Publicatie

Publicatie datum

Effect van vaccineren van hoogrisicopatiënten tegen influenza op contacten met de huisartspraktijk gedurende een influenza-epidemie.

Tacken, M.A.J.B., Hak, E., Bakker, D.H. de, Braspenning, J.C.C. Effect van vaccineren van hoogrisicopatiënten tegen influenza op contacten met de huisartspraktijk gedurende een influenza-epidemie. TSG: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen: 2004, 82(3) 11. Abstract. "Nederlands Congres Volksgezondheid 2004": preventie in de 21e eeuw, 14-15 april 2004, De Doelen, Rotterdam.
Jaarlijks worden duizenden hoogrisicopatiënten gevaccineerd tegen influenza, de vaccinatiegraad ligt de laatste jaren rond 75%. In herhaalde studies is gebleken dat griepvaccinatie leidt tot minder sterfte en ziekenhuisopnames, maar leidt het ook tot minder contacten met de huisarts in een epidemische periode? De hoeveelheid contacten die hoogrisicopatiënten hebben met de huisartspraktijk in een epidemische periode zal immers ten gevolge van de vaccinatie kunnen dalen. Doel van deze studie was het vaststellen van het aantal contacten in de huisartspraktijk van hoogrisicopatiënten in een epidemische periode en de effectiviteit van het vaccineren op een afname van dit aantal contacten. Na detectie van alle hoogrisicopatiënten in de vaccinatiejaren 1999 en 2001 uit geautomatiseerde LINH-huisartsenpratkijken, werd per hoogrisicopatiënt het aantal contacten gedurende de epidemische periode met de huisartspraktijk in kaart gebracht. Met behulp van regressieanalysetechnieken werden verschillen tussen gevaccineerde en niet gevaccineerde hoogrisicopatiënten geanalyseerd. Hierbij werd met behulp van zogenaamde 'propensityscores' door middel van restrictie en multivariate regressie-analyse gecorrigeerd voor 'confounding'. De resultaten laten zien, dat er over het geheel genomen tijdens een influenza-epidemie geen reductie in het totaal aantal contacten in de eerste lijn kan worden vastgesteld als gevolg van het vaccineren. Uitzondering hierop vormt de groep hoogrisicopatiënten met een cardiovasculaire aandoening en de groep patiënten met diabetes mellitus. Gedurende een ernstige epidemie (zoals in 1999-2000) wordt bij deze groepen patiënten een reductie in contacten waargenomen tijdens de epidemische periode. Per 1.000 patiënten in een huisartspraktijk betekent dit gedurende een epidemie (1999-2000 weken) een reductie van 10,4 contacten van cardiovasculaire patiënten of 6,1 contacten van mensen met diabetes. Naast de reeds bekende effecten op sterfte en ziekenhuisopname heeft de griepvaccinatie dus ook een beperkt effect op de omvang van het huisartsbezoek in de epidemische periode. Epidemieën, ernstig genoeg om een dergelijk effect aan te tonen, komen ongeveer om het jaar voor. (aut.ref.)
Gegevensverzameling