Chronisch zieken over arbocuratieve samenwerking.

Slechts 16% van de chronisch zieken die contact hebben met een bedrijfsarts, zegt dat deze heeft overlegd met hun huisarts (arbocuratieve samenwerking). Volgens de ondervraagden leidt zulk overleg vooral tot meer inzicht en betere adviezen van de bedrijfsarts en tot meer begrip bij de werkgever, maar niet tot korter ziekteverzuim of minder gezondheidsklachten.

Dit blijkt uit onderzoek van het Patiëntenpanel Chronisch Zieken (PPCZ), een landelijk representatief panel van 2000 mensen met chronische somatische aandoeningen van 15 jaar en ouder. Uit dit panel zijn voor dit onderzoek alleen panelleden betrokken van 15-64 jaar, die betaald werk verrichten (n=565) of die minder dan 5 jaar geleden gestopt zijn met werken (n=85).

In de sociaal-medische begeleiding van werknemers met gezondheidsklachten wordt een goede samenwerking tussen bedrijfsarts en huisarts gezien als belangrijke voorwaarde om onnodig lang ziekteverzuim of WAO-instroom te voorkomen. In de praktijk blijken bedrijfsartsen en huisartsen echter maar weinig overleg te voeren met elkaar. Gemiddeld hebben huisartsen zo'n twee keer per maand contact met een bedrijfsarts. In meer dan 80% van de gevallen neemt de bedrijfsarts daartoe het initiatief.

Er zijn daarom verschillende projecten gestart om arbocuratieve samenwerking te bevorderen. Uit NIVEL onderzoek blijkt dat huisartsen en bedrijfsartsen sinds 2001 nauwelijks meer zijn gaan samenwerken. Het Patiëntenpanel Chronisch Zieken wordt uitgevoerd door het NIVEL, met financiële ondersteuning van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Inspectie voor de Volksgezondheid.