Definitief advies: de toekomst van het Nederlands Huisartsen Instituut.

In de Schets van de Eerste-lijnsgezondheidszorg, die volgde op de Struktuurnota·Gezondheidszorg, heeft de toenmalige minister van Volks-gezondheid en Milieuhygiëne verschillende argumenten genoemd voor versterking van de eerstelijnsgezondheidszorg. Eén van de beleidsvoornemens uit de schets betrof "de totstandkoming van een landelijk instituut voor de eerste-lijnsgezondheidszorg dat naast researchtaken ook ontwikkelings- en servicetaken voor de hele sektor van de gezondheidszorg kan gaan vervullen, althans in zoverre deze taken het best en meest efficiënt op landelijk niveau en gekombineerd binnen één instelling kunnen worden uitgevoerd" .
Het feit dat_het Nederlands Huisartsen Instituut (NHI) daarbij als een mogelijke voorloper van een dergelijk landelijk instituut werd genoemd, was voor de minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne aanleiding om het NHI een opdracht voor een onderzoek te verstrekken inzake de totstandkoming van zulk een instituut.
Het NHI heeft daartoe onderzoek verreicht samen met het GITP, adviseurs voor organisatie en personeelbeleid, te Nijmegen. In dit rapport wordt het onderzoek beschreven.