De invloed van huisartsen in de tweede lijn.

Kersten stelt in zijn proefschrift 'De invloed van huisartsen in de tweedelijn' dat huisartsen minder met specialisten samnewerken dan ze, ook naar de mening van de huisarts zelf, zouden moeten doen. Zo doen huisartsen slechts in 29% van de gevallen een procedure voorstel aan de internist. Wanneer de patient eenmaal is opgenomen, overeggen huisartsen nauwelijks met specialisten. Slechts in 5% van de gevallen overlegt de huisarts tijdens het verblijf van de patient in het ziekenhuis met de specialist en in 4% van de gevallen doet hij dit min of meer met het oog op ontslag of nazorg. Het streven naar continue zorg door invloed van de huisarts op de tweedelijnsbehandeling kan een kostenbesparing met zich mee brengen voor de totaal aangeboden zorg. Op het niveau van de beroepsgroep lijkt dit van vitaal belang voor de positie van de huisarts. Het raakt aan de kern van het huisartsenvak: de huisarts is de generalist in de hulpverlening. (aut. ref.)