Publicatie

Publicatie datum

Behandeling van klachten vanuit de lage rug in de eerste lijn.

Flinterman, L., Schers, H., Schermer, T. Behandeling van klachten vanuit de lage rug in de eerste lijn. Utrecht: Nivel, 2019. 56 p.
Download de PDF
Een grote groep Nederlanders krijgt jaarlijks te maken met klachten vanuit de lage rug. De zorg voor deze patiënten vindt grotendeels plaats binnen de eerste lijn bij de huisarts en de fysiotherapeut. In dit onderzoek wordt er gekeken naar de zorg voor deze patiënten in de eerste lijn aan de hand van drie thema’s: Diagnostiek en Behandeling, Evaluatie en Controle, en Verwijzingen. Met behulp van deze thema’s wordt de zorg voor deze patiënten in beeld gebracht voor de periode 2013-2018.

Dit onderzoek is uitgevoerd met behulp van twee databronnen: routinematig verzamelde gegevens van huisartsen en fysiotherapeuten uit Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn en dossieronderzoek bij huisartsenpraktijken die deelnemen aan het Radboudumc Academisch Huisartsen Netwerk . De routinematig verkregen gegevens van Nivel Zorgregistraties Eerste Lijn vormden de leidraad. Daar waar onderzoeksvragen betrekking hadden op gegevens die niet gecodeerd worden vastgelegd werden gegevens verkregen uit dossiers van het Radboudumc Academisch Huisartsen Netwerk.

Dit onderzoek laat zien dat er in de zorg voor patiënten met klachten vanuit de lage rug in de afgelopen 5 jaar weinig is veranderd. De manier van diagnose stellen en de behandeling zijn vergelijkbaar gebleven, evenals het percentage patiënten dat extra evaluaties heeft bij de huisarts. Bij de verwijzingen is er mogelijk een lichte stijging van het aantal verwijzingen. De oorzaak daarvan hebben we in dit onderzoek niet onderzocht, maar het is zeker mogelijk dat deze stijging een logische oorzaak heeft zoals bijvoorbeeld vergrijzing van de bevolking.

Bij patiënten met klachten vanuit de lage rug is er over de tijd een stijging te zien in het aantal voorschriften voor opioïden. Deze stijging is vergelijkbaar met de landelijke toename in het voorschrijven van opioïden. Daarnaast vragen huisartsen bij ongeveer 10-15% van de patiënten beeldvormende diagnostiek (vooral röntgenfoto’s) van de lage rug aan, terwijl dit volgens de richtlijnen niet zinvol is. Om uit te zoeken waarom deze röntgenfoto’s worden gemaakt, zou verder onderzoek nodig zijn. Tenslotte valt op dat een steeds groter deel van de patiënten de fysiotherapeut bezoekt voor klachten vanuit de lage rug zonder een formele verwijzing door de huisarts.

Alles bij elkaar geven de resultaten van dit onderzoek veel inzicht in de zorg voor patiënten met klachten vanuit de lage rug in de eerste lijn en daarmee mogelijke handvatten voor hoe de zorg voor deze patiënten verbeterd kan worden en/of onnodige zorgkosten vermeden. De resultaten van het onderzoek zijn echter kwantitatief van aard; omdat huisartsen samen met patiënten een afweging maken over de zorg die zij inzetten, verdient het aanbeveling om door middel van gericht kwalitatief onderzoek nader verdiepend inzicht te krijgen.

Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de verdiepingsfase van ziekten van het zenuwstelsel binnen het programma Zinnige Zorg van het Zorginstituut Nederland. (aut. ref.)