Publicatie

Publicatie datum

Apotheek service punten in Nederland: opzet, ontwikkeling en functioneren.

Adam, S.G.M., Hutten, J.B.F. Apotheek service punten in Nederland: opzet, ontwikkeling en functioneren. Utrecht/Nieuwegein: NIVEL, Stichting Bedrijfsfonds Apotheken, 1999. 55 p.
Download de PDF
Sinds 1995 is een aantal projecten gestart om de overdracht van de farmaceutische zorg tussen de eerste en tweede lijn te verbeteren. Een aantal van deze Apotheek Service Punten (APS-en, ook wel aangeduid als ‘farmaceutische overdrachtsbalies', ‘transmurale steunpunten' of ‘farmaceutische thuiszorg') heeft van de Stichting Bedrijfsfonds Particulieren (SBA) een startsubsidie ontvangen, incidenteel aangevuld met een projectsubsidie. De ondersteuning door de SBA was enerzijds bedoeld om meer werkgelegenheid voor apothekersassistenten te creëren, anderzijds om de kwaliteit van de farmaceutische zorg te vernieuwen en meer zorg op maat te leveren.
Het doel van de apotheek servicepunten is de informatieoverdracht rondom genees- en hulpmiddelen bij opname en ontslag van patiënten in, respectievelijk uit, het ziekenhuis beter te regelen. Op het ogenblik zijn er 33 APS-en en hebben 34 ziekenhuizen plannen in een vergevorderd stadium voor de oprichting van een APS. De APS-en zijn in ziekenhuizen gevestigd. Meestal worden de personeels- kosten gedragen door de openbare apothekers en de materiële kosten door de ziekenhuizen. Het initiatief voor de oprichting van een apotheek servicepunt komt meestal van de openbare apothekers of de openbare apothekers en de ziekenhuisapothekers gezamenlijk. Er zijn verschillende aanleidingen: het veelvuldig voorkomen van fouten en onduidelijkheden in de ontslagmedicatie, de behoefte aan verbetering van de communicatie tussen eerste en tweede lijn , de vrijdagmiddagdrukte in de openbare apotheken en de dreiging van de postorder- farmacie.
De meeste apotheek servicepunten richten zich op de overdracht van de ontslag- medicatie naar de openbare apotheek. Zij zijn intermediair tussen apotheek en specialist. Veel minder APS-en vragen ook bij opname de medicatiehistorie op, maar ook hiervoor worden plannen ontwikkeld. De meeste servicepunten richten zich op de informatie uitwisseling tussen de hulpverleners. Het aantal dat zich ook bezighoudt met informatievoorziening aan patiënten is veel kleiner. Opmerkelijk is dat de rol van huisartsen bij de activiteiten van de APS-en betrekkelijk klein is. Slechts één op de drie servicepunten heeft tot taak bij ontslag van de patiënt diens huisarts over de ontslagmedicatie te informeren.
De overdracht van de ontslagmedicatie aan de openbare apotheek wordt door de activiteiten van een APS aanmerkelijk verbeterd. Niet alleen zijn de problemen en onduidelijkheden sterk verminderd, maar ook is de dienstverlening jegens de patiënt aanzienlijk verbeterd. De openbare apotheek krijgt nu vroegtijdig de ontslagmedicatie toe gefaxt, waardoor hij kan zorgen dat deze bij ontslag uit het ziekenhuis klaarstaat of bezorgd kan worden. Verder hoeven de medisch specialisten vaak geen recepten meer te schrijven: zij krijgen een overzicht van de actuele medicatie, waarop zij kunnen aangeven welke medicatie voortgezet moet worden. Dit overzicht wordt ondertekend door de specialist en vervolgens naar de openbare apotheek gefaxt, waar het als recept fungeert. Een probleem hierbij is dat sommige specialisten niet meewerken. In het algemeen vindt men echter dat de samenwerking tussen eerstelijns- en tweedelijnszorgverleners is verbeterd.
Soms worden de kosten van het APS als een belemmerend element gezien: deze bepalen immers hoeveel uur per dag het APS geopend is. Als het te kort geopend is, wordt de bereikbaarheid ervan voor alle betrokkenen te gering.
De subsidie die een aantal apotheekservicepunten van het SBA heeft ontvangen, maakte de start van het servicepunt wel gemakkelijker, maar bleek geen essentiële voorwaarde voor het slagen ervan.