Publicatie
Publication date
Werk en inkomen: kerngegevens en trends. Rapportage 2015.
Cozijnsen, R., Putter, I. de, Spreeuwenberg, P., Rijken, M. Werk en inkomen: kerngegevens en trends. Rapportage 2015. Utrecht: NIVEL, 2015. 84 p.
Download the PDF
Steeds meer mensen met een chronische ziekte of beperking teren in op spaargelden en maken schulden. In 2011 betrof dit bijna een vijfde van deze mensen (19%) en in 2014 is dit opgelopen tot 28%. Het lijkt erop dat dit vooral komt doordat ze in 2013 minder inkomen - en niet zo zeer meer uitgaven - hadden dan de jaren daarvoor.
Dat blijkt uit de monitor Zorg- en leefsituatie van mensen met een chronische ziekte of beperking die het NIVEL tweejaarlijks uitvoert. Gemiddeld hadden mensen met een chronische ziekte of beperking in 2013 1381 euro per maand te besteden, en de algemene bevolking 1967 euro per maand. Hun inkomen is sinds 2010 sterker gedaald dan dat van de algemene bevolking. Vooral het inkomen van de 65 tot 75- jarigen met een chronische ziekte of beperking is verminderd.
Bestedingen
De inkomensdaling is terug te zien in de bestedingen. NIVEL-onderzoeker Iris de Putter: “Mensen met een chronische ziekte of beperking kunnen zich minder vaak een avondje uit veroorloven, of zich permitteren om een auto te rijden, mensen te eten te vragen of nieuwe kleding te kopen. We zien dat ze steeds vaker hun spaarmiddelen moeten aanspreken.”
Arbeidsparticipatie gelijk
De arbeidsparticipatie van mensen met een chronische ziekte of beperking is over de periode 2005-2013 niet verder gedaald, maar was al laag. In 2013 nam 26% van de mensen met een chronische ziekte of beperking in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar voor minimaal 12 uur per week deel aan het arbeidsproces, terwijl onder de algemene bevolking in deze leeftijdsklasse 66% tenminste 12 uur per week werkte.
Iris de Putter: “Hoewel de arbeidsparticipatiegraad onder mensen met een chronische ziekte of beperking een stuk lager ligt dan onder de algemene bevolking, ontwikkelt deze zich onder vrouwen en mannen wel conform de algemene bevolking: de arbeidsparticipatiegraad onder vrouwen met een chronische ziekte of beperking is ongeveer gelijk gebleven, terwijl onder mannen sprake lijkt te zijn van een lichte daling.”
Onderzoek
De gegevens voor dit onderzoek werden verzameld bij het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten (NPCG), dat bestaat uit circa 3500 mensen met (medisch vastgestelde) chronische ziekten en/of matige tot ernstige lichamelijke beperkingen. De panelleden doen tenminste twee keer per jaar mee aan een enquête. De ‘Monitor zorg- en leefsituatie van mensen met een chronische ziekte of beperking’ wordt uitgevoerd door het NIVEL met subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Dat blijkt uit de monitor Zorg- en leefsituatie van mensen met een chronische ziekte of beperking die het NIVEL tweejaarlijks uitvoert. Gemiddeld hadden mensen met een chronische ziekte of beperking in 2013 1381 euro per maand te besteden, en de algemene bevolking 1967 euro per maand. Hun inkomen is sinds 2010 sterker gedaald dan dat van de algemene bevolking. Vooral het inkomen van de 65 tot 75- jarigen met een chronische ziekte of beperking is verminderd.
Bestedingen
De inkomensdaling is terug te zien in de bestedingen. NIVEL-onderzoeker Iris de Putter: “Mensen met een chronische ziekte of beperking kunnen zich minder vaak een avondje uit veroorloven, of zich permitteren om een auto te rijden, mensen te eten te vragen of nieuwe kleding te kopen. We zien dat ze steeds vaker hun spaarmiddelen moeten aanspreken.”
Arbeidsparticipatie gelijk
De arbeidsparticipatie van mensen met een chronische ziekte of beperking is over de periode 2005-2013 niet verder gedaald, maar was al laag. In 2013 nam 26% van de mensen met een chronische ziekte of beperking in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar voor minimaal 12 uur per week deel aan het arbeidsproces, terwijl onder de algemene bevolking in deze leeftijdsklasse 66% tenminste 12 uur per week werkte.
Iris de Putter: “Hoewel de arbeidsparticipatiegraad onder mensen met een chronische ziekte of beperking een stuk lager ligt dan onder de algemene bevolking, ontwikkelt deze zich onder vrouwen en mannen wel conform de algemene bevolking: de arbeidsparticipatiegraad onder vrouwen met een chronische ziekte of beperking is ongeveer gelijk gebleven, terwijl onder mannen sprake lijkt te zijn van een lichte daling.”
Onderzoek
De gegevens voor dit onderzoek werden verzameld bij het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten (NPCG), dat bestaat uit circa 3500 mensen met (medisch vastgestelde) chronische ziekten en/of matige tot ernstige lichamelijke beperkingen. De panelleden doen tenminste twee keer per jaar mee aan een enquête. De ‘Monitor zorg- en leefsituatie van mensen met een chronische ziekte of beperking’ wordt uitgevoerd door het NIVEL met subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.