Coordinator research program Care Demand of the Chronically Ill and Disabled; honorary professor 'Pharmacy health services research', University of Groningen, the Netherlands
Publicatie
Publication date
Samenwerking tussen huisarts en openbaar apotheker: stand van zaken en mogelijkheden voor de toekomst.
Dijk, L. van, Bouvy, M., Bakker, D. de, Burgt, S. van der, Floor-Schreudering, A. Samenwerking tussen huisarts en openbaar apotheker: stand van zaken en mogelijkheden voor de toekomst. Utrecht: NIVEL, 2016. 61 p.
Download the PDF
Zorg vindt steeds meer plaats in de buurt. Daarom is samenwerking in de eerste lijn van toenemend belang. Dit geldt ook voor de farmaceutische zorg: de zorg voor patiënten met betrekking tot hun geneesmiddelengebruik. Huisartsen en openbaar apothekers zijn hierin belangrijke zorgverleners. Deze studie laat zien dat deze twee beroepsgroepen positief staan tegenover verdergaande samenwerking. Apothekers zien daarbij voor zichzelf een groter aandeel in de informatievoorziening en medicatiebegeleiding van patiënten weggelegd dan nu het geval is. Huisartsen zijn in het algemeen positief over de samenwerking met apothekers en zien de farmaceutische zorg voor patiënten als een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor huisarts en apotheker.
<strong>Uitdagingen in de eerste lijn</strong>
Verschillende ontwikkelingen zoals substitutie van zorg van de tweede naar de eerste lijn en het langer thuis blijven wonen van ouderen maken dat de zorgvraag in de eerste lijn sterk toeneemt en vaak ook complexer wordt. Zo gebruiken patiënten met een of meer chronische aandoeningen vaak veel en complexe medicatie wat veel aandacht vraagt. Dit vraagt om goede afstemming tussen zorgverleners in de eerste lijn. Huisartsen zijn de spil van de eerste lijn en werken met veel andere beroepsgroepen samen om aan deze zorgvraag tegemoet te komen. Als het gaat om het gebruik van geneesmiddelen delen zij de zorgverlening vooral met openbaar apothekers. Het gaat dan bijvoorbeeld om taken als informatievoorziening over geneesmiddelen en de begeleiding van patiënten bij het geneesmiddelgebruik. Maar hoe staan de zorgverleners hier zelf tegenover? Hoe ervaren zij de huidige samenwerking? En wat stimuleert en belemmert huisartsen en apothekers om deze samenwerking te intensiveren?
<strong>Apothekers en huisartsen: naar verdere samenwerking?</strong>
Uit deze studie blijkt dat apothekers en huisartsen die al veel samenwerken en in het algemeen tevreden hierover zijn: men weet elkaar te vinden en vindt dat met name goed in het belang van de patiënt. Er zijn ook punten van aandacht. Huisartsen en apothekers die deelnamen aan dit onderzoek verschillen van mening over de verdeling van een aantal taken zoals het informeren van patiënten over geneesmiddelen en het vragen naar ervaringen met medicijnen. De deelnemende huisartsen vinden dit een gezamenlijke taak, waar de deelnemende apothekers deze taak vooral als hun verantwoordelijkheid te zien. Dergelijke verschillende taakopvattingen kunnen leiden tot het niet goed afstemmen van taken. Voor patiënten is een dergelijke afstemming belangrijk. Dit bijvoorbeeld om te zorgen dat zij volledige informatie krijgen die niet tegenstrijdig is, dat het vragen van ervaringen met geneesmiddelen van patiënten door beide partijen gebeurt en dat (voorstellen voor) eventuele veranderingen in de behandeling goed gecommuniceerd worden zodat beide zorgverleners weten wat er bij de betreffende patiënt speelt.
<strong>Vertrouwen en respect voor elkaars expertise cruciaal</strong>
Cruciaal voor een goede samenwerking is wederzijds vertrouwen in elkaars expertise. Dit vertrouwen is er niet vanzelf. Intensief samenwerkende huisartsen en apothekers geven aan dat deze intensievere samenwerking vaak het gevolg is van een geleidelijk proces waarbij men elkaars expertise is gaan leren kennen en waarderen. Goede onderlinge communicatie is daarbij een belangrijke voorwaarde. Die interprofessionele communicatie is in de praktijk echter nog niet altijd optimaal, zo laat deze studie zien.
<strong>Kansen en mogelijkheden</strong>
Samenwerking tussen huisartsen en apothekers gebeurt vooral op lokaal niveau. Het is daar waar de kansen tot versteviging van de farmaceutische zorg liggen. Hiertoe is al een aantal lokale maar ook regionale organisatiestructuren aanwezig die deze samenwerking kunnen ondersteunen. Huisartsen en apothekers werken al jaren samen in het Farmaco Therapie Overleg. Hierin maken zij nu vooral afspraken over farmacotherapie maar er is ook ruimte om afspraken te maken over de invulling van de zorgverlening. Een groeiend aantal huisartsen en apothekers is bovendien gevestigd op eenzelfde locatie. Dit biedt goede condities voor overleg, het consulteren van elkaar en het gebruik maken van elkaars expertise. Ook zorggroepen bieden mogelijkheden voor verdere samenwerking. Echter, een minderheid van de apothekers is momenteel aangesloten bij een zorggroep. Ook kan uitbreiding van de samenwerking tijdens (universitaire) opleidingen en het organiseren van gezamenlijke (regionale) nascholingen het inzicht in de expertise van de andere beroepsgroep vergroten en het gemakkelijker maken de ander te raadplegen. Verder liggen er kansen in het gezamenlijk opzetten van projecten die de patiëntenzorg verbeteren. Voorbeelden zijn het uitwisselen van laboratoriumuitslagen, het afstemmen van herhaalmedicatie, het gezamenlijk organiseren van medicatiebeoordelingen of het opzetten van een ouderenloket. Projecten kunnen een eerste opstap vormen tot structurelere samenwerking. Beleidsmakers kunnen samenwerking stimuleren door duidelijke afspraken over financiering, het tegengaan van concurrentie in de lokale setting en het verminderen van de regeldruk. Met dit laatste is het afgelopen jaar een begin gemaakt als gevolg van de actie “Het roer gaat om”.
<strong>Tot slot</stong>
Samenwerking is geen doel op zich maar een middel om te komen tot betere zorg voor patiënten. Hoewel het vanzelfsprekend lijkt dat betere samenwerking leidt tot betere en efficiëntere zorg, is dit in Nederland niet wetenschappelijk onderbouwd. Oftewel: wat is het rendement van goede samenwerking voor de patiënt, voor zorgverleners en voor de maatschappij als geheel? Die vraag goed beantwoorden, is een uitdaging voor de komende jaren. (aut. ref.)
<strong>Uitdagingen in de eerste lijn</strong>
Verschillende ontwikkelingen zoals substitutie van zorg van de tweede naar de eerste lijn en het langer thuis blijven wonen van ouderen maken dat de zorgvraag in de eerste lijn sterk toeneemt en vaak ook complexer wordt. Zo gebruiken patiënten met een of meer chronische aandoeningen vaak veel en complexe medicatie wat veel aandacht vraagt. Dit vraagt om goede afstemming tussen zorgverleners in de eerste lijn. Huisartsen zijn de spil van de eerste lijn en werken met veel andere beroepsgroepen samen om aan deze zorgvraag tegemoet te komen. Als het gaat om het gebruik van geneesmiddelen delen zij de zorgverlening vooral met openbaar apothekers. Het gaat dan bijvoorbeeld om taken als informatievoorziening over geneesmiddelen en de begeleiding van patiënten bij het geneesmiddelgebruik. Maar hoe staan de zorgverleners hier zelf tegenover? Hoe ervaren zij de huidige samenwerking? En wat stimuleert en belemmert huisartsen en apothekers om deze samenwerking te intensiveren?
<strong>Apothekers en huisartsen: naar verdere samenwerking?</strong>
Uit deze studie blijkt dat apothekers en huisartsen die al veel samenwerken en in het algemeen tevreden hierover zijn: men weet elkaar te vinden en vindt dat met name goed in het belang van de patiënt. Er zijn ook punten van aandacht. Huisartsen en apothekers die deelnamen aan dit onderzoek verschillen van mening over de verdeling van een aantal taken zoals het informeren van patiënten over geneesmiddelen en het vragen naar ervaringen met medicijnen. De deelnemende huisartsen vinden dit een gezamenlijke taak, waar de deelnemende apothekers deze taak vooral als hun verantwoordelijkheid te zien. Dergelijke verschillende taakopvattingen kunnen leiden tot het niet goed afstemmen van taken. Voor patiënten is een dergelijke afstemming belangrijk. Dit bijvoorbeeld om te zorgen dat zij volledige informatie krijgen die niet tegenstrijdig is, dat het vragen van ervaringen met geneesmiddelen van patiënten door beide partijen gebeurt en dat (voorstellen voor) eventuele veranderingen in de behandeling goed gecommuniceerd worden zodat beide zorgverleners weten wat er bij de betreffende patiënt speelt.
<strong>Vertrouwen en respect voor elkaars expertise cruciaal</strong>
Cruciaal voor een goede samenwerking is wederzijds vertrouwen in elkaars expertise. Dit vertrouwen is er niet vanzelf. Intensief samenwerkende huisartsen en apothekers geven aan dat deze intensievere samenwerking vaak het gevolg is van een geleidelijk proces waarbij men elkaars expertise is gaan leren kennen en waarderen. Goede onderlinge communicatie is daarbij een belangrijke voorwaarde. Die interprofessionele communicatie is in de praktijk echter nog niet altijd optimaal, zo laat deze studie zien.
<strong>Kansen en mogelijkheden</strong>
Samenwerking tussen huisartsen en apothekers gebeurt vooral op lokaal niveau. Het is daar waar de kansen tot versteviging van de farmaceutische zorg liggen. Hiertoe is al een aantal lokale maar ook regionale organisatiestructuren aanwezig die deze samenwerking kunnen ondersteunen. Huisartsen en apothekers werken al jaren samen in het Farmaco Therapie Overleg. Hierin maken zij nu vooral afspraken over farmacotherapie maar er is ook ruimte om afspraken te maken over de invulling van de zorgverlening. Een groeiend aantal huisartsen en apothekers is bovendien gevestigd op eenzelfde locatie. Dit biedt goede condities voor overleg, het consulteren van elkaar en het gebruik maken van elkaars expertise. Ook zorggroepen bieden mogelijkheden voor verdere samenwerking. Echter, een minderheid van de apothekers is momenteel aangesloten bij een zorggroep. Ook kan uitbreiding van de samenwerking tijdens (universitaire) opleidingen en het organiseren van gezamenlijke (regionale) nascholingen het inzicht in de expertise van de andere beroepsgroep vergroten en het gemakkelijker maken de ander te raadplegen. Verder liggen er kansen in het gezamenlijk opzetten van projecten die de patiëntenzorg verbeteren. Voorbeelden zijn het uitwisselen van laboratoriumuitslagen, het afstemmen van herhaalmedicatie, het gezamenlijk organiseren van medicatiebeoordelingen of het opzetten van een ouderenloket. Projecten kunnen een eerste opstap vormen tot structurelere samenwerking. Beleidsmakers kunnen samenwerking stimuleren door duidelijke afspraken over financiering, het tegengaan van concurrentie in de lokale setting en het verminderen van de regeldruk. Met dit laatste is het afgelopen jaar een begin gemaakt als gevolg van de actie “Het roer gaat om”.
<strong>Tot slot</stong>
Samenwerking is geen doel op zich maar een middel om te komen tot betere zorg voor patiënten. Hoewel het vanzelfsprekend lijkt dat betere samenwerking leidt tot betere en efficiëntere zorg, is dit in Nederland niet wetenschappelijk onderbouwd. Oftewel: wat is het rendement van goede samenwerking voor de patiënt, voor zorgverleners en voor de maatschappij als geheel? Die vraag goed beantwoorden, is een uitdaging voor de komende jaren. (aut. ref.)