Senior researcher Organisation and Quality of Healthcare, Person-centred Integrated Care
Publicatie
Publication date
Evaluatie FNO-programma Meer Veerkracht, Langer Thuis.
Verkaik, R., Hees, S. van, Mariën, V., Boeije, H., Rijken, M. Evaluatie FNO-programma Meer Veerkracht, Langer Thuis. Utrecht: Nivel, 2019. 168 p.
Download the PDF
De hoofddoelstelling van het programma Meer Veerkracht, Langer Thuis is alleenstaande ouderen, die zich in een kwetsbare situatie bevinden, zo vitaal mogelijk zo zelfstandig mogelijk te laten wonen. De programmaevaluatie laat zien dat het programma hiervoor belangrijke voorwaarden schept. Tevens geeft de evaluatie inzicht in de factoren die het succes van projecten voor deze ouderen beïnvloeden en geeft aanbevelingen op verschillende niveaus.
Voorwaarden
Het programma heeft in de eerste plaats een landelijke uitbreiding van het lokale aanbod van activiteiten voor ouderen gerealiseerd op het gebied van bewegen en sociale participatie. Met dit aanbod zijn ca. 37.000 ouderen bereikt. Minimaal 40 procent hiervan behoort naar schatting tot de primaire doelgroep van het programma (65+, alleenwonend, en met een of meer beperkingen). Dit is een schatting, omdat van de deelnemers niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat ze voldoen aan alle drie de kenmerken van de primaire doelgroep.
Door deelname aan de projecten is tussen de 25 en 50% van de ouderen meer gaan bewegen. Ook namen de ouderen vaker initiatief om mensen in de eigen buurt, wijk of woonplaats te ontmoeten. Projecten gericht op bewegen (bijvoorbeeld wandelinitiatieven) lijken hierbij meer resultaat te behalen dan participatieprojecten. Het programma levert in de tweede plaats veel kennis over activiteiten voor ouderen, zowel op projectniveau (o.a. methodiekbeschrijvingen) als meer generiek, zoals over het bereiken van ouderen voor activiteiten. In de derde plaats draagt het programma bij aan de huidige landelijke beweging gericht op het welzijn van ouderen, door samen te werken met verschillende landelijke partijen. Op het gebied van technologische oplossingen heeft het programma weinig toegevoegd.
Een belangrijke factor voor het slagen van projecten en activiteiten is het actief betrekken van ouderen zelf. Met name voor de werving van deelnemers blijkt mond-tot-mond reclame door ouderen essentieel. Daarnaast zijn het enthousiasme en de gedrevenheid van de initiatiefnemers van de projecten noodzakelijk. Zelfs als een project grotendeels door ouderen wordt uitgevoerd, zijn professionals en bijbehorende financiering nodig. Voor borging en opschaling van activiteiten zijn initiatiefnemers en professionals ook de meest belangrijke factoren, naast financiële middelen en draagvlak. Belemmerend voor borging en opschaling zijn de vaak moeizame en langdurige trajecten bij gemeenten en/of zorgverzekeraars. Het slagen van het programma Meer Veerkracht, Langer Thuis is volgens betrokkenen mede te danken aan de programmatische aanpak, die onder meer voor verbondenheid zorgt tussen de verschillende projecten.
Belangrijkste aanbevelingen programmaevaluatie
Stimuleer de ontwikkeling van beweegactiviteiten voor ouderen. Ouderen hebben behoefte aan beweegactiviteiten in georganiseerd verband en deze beweegactiviteiten lijken ook de meeste meerwaarde te hebben voor kwaliteit van leven. Heb speciale aandacht voor alleenstaande ouderen (65+) met mentale gezondheidsproblemen. Zij lijken namelijk het meest kwetsbaar. Stimuleer tevens ontschotting binnen gemeenten en stimuleer samenwerking tussen lokale aanbieders op het gebied van zorg en welzijn.
Zorg voor financiering van professionals voor projectleiding, ondersteuning en continuïteit van de projecten. Professionals spelen een centrale rol in projecten voor ouderen, ook wanneer activiteiten grotendeels door vrijwilligers en/of ouderen zelf worden opgezet en uitgevoerd. Betrek daarnaast ouderen veelvuldig bij de opzet en uitvoering van projecten en activiteiten.
Gebruikte methoden
De programmaevaluatie is tussen maart 2017 en juli 2019 uitgevoerd door het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidzorg (Nivel) in opdracht van vermogensfonds FNO. Hierbij is gebruik gemaakt van een mixed methods design, waarbij verschillende kwalitatieve en kwantitatieve methoden zijn gecombineerd. De programmaevaluatie werd begeleid door een onafhankelijke begeleidingscommissie. (aut. ref.)
Voorwaarden
Het programma heeft in de eerste plaats een landelijke uitbreiding van het lokale aanbod van activiteiten voor ouderen gerealiseerd op het gebied van bewegen en sociale participatie. Met dit aanbod zijn ca. 37.000 ouderen bereikt. Minimaal 40 procent hiervan behoort naar schatting tot de primaire doelgroep van het programma (65+, alleenwonend, en met een of meer beperkingen). Dit is een schatting, omdat van de deelnemers niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat ze voldoen aan alle drie de kenmerken van de primaire doelgroep.
Door deelname aan de projecten is tussen de 25 en 50% van de ouderen meer gaan bewegen. Ook namen de ouderen vaker initiatief om mensen in de eigen buurt, wijk of woonplaats te ontmoeten. Projecten gericht op bewegen (bijvoorbeeld wandelinitiatieven) lijken hierbij meer resultaat te behalen dan participatieprojecten. Het programma levert in de tweede plaats veel kennis over activiteiten voor ouderen, zowel op projectniveau (o.a. methodiekbeschrijvingen) als meer generiek, zoals over het bereiken van ouderen voor activiteiten. In de derde plaats draagt het programma bij aan de huidige landelijke beweging gericht op het welzijn van ouderen, door samen te werken met verschillende landelijke partijen. Op het gebied van technologische oplossingen heeft het programma weinig toegevoegd.
Een belangrijke factor voor het slagen van projecten en activiteiten is het actief betrekken van ouderen zelf. Met name voor de werving van deelnemers blijkt mond-tot-mond reclame door ouderen essentieel. Daarnaast zijn het enthousiasme en de gedrevenheid van de initiatiefnemers van de projecten noodzakelijk. Zelfs als een project grotendeels door ouderen wordt uitgevoerd, zijn professionals en bijbehorende financiering nodig. Voor borging en opschaling van activiteiten zijn initiatiefnemers en professionals ook de meest belangrijke factoren, naast financiële middelen en draagvlak. Belemmerend voor borging en opschaling zijn de vaak moeizame en langdurige trajecten bij gemeenten en/of zorgverzekeraars. Het slagen van het programma Meer Veerkracht, Langer Thuis is volgens betrokkenen mede te danken aan de programmatische aanpak, die onder meer voor verbondenheid zorgt tussen de verschillende projecten.
Belangrijkste aanbevelingen programmaevaluatie
Stimuleer de ontwikkeling van beweegactiviteiten voor ouderen. Ouderen hebben behoefte aan beweegactiviteiten in georganiseerd verband en deze beweegactiviteiten lijken ook de meeste meerwaarde te hebben voor kwaliteit van leven. Heb speciale aandacht voor alleenstaande ouderen (65+) met mentale gezondheidsproblemen. Zij lijken namelijk het meest kwetsbaar. Stimuleer tevens ontschotting binnen gemeenten en stimuleer samenwerking tussen lokale aanbieders op het gebied van zorg en welzijn.
Zorg voor financiering van professionals voor projectleiding, ondersteuning en continuïteit van de projecten. Professionals spelen een centrale rol in projecten voor ouderen, ook wanneer activiteiten grotendeels door vrijwilligers en/of ouderen zelf worden opgezet en uitgevoerd. Betrek daarnaast ouderen veelvuldig bij de opzet en uitvoering van projecten en activiteiten.
Gebruikte methoden
De programmaevaluatie is tussen maart 2017 en juli 2019 uitgevoerd door het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidzorg (Nivel) in opdracht van vermogensfonds FNO. Hierbij is gebruik gemaakt van een mixed methods design, waarbij verschillende kwalitatieve en kwantitatieve methoden zijn gecombineerd. De programmaevaluatie werd begeleid door een onafhankelijke begeleidingscommissie. (aut. ref.)