Senior researcher Professions in Healthcare and Manpower Planning
Publicatie
Maakt de POH het verschil in de huisartsenpraktijk? Arbeidsdeling tussen kwaliteit en werklast? De invloed van de POH op de werklast en kwaliteit in de huisartsenpraktijk.
Schepman, S., Velden, L. van der, Hansen, J., Batenburg, R., Verheij, R. Maakt de POH het verschil in de huisartsenpraktijk? Arbeidsdeling tussen kwaliteit en werklast? De invloed van de POH op de werklast en kwaliteit in de huisartsenpraktijk.: , 2009.
Read online
Context
Dit artikel gaat over de gevolgen van de introductie van de praktijkondersteuners huisarts (POH) in de huisartsenpraktijk. POH’s worden als nieuwe beroepsgroep sinds 2000 opgeleid, met als doel werklastvermindering voor de huisarts en kwaliteitsbevordering van de huisartsenzorg.
Doel
Het artikel beschrijft eerst wat er bekend is over de introductie van de POH en het bereiken van de genoemde doelen. Daarna wordt een aantal hypothesen geformuleerd die specificeren welke gevolgen van de introductie van de POH nu het meest te verwachten zijn, in termen van werklast van de huisartspraktijk, de productiviteit van de huisarts en de kwaliteit van de huisartsenzorg bezien vanuit de patiënt.
Methode
Deze hypothesen zijn getoetst door gegevens over huisartspraktijken in Nederland met en praktijken zonder POH’s te vergelijken. Hiervoor zijn ten eerste secundaire analyses uitgevoerd op de NIVEL-huisartsenregistratie die landelijk representatieve gegevens bevat over meer dan 3.300 huisartsenpraktijken in Nederland. Ten tweede zijn analyses uitgevoerd op gegevens uit het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH), een panel van 82 huisartspraktijken. Hieruit zijn gedetailleerde gegevens af te leiden over de omvang en aard patiëntcontacten per jaar, en welke daarvan door de huisarts en de POH zijn gedaan.
Resultaten
Uit deze bronnen blijkt dat er in 2007 ongeveer 3.000 POH’s werkzaam waren in 2.600 praktijken in Nederland. Zij werken vooral in de grotere huisartspraktijken en nemen gemiddeld 7% van de face-to-face contacten voor hun rekening. In praktijken met een POH staan meer patiënten per huisarts ingeschreven en deze patiëntenpopulatie is ook complexer wat betreft chronische aandoeningen. De algehele arbeidsproductiviteit van de huisarts in een praktijk met POH niet significant hoger dan in een praktijk zonder POH. Opvallend is echter dat in praktijken met een POH de huisarts significant meer contact heeft met chronische patiënten. Ten aanzien van deze patiëntengroep lijkt er niet zozeer sprake te zijn van substitutie (taakherschikking van de huisarts naar de POH), maar een algehele intensivering van (face to face) contacten. Dit laatste verhoogt de kwaliteit van de huisartsenzorg voor deze patiëntengroep. (aut. ref.)
Dit artikel gaat over de gevolgen van de introductie van de praktijkondersteuners huisarts (POH) in de huisartsenpraktijk. POH’s worden als nieuwe beroepsgroep sinds 2000 opgeleid, met als doel werklastvermindering voor de huisarts en kwaliteitsbevordering van de huisartsenzorg.
Doel
Het artikel beschrijft eerst wat er bekend is over de introductie van de POH en het bereiken van de genoemde doelen. Daarna wordt een aantal hypothesen geformuleerd die specificeren welke gevolgen van de introductie van de POH nu het meest te verwachten zijn, in termen van werklast van de huisartspraktijk, de productiviteit van de huisarts en de kwaliteit van de huisartsenzorg bezien vanuit de patiënt.
Methode
Deze hypothesen zijn getoetst door gegevens over huisartspraktijken in Nederland met en praktijken zonder POH’s te vergelijken. Hiervoor zijn ten eerste secundaire analyses uitgevoerd op de NIVEL-huisartsenregistratie die landelijk representatieve gegevens bevat over meer dan 3.300 huisartsenpraktijken in Nederland. Ten tweede zijn analyses uitgevoerd op gegevens uit het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH), een panel van 82 huisartspraktijken. Hieruit zijn gedetailleerde gegevens af te leiden over de omvang en aard patiëntcontacten per jaar, en welke daarvan door de huisarts en de POH zijn gedaan.
Resultaten
Uit deze bronnen blijkt dat er in 2007 ongeveer 3.000 POH’s werkzaam waren in 2.600 praktijken in Nederland. Zij werken vooral in de grotere huisartspraktijken en nemen gemiddeld 7% van de face-to-face contacten voor hun rekening. In praktijken met een POH staan meer patiënten per huisarts ingeschreven en deze patiëntenpopulatie is ook complexer wat betreft chronische aandoeningen. De algehele arbeidsproductiviteit van de huisarts in een praktijk met POH niet significant hoger dan in een praktijk zonder POH. Opvallend is echter dat in praktijken met een POH de huisarts significant meer contact heeft met chronische patiënten. Ten aanzien van deze patiëntengroep lijkt er niet zozeer sprake te zijn van substitutie (taakherschikking van de huisarts naar de POH), maar een algehele intensivering van (face to face) contacten. Dit laatste verhoogt de kwaliteit van de huisartsenzorg voor deze patiëntengroep. (aut. ref.)
Gegevensverzameling