CEO; professor 'Patient safety' at VU University / Amsterdam University Medical Center, the Netherlands
Publicatie
Publication date
Overzichtsstudie kwaliteitssystemen van beroepsbeoefenaren in de zorgsector: 1990-2000.
Bennema-Broos, M., Sluijs, E.M., Wagner, C., Temmink, D., Hofhuis, H. Overzichtsstudie kwaliteitssystemen van beroepsbeoefenaren in de zorgsector: 1990-2000. Utrecht: NIVEL, 2000. 208 p.
Download the PDF
Het onderzoek naar de kwaliteitssystemen van beroepsgroepen omvatte huisartsen, medisch specialisten, verpleeghuisartsen, sociaal geneeskundigen, tandartsen, apothekers, verloskundigen, paramedische beroepen, verpleegkundige en verzorgende beroepen, psychologen en de alternatieve/additionele beroepsgroepen. Van al deze beroepsgroepen is in kaart gebracht welke kwaliteitssystemen zij in de periode 1990 - 2000 ontwikkeld hebben.
Uit het onderzoek blijkt dat deze kwaliteitssystemen in zijn algemeenheid uit vier pijlers bestaan, namelijk:
• waarborging van de deskundigheid van de beroepsbeoefenaar, via opleiding, bij- en nascholing;
• normering via het opstellen van protocollen en richtlijnen voor het beroepsmatig handelen;
• kwaliteitsverbetering via bijvoorbeeld intercollegiale toetsing of visitatie;
• borging van de kwaliteit, bijvoorbeeld via herregistratie of certificering.
Indien de beroepsgroepen met elkaar worden vergeleken dan blijkt dat zij verschillen in de accenten die zij in hun kwaliteitsbeleid leggen. Zo ligt bij medisch specialisten een accent op visitatie en bij huisartsen op de huisartsgeneeskundige standaarden. Een vergelijking laat ook zien dat de beroepsgroepen verschillen in de mate waarin het kwaliteitssysteem ontwikkeld is.
Globaal genomen zijn de apothekers, de huisartsen en de specialisten al vergevorderd met de ontwikkeling en invoering van een kwaliteitssysteem. Verpleeghuisartsen, tandartsen, paramedici en verloskundigen nemen een middenpositie in, terwijl de sociaal geneeskundigen, de verpleegkundige en verzorgende beroepen, de psychologen en de alternatieve genezers het minst ver zijn met de ontwikkeling en invoering van een kwaliteitssysteem. De verschillen tussen de beroepsgroepen hangen voor een deel samen met de professionalisering van een beroepsgroep en kunnen ook te maken hebben met de menskracht en financiële middelen waarover een beroepsgroep beschikt.
Twee onderwerpen kunnen nog als een lacune in de kwaliteitssystemen van de beroepsgroepen worden aangemerkt, er zijn nog weinig informatiesystemen waarmee de verleende zorg inzichtelijk wordt gemaakt, en er is nog weinig sprake van samenwerking met of inbreng van patiënten/cliënten(organisaties).
In navolging van de huisartsen werken nagenoeg alle beroepsgroepen aan het opzetten van regionale infrastructuren om de implementatie van de ontwikkelde kwaliteitsinstrumenten te bevorderen.
Uit het onderzoek blijkt dat deze kwaliteitssystemen in zijn algemeenheid uit vier pijlers bestaan, namelijk:
• waarborging van de deskundigheid van de beroepsbeoefenaar, via opleiding, bij- en nascholing;
• normering via het opstellen van protocollen en richtlijnen voor het beroepsmatig handelen;
• kwaliteitsverbetering via bijvoorbeeld intercollegiale toetsing of visitatie;
• borging van de kwaliteit, bijvoorbeeld via herregistratie of certificering.
Indien de beroepsgroepen met elkaar worden vergeleken dan blijkt dat zij verschillen in de accenten die zij in hun kwaliteitsbeleid leggen. Zo ligt bij medisch specialisten een accent op visitatie en bij huisartsen op de huisartsgeneeskundige standaarden. Een vergelijking laat ook zien dat de beroepsgroepen verschillen in de mate waarin het kwaliteitssysteem ontwikkeld is.
Globaal genomen zijn de apothekers, de huisartsen en de specialisten al vergevorderd met de ontwikkeling en invoering van een kwaliteitssysteem. Verpleeghuisartsen, tandartsen, paramedici en verloskundigen nemen een middenpositie in, terwijl de sociaal geneeskundigen, de verpleegkundige en verzorgende beroepen, de psychologen en de alternatieve genezers het minst ver zijn met de ontwikkeling en invoering van een kwaliteitssysteem. De verschillen tussen de beroepsgroepen hangen voor een deel samen met de professionalisering van een beroepsgroep en kunnen ook te maken hebben met de menskracht en financiële middelen waarover een beroepsgroep beschikt.
Twee onderwerpen kunnen nog als een lacune in de kwaliteitssystemen van de beroepsgroepen worden aangemerkt, er zijn nog weinig informatiesystemen waarmee de verleende zorg inzichtelijk wordt gemaakt, en er is nog weinig sprake van samenwerking met of inbreng van patiënten/cliënten(organisaties).
In navolging van de huisartsen werken nagenoeg alle beroepsgroepen aan het opzetten van regionale infrastructuren om de implementatie van de ontwikkelde kwaliteitsinstrumenten te bevorderen.