Coordinator research program Learning Health System; endowed professor 'Transparency in healthcare from a patient perspective', Tranzo, Tilburg University, the Netherlands
Publicatie
Publication date
De kwaliteit van het elektronisch patiëntendossier van huisartsen gemeten: EPDscan regio Twente, eerste meting.
Khan, N.A., Visscher, S., Verheij, R.A. De kwaliteit van het elektronisch patiëntendossier van huisartsen gemeten: EPDscan regio Twente, eerste meting. Utrecht: NIVEL, 2011. 59 p.
Download the PDF
De huisartspraktijken in de regio Twente hebben de kwaliteit van hun medische dossiers door het NIVEL laten onderzoeken. Volledigheid en kwaliteit van de verslaglegging blijken sterk te verschillen.
Zorgverleners wisselen in toenemende mate medische gegevens over patiënten uit. Dat is nodig, omdat veel patiënten door meer dan één zorgverlener worden behandeld. In veel gevallen kunnen artsen op de huisartsenpost bij acute problemen bijvoorbeeld kijken in het dossier van de patiënt bij de eigen huisarts. Om de informatie uit huisartsendossiers te kunnen gebruiken is het belangrijk dat die gegevens volledig en correct zijn bijgehouden. Ook zorgverzekeraars vinden het steeds belangrijker dat de verslaglegging in het huisartsinformatiesysteem op orde is.
EPD-scan
Maar hoe zit het eigenlijk met de kwaliteit van dat dossier? In hoeverre worden dossiers volgens de daarvoor bestaande richtlijn bijgehouden? Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) ontwikkelde de zogenoemde EPD-scan, die de kwaliteit van de registratie in het elektronisch patiëntendossier meet. Die scan is nu toegepast in de regio Twente, waar bijna honderd huisartsenpraktijken – die gebruikmaken van verschillende huisartsinformatiesystemen – zich de maat lieten nemen. De verslaglegging blijkt op sommige onderdelen goed overeen te komen en op andere sterk te verschillen, waardoor volledigheid en kwaliteit van de dossiers in het gedrang kunnen komen.
Registratiegedrag
Veel verschillen komen door het registratiegedrag van de huisarts zelf. NIVEL-onderzoeker Robert Verheij: “Bij sommige praktijken lijkt een patiënt bijvoorbeeld nog steeds medicijnen te slikken, terwijl het laatste recept al langer dan 6 maanden geleden is uitgeschreven. Dat kan leiden tot medicatiefouten. En ook in de registratie van allergieën en contra-indicaties blijkt veel variatie te bestaan. De ene praktijk registreert ze wel uitgebreid, de andere niet. Terwijl onvolledige registratie van allergieën tot ongewenste bijwerkingen kan leiden.” Een deel van de verschillen in de registratie is ook toe te schrijven aan de mogelijkheden en onmogelijkheden van de verschillende huisartsinformatiesystemen.
Vervolg
Na deze eerste meting gaan praktijken aan de slag om verbeteringen door te voeren en de dossiers op orde te brengen. Waar nodig krijgen ze daarbij hulp. Na afloop daarvan gaat het NIVEL opnieuw kijken naar de kwaliteit van de dossiervoering.
Met de in Twente opgedane ervaring wil het NIVEL – samen met het Nederlands Huisartsen Genootschap – de EPD-scan doorontwikkelen, zodat uiteindelijk huisartsen overal in Nederland de scan kunnen gebruiken voor het verbeteren van hun EPD.
Zorgverleners wisselen in toenemende mate medische gegevens over patiënten uit. Dat is nodig, omdat veel patiënten door meer dan één zorgverlener worden behandeld. In veel gevallen kunnen artsen op de huisartsenpost bij acute problemen bijvoorbeeld kijken in het dossier van de patiënt bij de eigen huisarts. Om de informatie uit huisartsendossiers te kunnen gebruiken is het belangrijk dat die gegevens volledig en correct zijn bijgehouden. Ook zorgverzekeraars vinden het steeds belangrijker dat de verslaglegging in het huisartsinformatiesysteem op orde is.
EPD-scan
Maar hoe zit het eigenlijk met de kwaliteit van dat dossier? In hoeverre worden dossiers volgens de daarvoor bestaande richtlijn bijgehouden? Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) ontwikkelde de zogenoemde EPD-scan, die de kwaliteit van de registratie in het elektronisch patiëntendossier meet. Die scan is nu toegepast in de regio Twente, waar bijna honderd huisartsenpraktijken – die gebruikmaken van verschillende huisartsinformatiesystemen – zich de maat lieten nemen. De verslaglegging blijkt op sommige onderdelen goed overeen te komen en op andere sterk te verschillen, waardoor volledigheid en kwaliteit van de dossiers in het gedrang kunnen komen.
Registratiegedrag
Veel verschillen komen door het registratiegedrag van de huisarts zelf. NIVEL-onderzoeker Robert Verheij: “Bij sommige praktijken lijkt een patiënt bijvoorbeeld nog steeds medicijnen te slikken, terwijl het laatste recept al langer dan 6 maanden geleden is uitgeschreven. Dat kan leiden tot medicatiefouten. En ook in de registratie van allergieën en contra-indicaties blijkt veel variatie te bestaan. De ene praktijk registreert ze wel uitgebreid, de andere niet. Terwijl onvolledige registratie van allergieën tot ongewenste bijwerkingen kan leiden.” Een deel van de verschillen in de registratie is ook toe te schrijven aan de mogelijkheden en onmogelijkheden van de verschillende huisartsinformatiesystemen.
Vervolg
Na deze eerste meting gaan praktijken aan de slag om verbeteringen door te voeren en de dossiers op orde te brengen. Waar nodig krijgen ze daarbij hulp. Na afloop daarvan gaat het NIVEL opnieuw kijken naar de kwaliteit van de dossiervoering.
Met de in Twente opgedane ervaring wil het NIVEL – samen met het Nederlands Huisartsen Genootschap – de EPD-scan doorontwikkelen, zodat uiteindelijk huisartsen overal in Nederland de scan kunnen gebruiken voor het verbeteren van hun EPD.