Coordinator research program Learning Health System; endowed professor 'Transparency in healthcare from a patient perspective', Tranzo, Tilburg University, the Netherlands
Publicatie
Publication date
Monitoring arbeid en gezondheid via de huisartsenpraktijk: een pilotstudy.
Nielen, M.M.J., Laan, G. van der, Pal, T., Verheij, R.A. Monitoring arbeid en gezondheid via de huisartsenpraktijk: een pilotstudy. Utrecht: NIVEL, 2008. 53 p.
Download the PDF
Bestaande registraties van beroepsziekten missen een groot deel van de beroepsziekten in Nederland. Het elektronisch patiëntendossier van de huisarts blijkt een goede aanvulling voor onderzoek naar ziekten die samenhangen met het werk. Uit onderzoek in de dossiers blijkt bijvoorbeeld dat schoonmakers en docenten meer psychische klachten en luchtwegklachten hebben en dat boeren juist gezonder zijn dan de meeste Nederlanders.
Jaarlijks krijgen naar schatting tussen de 50.000 en 100.000 Nederlanders een beroepsziekte, een aandoening die wordt veroorzaakt door het werk of de arbeidsomstandigheden. In het Nationale Registratiesysteem Beroepsziekten melden bedrijfsartsen per jaar echter beduidend minder mensen met een beroepsziekte: ongeveer 6000. Dit heeft verschillende oorzaken. Bedrijfsartsen zien mensen met een beroepsziekte niet als er geen ziekteverzuim is, werknemers uit het midden- en kleinbedrijf kunnen vaak maar beperkt bij een bedrijfsarts terecht en bedrijfsartsen zijn niet altijd even gemotiveerd om een beroepsziekte te melden.
Geanonimiseerde elektronische patiëntendossiers van huisartsen kunnen bijdragen aan een oplossing voor deze problemen. Daarin worden immers alle klachten en aandoeningen bijgehouden, inclusief medicamenteuze behandeling en verwijzingen. Een bijkomend voordeel is dat de huisarts geen partij is tussen werkgever en werknemer. Iedere Nederlander staat ingeschreven bij een huisartsenpraktijk en het dossier wordt bij ieder contact bijgewerkt en vormt een continue bron van gegevens waarmee de patiënten in de loop van de tijd zijn te volgen. Om de relatie met het werk te kunnen nagaan, moet ook het beroep geregistreerd worden. Dit is eenmalig gedaan bij de huisartsen die deelnamen aan de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk.
De gezondheid van vier beroepsgroepen – boeren, bakkers, schoonmakers en docenten – wordt vergeleken met die van de rest van de beroepsbevolking. Er is gekeken naar klachten en aandoeningen, ervaren gezondheid en zorggebruik. Net zoals in de totale beroepsbevolking kwamen klachten van het bewegingsapparaat, psychische klachten, luchtwegklachten en huidaandoeningen het meeste voor. Bij schoonmakers meer dan bij de totale beroepsbevolking. Bij docenten kwamen deze klachten ook vaker voor, behalve de klachten aan het bewegingsapparaat. Deze bevindingen kwamen grotendeels overeen met resultaten uit bestaande registraties van beroepsziekten. Opmerkelijk is echter dat boeren gezonder blijken dan de totale beroepsbevolking. Een uitkomst die op basis van een beroepsziektenregistratie niet is te vinden. Het aantal bakkers in het onderzoek was te klein om uitspraken over werk en gezondheid te doen.
Jaarlijks krijgen naar schatting tussen de 50.000 en 100.000 Nederlanders een beroepsziekte, een aandoening die wordt veroorzaakt door het werk of de arbeidsomstandigheden. In het Nationale Registratiesysteem Beroepsziekten melden bedrijfsartsen per jaar echter beduidend minder mensen met een beroepsziekte: ongeveer 6000. Dit heeft verschillende oorzaken. Bedrijfsartsen zien mensen met een beroepsziekte niet als er geen ziekteverzuim is, werknemers uit het midden- en kleinbedrijf kunnen vaak maar beperkt bij een bedrijfsarts terecht en bedrijfsartsen zijn niet altijd even gemotiveerd om een beroepsziekte te melden.
Geanonimiseerde elektronische patiëntendossiers van huisartsen kunnen bijdragen aan een oplossing voor deze problemen. Daarin worden immers alle klachten en aandoeningen bijgehouden, inclusief medicamenteuze behandeling en verwijzingen. Een bijkomend voordeel is dat de huisarts geen partij is tussen werkgever en werknemer. Iedere Nederlander staat ingeschreven bij een huisartsenpraktijk en het dossier wordt bij ieder contact bijgewerkt en vormt een continue bron van gegevens waarmee de patiënten in de loop van de tijd zijn te volgen. Om de relatie met het werk te kunnen nagaan, moet ook het beroep geregistreerd worden. Dit is eenmalig gedaan bij de huisartsen die deelnamen aan de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartsenpraktijk.
De gezondheid van vier beroepsgroepen – boeren, bakkers, schoonmakers en docenten – wordt vergeleken met die van de rest van de beroepsbevolking. Er is gekeken naar klachten en aandoeningen, ervaren gezondheid en zorggebruik. Net zoals in de totale beroepsbevolking kwamen klachten van het bewegingsapparaat, psychische klachten, luchtwegklachten en huidaandoeningen het meeste voor. Bij schoonmakers meer dan bij de totale beroepsbevolking. Bij docenten kwamen deze klachten ook vaker voor, behalve de klachten aan het bewegingsapparaat. Deze bevindingen kwamen grotendeels overeen met resultaten uit bestaande registraties van beroepsziekten. Opmerkelijk is echter dat boeren gezonder blijken dan de totale beroepsbevolking. Een uitkomst die op basis van een beroepsziektenregistratie niet is te vinden. Het aantal bakkers in het onderzoek was te klein om uitspraken over werk en gezondheid te doen.
Gegevensverzameling