Publicatie

Publicatie datum

Effectiveness of exercise therapy in osteoarthritis of hip or knee = Effectiviteit van oefentherapie bij artrose van heup of knie.

Baar, M.E. van. Effectiveness of exercise therapy in osteoarthritis of hip or knee = Effectiviteit van oefentherapie bij artrose van heup of knie. Utrecht: NIVEL, 1998. viii, 183 p. Proefschrift Universiteit Utrecht.
Download de PDF
Artrose is een veel voorkomende aandoening. Kenmerkend voor deze ziekte is een voortgaand verlies van gewrichtskraakbeen in combinatie met een toegenomen activiteit van het onderliggende subchondrale bot. Dit leidt tot pijnklachten en functionele beperkingen. Dit laatste is vooral bij artrose van heup of knie het geval, met name in mobiliteit. Een curatieve behandeling van artrose bestaat nog (?) niet. De behandeling is gericht op het bestrijden van de symptomen: verminderen van pijn en andere symptomen en minimaliseren van de beperkingen, en voorlichting van de patiënt en de familie.
Een veel toegepaste behandeling bij artrose van heup of knie is oefentherapie. Tot voor kort was er echter nog maar weinig wetenschappelijk bewijs van de effectiviteit van deze therapie. Uit recent onderzoek van het NIVEL blijkt echter dat oefentherapie na 12 weken een aantoonbaar positief effect heeft. Door oefentherapie verminderen de belangrijkste klachten van artrosepatiënten: de pijn en de beperkingen. Het effect is klein tot middelgroot. Na afloop van de behandeling verminderen de effecten echter geleidelijk tot ze uiteindelijk verdwijnen. Het kon niet achterhaald worden welke kenmerken van patiënten samenhangen met een positief effect van oefentherapie op lange termijn (24-36 weken na beëindiging van de behandeling).
De resultaten van dit onderzoek bevestigen eerder onderzoek dat reeds wees op positieve effecten van oefentherapie bij patiënten met artrose van heup of knie.
Op het moment dat een artrosepatiënt wordt verwezen naar de fysiotherapeut zijn er nauwelijks aanwijzingen over welke patiënten vooral baat hebben bij oefentherapie. Het is dus (nog) niet mogelijk om bij artrose een toegespitste indicatie voor oefentherapie te geven.
Hoewel de grootte van het effect niet moet worden overschat, is een verwijzing van artrosepatiënten naar de fysiotherapeut aan te bevelen. Oefentherapie is aan te bevelen bij alle fysiotherapeutische behandelingen van patiënten met artrose.
Een positief punt hierbij is dat de kosten van oefentherapie per patiënt betrekkelijk laag zijn. Wanneer het aantal verwijzingen voor oefentherapie toeneemt, zullen de kosten van de behandeling van artrose door de huisarts en de fysiotherapeut toenemen. Deze kosten zullen in totaal echter beperkt zijn.
In het onderzoek worden ten slotte enkele aanbevelingen gegeven voor de optimale inhoud en 'timing' van oefentherapie voor deze patiënten en een aantal aanbevelingen voor toekomstig onderzoek.