Senior researcher Healthcare System and Governance
Publicatie
Publication date
Op naar meerwaarde! eHealth-monitor 2014.
Krijgsman, J., Peeters, J., Burghouts, A., Brabers, A., Jong, J. de, Beenkens, F., Friele, R., Gennip, L. van. Op naar meerwaarde! eHealth-monitor 2014. Den Haag/Utrecht: Nictiz, NIVEL, 2014. 157 p.
Download the PDF
Nederlandse patiënten zijn in vergelijking met vorig jaar beter op de hoogte van het bestaan van eHealth-mogelijkheden bij hun zorgverleners. Voorbeelden zijn online herhaalrecepten aanvragen of vragen stellen aan de dokter via e-mail. Nederlandse artsen maken in vergelijking met vorig jaar nog meer gebruik van elektronische dossiervoering. Voor patiënten en zorgverleners zijn de voordelen van sommige eHealth-toepassingen nog onduidelijk. Voor een succesvolle eHealth-toepassing is een goede balans nodig tussen de investering (in geld en tijdsinspanning) en het resultaat (betere zorg, gemak en financiële vergoeding). Dit blijkt uit de vandaag verschenen eHealth-monitor 2014. De eHealth-monitor is een op initiatief van minister Schippers (VWS) door Nictiz en het NIVEL uitgevoerd onderzoek, dat beschikbaarheid en gebruik van eHealth-toepassingen door patiënten en zorgverleners volgt. Aan de eHealth-monitor hebben dit jaar voor het eerst ook verpleegkundigen en verzorgenden meegewerkt.
Enkele resultaten en conclusies
Van de Nederlandse zorggebruikers maakt 93% gebruik van internet. 65% zoekt zelf informatie over zijn ziekte of behandeling op internet en 50% zoekt informatie over voeding en bewegen. 13% van de zorggebruikers zegt in 2014 bij zijn huisarts online afspraken te kunnen maken (7% in 2013) en 30% zegt online herhaalrecepten aan te kunnen vragen (21% in 2013). 98% van de huisartsen (93% in 2013) en 75% van de medisch specialisten (66% in 2013) houdt het patiëntendossier vooral elektronisch bij. 41% van de verpleegkundigen en verzorgenden ervaart belemmeringen bij de inzet van ICT in het werk en 52% wil meer betrokken worden bij nieuwe ICT-toepassingen.
Veel minder mensen gebruiken vormen van eHealth voor zelfmanagement. Zo hield slechts 3% van de zorggebruikers zelf online gegevens over doktersbezoek of behandelingen bij. 9% van de mensen die een dokter bezocht hield zelf online gezondheidsgegevens bij en 12% hield in 2014 zijn lichamelijke activiteit online bij, bijvoorbeeld met behulp van een stappenteller. De eHealth-monitor 2014 wijst uit dat patiënten maar in beperkte mate op de hoogte zijn van de mogelijkheden die hun artsen aanbieden voor online communicatie.
Dr. Lies van Gennip, directeur van Nictiz vat samen: “Deze eHealth-monitor wijst onder meer uit dat zorggebruikers en zorgverleners niet altijd goed op de hoogte zijn van elkaars wensen en behoeften. Sommige artsen twijfelen er bijvoorbeeld aan of hun patiënten behoefte hebben online hun dossier in te zien. Tegelijkertijd wijst het onderzoek uit dat sommige patiënten juist hun arts juist terughoudend vinden in het online inzage geven in het dossier. Ongeveer de helft van de zorggebruikers zou zijn dossier online in willen zien en de helft van de huisartsen zegt wel online inzage te willen geven in de voorgeschreven medicatie van hun patiënten. Het ligt voor de hand dat als zorggebruikers en zorgverleners beter van elkaar weten wat zij willen en kunnen, de gewenste eHealth-toepassingen eerder beschikbaar zullen zijn.”
Prof. dr. ir. Roland Friele, adjunct-directeur van het NIVEL: “We zien dat eHealth op de werkvloer nog niet altijd 'plug and play' is. Verpleegkundigen merken dat de techniek niet altijd goed werkt, bijvoorbeeld doordat er geen wifi-verbinding is op de plek waar ze werken. Daarnaast hebben ze meer behoefte aan goede training en technische begeleiding bij invoering van eHealth. Het is belangrijk om de mensen die eHealth-toepassingen gaan gebruiken goed te betrekken bij de planvorming en invoering. Dat geldt ook voor verpleegkundigen.”
Over de eHealth-monitor
De eHealth-monitor geeft over de jaren 2013, 2014 en 2015 inzicht in de ontwikkeling en het gebruik van ICT om gezondheid en de gezondheidszorg te ondersteunen en verbeteren. Deze onafhankelijke informatie is bestemd voor politiek, beleidsmakers en beslissers in de Nederlandse gezondheidszorg. De uitkomsten van het onderzoek staan in een uitgebreid onderzoeksrapport, een tabellenbijlage en in een infographic. In de eHealth-monitor is gekeken naar vier vormen van eHealth: zelf op internet zoeken en bijhouden van gezondheidsinformatie door patiënten, online contact tussen patiënt en arts, dossiervoering door artsen en het elektronisch kunnen delen van patiëntinformatie tussen behandeld artsen onderling.
Nictiz is het nationaal expertisecentrum voor ICT in de zorg
Enkele resultaten en conclusies
Van de Nederlandse zorggebruikers maakt 93% gebruik van internet. 65% zoekt zelf informatie over zijn ziekte of behandeling op internet en 50% zoekt informatie over voeding en bewegen. 13% van de zorggebruikers zegt in 2014 bij zijn huisarts online afspraken te kunnen maken (7% in 2013) en 30% zegt online herhaalrecepten aan te kunnen vragen (21% in 2013). 98% van de huisartsen (93% in 2013) en 75% van de medisch specialisten (66% in 2013) houdt het patiëntendossier vooral elektronisch bij. 41% van de verpleegkundigen en verzorgenden ervaart belemmeringen bij de inzet van ICT in het werk en 52% wil meer betrokken worden bij nieuwe ICT-toepassingen.
Veel minder mensen gebruiken vormen van eHealth voor zelfmanagement. Zo hield slechts 3% van de zorggebruikers zelf online gegevens over doktersbezoek of behandelingen bij. 9% van de mensen die een dokter bezocht hield zelf online gezondheidsgegevens bij en 12% hield in 2014 zijn lichamelijke activiteit online bij, bijvoorbeeld met behulp van een stappenteller. De eHealth-monitor 2014 wijst uit dat patiënten maar in beperkte mate op de hoogte zijn van de mogelijkheden die hun artsen aanbieden voor online communicatie.
Dr. Lies van Gennip, directeur van Nictiz vat samen: “Deze eHealth-monitor wijst onder meer uit dat zorggebruikers en zorgverleners niet altijd goed op de hoogte zijn van elkaars wensen en behoeften. Sommige artsen twijfelen er bijvoorbeeld aan of hun patiënten behoefte hebben online hun dossier in te zien. Tegelijkertijd wijst het onderzoek uit dat sommige patiënten juist hun arts juist terughoudend vinden in het online inzage geven in het dossier. Ongeveer de helft van de zorggebruikers zou zijn dossier online in willen zien en de helft van de huisartsen zegt wel online inzage te willen geven in de voorgeschreven medicatie van hun patiënten. Het ligt voor de hand dat als zorggebruikers en zorgverleners beter van elkaar weten wat zij willen en kunnen, de gewenste eHealth-toepassingen eerder beschikbaar zullen zijn.”
Prof. dr. ir. Roland Friele, adjunct-directeur van het NIVEL: “We zien dat eHealth op de werkvloer nog niet altijd 'plug and play' is. Verpleegkundigen merken dat de techniek niet altijd goed werkt, bijvoorbeeld doordat er geen wifi-verbinding is op de plek waar ze werken. Daarnaast hebben ze meer behoefte aan goede training en technische begeleiding bij invoering van eHealth. Het is belangrijk om de mensen die eHealth-toepassingen gaan gebruiken goed te betrekken bij de planvorming en invoering. Dat geldt ook voor verpleegkundigen.”
Over de eHealth-monitor
De eHealth-monitor geeft over de jaren 2013, 2014 en 2015 inzicht in de ontwikkeling en het gebruik van ICT om gezondheid en de gezondheidszorg te ondersteunen en verbeteren. Deze onafhankelijke informatie is bestemd voor politiek, beleidsmakers en beslissers in de Nederlandse gezondheidszorg. De uitkomsten van het onderzoek staan in een uitgebreid onderzoeksrapport, een tabellenbijlage en in een infographic. In de eHealth-monitor is gekeken naar vier vormen van eHealth: zelf op internet zoeken en bijhouden van gezondheidsinformatie door patiënten, online contact tussen patiënt en arts, dossiervoering door artsen en het elektronisch kunnen delen van patiëntinformatie tussen behandeld artsen onderling.
Nictiz is het nationaal expertisecentrum voor ICT in de zorg
Gegevensverzameling