Coordinator research program Communication in Healthcare; endowed professor 'Communication in healthcare, especially in primary care', Radboud University, the Netherlands
Publicatie
Publication date
Patiënt stelt maar vier vragen per consult
Dulmen, A.M. van, Brink-Muinen, A. van den, Bensing, J.M. Patiënt stelt maar vier vragen per consult Utrecht: Nivel, 2005.
Download the PDF
Ondanks hun veronderstelde toegenomen mondigheid stellen mensen over het algemeen weinig vragen aan hun arts: iets minder dan vier per consult. Dat is maar 2% van alle verbale uitingen die in de spreekkamer door arts en patiënt geuit worden.
Nederlandse patiënten nemen hier, in vergelijking met patiënten uit andere Europese landen, een middenpositie in; zij stellen meer vragen dan Roemenen en Esten, maar minder dan Belgen en Zweden. Het verschil met de Zweden blijft bestaan na correctie voor de duur van het consult.
Bij patiënten die vanwege hoge bloeddruk hun huisarts bezochten is nagegaan of zij in de afgelopen achttien jaar meer of minder vragen zijn gaan stellen. Het aantal vragen bleek weliswaar kleiner, maar in het licht van de afgenomen spreektijd van de patiënt was het verschil marginaal.
Dit blijkt uit observaties van op video opgenomen consulten die zijn verzameld in het kader van de Eerste en de Tweede Nationale Studie naar Ziekten en Verrichtingen in de Huisartspraktijk. Gebruikte referentiegegevens zijn afkomstig uit de Eurocom studies en uit observatiestudies bij medisch specialisten (gynaecologen, kinderartsen en klinisch genetici), eveneens door het NIVEL uitgevoerd.
Nederlandse patiënten nemen hier, in vergelijking met patiënten uit andere Europese landen, een middenpositie in; zij stellen meer vragen dan Roemenen en Esten, maar minder dan Belgen en Zweden. Het verschil met de Zweden blijft bestaan na correctie voor de duur van het consult.
Bij patiënten die vanwege hoge bloeddruk hun huisarts bezochten is nagegaan of zij in de afgelopen achttien jaar meer of minder vragen zijn gaan stellen. Het aantal vragen bleek weliswaar kleiner, maar in het licht van de afgenomen spreektijd van de patiënt was het verschil marginaal.
Dit blijkt uit observaties van op video opgenomen consulten die zijn verzameld in het kader van de Eerste en de Tweede Nationale Studie naar Ziekten en Verrichtingen in de Huisartspraktijk. Gebruikte referentiegegevens zijn afkomstig uit de Eurocom studies en uit observatiestudies bij medisch specialisten (gynaecologen, kinderartsen en klinisch genetici), eveneens door het NIVEL uitgevoerd.