Afgesloten
2009

Onbehandelde angst en depressie: naar een identificatie van risicogroepen, 2008-2009

Duur: juni 2008 - mrt 2009

Achtergrond
De meest voorkomende psychische stoornissen zijn stemmingsstoornissen, angststoornissen en stoornissen die met alcoholgebruik te maken hebben. Veel van deze stoornissen blijven onbehandeld. Dat is jammer, want veelal zijn er goede behandelmogelijkheden aanwezig. Weinig aandacht is tot op heden besteed aan ideeën en motieven van patiënten die maken dat ze geen behandeling zoeken.
In dit onderzoek staat het perspectief van de patiënt centraal en proberen we vast te stellen welke redenen patiënten aanvoeren om bepaalde hulp niet te vragen. Ook gaan we na welke hulp patiënten die geen behandeling gekregen hebben, gemist hebben. Deze aspecten zullen betrokken worden bij het vaststellen van de groep patiënten op wie eventuele extra aandacht gericht moet worden, om die toch hulp aan te bieden.

Onderzoeksvragen
We willen in dit onderzoek nagaan:
1. om welke verschillende redenen mensen met psychische klachten niet behandeld willen worden,
2. wat de psychische en psychosociale toestand van onbehandelde mensen is, vergeleken met de toestand van mensen die wel behandeld worden,
3. wat de consequenties op langere termijn zijn van het niet behandeld worden,
4. wat de kenmerken zijn van onbehandelde mensen met angst of depressie, die achteraf gezien wel behandeld hadden moeten worden, gegeven hun verslechterde toestand.

Methode
De eerste twee vragen beantwoorden we door cross-sectionele analyse van gegevens die in de baseline meting van het NESDA onderzoek zijn verzameld (zie GGZ 005). In dit onderzoek is bij 743 personen uit het eerstelijns sample vastgesteld dat er sprake is van een DSM-IV stoornis angst of depressie. In de vragenlijsten en interviews zijn o.a. de redenen van niet ontvangen van zorg geïnventariseerd alsmede een aantal indicatoren van psychische en psychosociale toestand (ernst van psychische aandoening, comorbiditeit, functionele status).
Om de derde vraag te beantwoorden gebruiken we gegevens van de eerste follow-up meting, waarin na één jaar opnieuw de psychische status van de deelnemers is vastgesteld. Ter beantwoording van vraag 4) kunnen we gebruik maken van een groot aantal determinanten ( socio-demografische gegevens, persoonlijkheidsindicatoren, geg. Betreffende sociale steun) die in de baseline meting verzameld zijn.

Resultaten
1. Inzicht in de mate waarin niet behandeld worden van psychische problemen een bewuste keus is of voortvloeit uit relatief goede toestand van onbehandelde mensen.
2. Inzicht in de consequenties op langere termijn van niet behandeld worden.
3. Inzicht in de kenmerken van personen die er baat bij zouden hebben om gericht opgespoord te worden om alsnog behandeld te worden.

Dit project wordt gesubsidieerd door
Fonds Psychische Gezondheid