Publicatie

Publicatie datum

Evaluatie invoering Elektronisch Voorschrijf Systeem: monitoringfase: de situatie in 2001.

Wolters, I., Hoogen, H. van den, Bakker, D. de. Evaluatie invoering Elektronisch Voorschrijf Systeem: monitoringfase: de situatie in 2001. Utrecht: NIVEL, 2002. 86 p.
Download de PDF
Meer dan de helft van de huisartsen die over een Elektronisch Voorschrijf Systeem (EVS) beschikken, gebruikt dat dagelijks. Eenderde van hen maakt zelfs meer dan tien keer per dag gebruik van de mogelijkheid om via het EVS tijdens het consult een medicatie-advies volgens de NHG-standaard op te roepen. Slechts 13% van de huisartsen gebruikt het EVS nooit. De financiële besparing die de invoering van het EVS met zich mee had moeten brengen, is echter fors lager dan verwacht.
Op basis van een kleinschalig experiment door zorgverzekeraar het Groene Land verwachtten de LHV, het ministerie van VWS en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) enige jaren geleden dat landelijke invoering van het EVS zou leiden tot een besparing van 300 miljoen gulden (136 miljoen euro). De huisartsen die inmiddels werken met het Elektronisch Voorschrijf Systeem schrijven inderdaad minder en goedkopere medicijnen voor. De besparing die daarmee in 2002 gerealiseerd wordt, bedraagt echter maximaal 15,6 en mogelijk slechts 7,2 miljoen euro.
Een deel van de huisartsen gebruikt het EVS standaard bij elk consult, anderen zien het als een geheugensteuntje of als een mogelijkheid voor een second opinion.
Het EVS was in de onderzoeksperiode geïntegreerd in de Huisarts Informatie Systemen (HIS-en) van 70% van alle huisartsen. In september 2002 was dit overigens gestegen tot 95% van alle huisartsen. De mate waarin huisartsen het EVS gebruiken varieert sterk per HIS. Door verbetering van het gebruikersgemak is volgens de onderzoekers dan ook nog winst te boeken. Daarnaast moet gewerkt worden aan uitbreiding van het aantal aandoeningen waarvoor het EVS een medicatie-advies geeft (op dit moment 71% van de voorschriften). Het Nederlandse Huisartsen Genootschap (NHG) werkt daar inmiddels aan.
Het NIVEL-onderzoek is gebaseerd op de automatisch gegenereerde gegevens, deels van deelnemers van het LINH-project (Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg), deels afkomstig uit een aselecte steekproef van andere huisartspraktijken. Ook is er een aanvullende enquête gehouden onder 665 huisartsen (respons 67%). Er is samengewerkt met het WOK (Centre for Quality of Care Research van de universiteiten van Nijmegen en Maastricht). Het onderzoek is gefinancierd door het ministerie van VWS en uitgevoerd in opdracht van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), het Ministerie van VWS, het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN).
Gegevensverzameling