Publicatie

Publicatie datum

Continue Morbiditeits Registratie Peilstations Nederland 2002

Bartelds, A.I.M. Continue Morbiditeits Registratie Peilstations Nederland 2002 Utrecht: NIVEL, 2003. 183 p.
Download de PDF
Waterpokken komt steeds vaker voor onder de leeftijd van vijf jaar. Mogelijk speelt de kinderopvang in groepen daar een rol bij. Hierdoor komen kinderen op jongere leeftijd vaker en intensiever met elkaar in contact.

Vrouwen die voor de tweede of volgende maal zwanger zijn, lopen daardoor meer risico met waterpokken in aanraking te komen.
De ziekte is vooral gevaarlijk voor pasgeborenen, als hun moeder in de periode rond de bevalling de ziekte krijgt. De vraag of tegen waterpokken ingeënt moet gaan worden is daarmee urgenter geworden. Negentig procent van de volwassenen heeft als kind waterpokken gehad en is daardoor immuun voor deze ziekte. In 2002 meldden zich zo'n 51.500 mensen met waterpokken bij hun huisarts. In 2000 waren dat er nog 32.000.
Dit blijkt uit de jaarcijfers van de Continue Morbiditeitsregistratie (CMR) Peilstations van het NIVEL.
Aan deze registratie dragen 44 huisartsenpraktijken bij, die op verzoek van het NIVEL een aantal aandoeningen en verrichtingen in hun praktijk registreren. Het gaat vaak om onderwerpen waarover deze peilstation-artsen aanvullende informatie verzamelen die meestal niet in andere registraties wordt vastgelegd. Het jaarrapport van deze CMR peilstations gaat niet in op oorzaken van gesignaleerde trends, maar levert basisgegevens voor verder onderzoek.
De huisarts zit als een spin in het web van de Nederlandse gezondheidszorg. Door hun poortwachterfunctie zijn huisartsen goed in staat om actuele feiten en cijfers te leveren. In de Continue Morbiditeits Registratie (CMR) Peilstations van het NIVEL doen zij dat ook.
Uit de cijfers van de CMR Peilstations blijkt bijvoorbeeld ook dat Nederland in 2002 een mild griepjaar had met zo'n 253.000 griepgevallen (157 per 10.000 inwoners). In 1993 was dit nog 772.500. Kinkhoest zit met 6.500 patiënten in 2002 zelfs weer iets onder het niveau van 1998 (4 per 10.000 inwoners). Gastro-enteritis (acute 'buikgriep') blijft wel toenemen, van 93.000 in 1996 naar 162.500 in 2002 (104 per 10.000 inwoners). Het aantal suïcide(pogingen) is de afgelopen tien jaar min of meer constant gebleven en lag in 2002 op 6.500 (4 per 10.000 inwoners).
Het CMR-registratieonderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VWS en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. In de 44 huisartsenpraktijken (met in totaal 65 huisartsen) die aan het project meewerken, houden de huisartsen wekelijks bij hoeveel nieuwe patiënten zij hebben gezien met een bepaalde aandoening. Hun patiëntenpopulatie bestrijkt ca. 1% van de Nederlandse bevolking, en is representatief qua geografische spreiding en verstedelijking. In 2002 werden de volgende onderwerpen bijgehouden (tussen haakjes staat het jaar waarin dat onderwerp voor de eerste keer werd opgenomen): Acute respiratoire infecties (2001), Angst voor AIDS (1988), Depressie (2000), Diabetes Mellitus (2000), Eetstoornissen (1985), Euthanasieverzoeken (1976), Gastro-enteritis (1996), GGZ (2001), Influenza(-achtig ziektebeeld) (1970), Kinkhoest (1998), Neuraminidaseremmer voorgeschreven (2000), Prostaatlijden (1997), Suïcide(pogingen) (1979), Waterpokken (2000), en Urethritis bij man (1992).
In 2003 verdwijnen van deze lijst: Depressie, Diabetes Mellitus en Prostaatlijden. De volgende onderwerpen worden in 2003 toegevoegd: Consult i.v.m. rookverslaving, Milieu gerelateerde gezondheidsklacht, Ongewenste zwangerschap, en Seksuele problematiek en seksueel geweld.