziek op de achtergrond.