Publicatie

De opmars van POH-GGZ.

Verhaak, P., Beljouw, I. van, Have, J. ten. De opmars van POH-GGZ. Tijdschrift voor Praktijkondersteuning: 2010, 5(5), p. 130-134.
Achtergrond: Omdat huisartsen behoefte hadden aan ondersteuning bij signalering, vraagverheldering en eventuele doorgeleiding naar de meest aangewezen hulp van psychische problemen, is in 2008 de inzet mogelijk gemaakt van de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg (POH-GGZ). In dit onderzoek gaan we na hoe de POH-GGZ na twee jaar functioneert. Methode: Online enquête onder alle POH’s-GGZ waarvan de naam achterhaald kon worden via de ROS’en (Regionale Ondersteuningsstructuren voor de eerste lijn). Respons: 64%. De vragenlijst betreft de geografische spreiding over Nederland, inbedding van de POH-GGZ, opleiding en takenpakket, werkbelasting, knelpunten, en positieve punten of uitdagingen. Resultaten: Ongeveer een op de acht huisartsen in Nederland werkte eind 2009 samen met een POH-GGZ; daarnaast hadden ze veelal ook samenwerkingsafspraken met andere GGZ-functionarissen in de eerste lijn (algemeen maatschappelijk werkers, sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen en/of eerstelijnspsychologen). In ongeveer de helft van de gevallen is de POH-GGZ in dienst van huisartsen, in de andere helft van een tweedelijns-GGZ of een ondersteuningsorganisatie, of de POH-GGZ werkt als zelfstandige zonder personeel (ZZP). De belangrijkste knelpunten zijn tijdgebrek en het ontbreken van een sociale kaart. De belangrijkste positieve punten zijn het afwisselende werk, de zelfstandigheid en het directe cliëntencontact. Discussie en conclusie: Men vindt de aansturing vanuit de eerste lijn belangrijk voor een generalistische en kortdurende aanpak, maar dit leidt niet tot een kortere behandelduur of een andere taakvervulling. (aut.ref.)