Publicatie

Publicatie datum

GGZ-nascholing voor huisartsen: een analyse van het aanbod.

Weert, J.C.M. van, Heiligers, Ph.J.M., Verhaak, P.F.M. GGZ-nascholing voor huisartsen: een analyse van het aanbod. Utrecht: NIVEL, 1999. 77 p.
Download de PDF
In Nederland worden de meeste patiënten met psychische problemen door de huisarts behandeld. Dit past in het beleid om zo veel mogelijk psychische problematiek in de eerste lijn te laten behandelen. Zo nodig moet de huisarts gericht kunnen doorverwijzen.
Er bestaat echter ernstige twijfel bij overheid en beroepsorganisatie of de huisarts voldoende is toegerust voor deze taak. Het is sterk de vraag of de huisarts psychische problemen in voldoende mate onderkent, of hij over voldoende diagnostische vaardigheden beschikt en of zijn behandeling adequaat is. Het is dus van groot belang dat huisartsen op het gebied van geestelijke gezondheidszorg (GGZ) nascholing krijgen. In opdracht van het Ministerie van VWS en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) is het aanbod van nascholing op het gebied van GGZ in de periode 1996-1998 geïnventariseerd.

De huisarts heeft diverse mogelijkheden om zijn deskundigheid op het gebied van de GGZ te vergroten. Er zijn de veel gebruikte mogelijkheden van consultatie en tijdelijke overdracht van de behandeling aan het algemeen maatschappelijk werk, de eerstelijnspsycholoog en de RIAGG. Daarnaast zijn er diverse mogelijkheden tot bijscholing. Zo bestaat er een reeks van deskundigheidsbevorderingspakketten (DKB-pakketten) op dit gebied, ontwikkeld door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de LHV. Deze hebben tot onderwerp: Dementiesyndroom, Slapeloosheid en slaapmiddelen, Stoppen met roken, Seksuologie, Preventie in de huisartspraktijk, Depressie, Begeleiding van patiënten met kanker, Mishandeling en seksueel misbruik, Chronisch zieken. Uw zorg? en Problematisch alcohol- gebruik. Daarnaast is er een nascholingsaanbod van onder andere de PAOG en PAO-H (Post-Academisch Onderwijs respectievelijk Geneeskunde en Huisartsgeneeskunde) de RIAGG's. Ook individuele artsen of ziekenhuizen organiseren wel eenmalig bijscholingen. Verder is er een commercieel aanbod.
Hoewel de huisartsen verplicht zijn zich bij te scholen, zijn zij vrij in de keuze van de onderwerpen. Er is geen koppeling tussen nascholingsaanbod en het gebruik ervan.

Cursusaanbod weerspiegelt belangstelling
Van de landelijk aangeboden cursussen is eenderde algemeen (generiek) en tweederde specifiek. Voor de generieke cursussen geldt dat er in de landelijk georganiseerde cursussen vooral aandacht voor communicatie is, en in de op districtsniveau georganiseerde cursussen de nadruk op psychosociale begeleiding ligt. Onder de cursussen gericht op specifieke psychische problematiek is er relatief veel aanbod op het gebied van depressie (8,8%) en grote psychiatrie (7,0%). Weinig aanbod is er op het gebied van misbruik/mishandeling (2,4%) en alcohol- en drugsproblematiek (1,2%). Qua frequentie ligt de verhouding anders: het vaakst worden cursussen aangeboden over seksuele problematiek (14,3%), depressie (10,1%) en angststoornissen (8,2%). Maar ook zo gezien blijft alcohol- en drugsproblematiek het minst aangeboden onderwerp (0,8%), evenals eetproblemen (1,5%). Cursussen over misbruik/mishandelingen worden vaak herhaald en vormen daardoor 5,3% van het aanbod op het gebied van GGZ.

Toch bestaat de indruk dat de DKB-pakketten niet optimaal gebruikt worden. Dit lijkt niet direct aan de keuze van de onderwerpen te liggen. De landelijke aanbieders laten zich vooral door recente ontwikkelingen leiden; het aanbod op districtsniveau is veelal gebaseerd op behoeften van de huisartsen zelf. Het is opvallend dat er bij de huisartsen zo weinig belangstelling is voor cursussen op het gebied van alcohol- en drugsproblematiek. Net zo opvallend is de belangstelling voor cursussen die de ‘grote psychiatrie' aan de orde stellen. Dit sluit niet direct aan op de frequentie van het type problemen waarmee de huisarts te maken krijgt.
Het gebruik dat men maakt van het cursusaanbod GGZ is redelijk. De afgelopen drie jaar hebben de huisartsen gemiddeld 6,5 cursus over GGZ gevolgd. Andersom heeft 83% van de huisartsen in deze periode gemiddeld 1,6 nascholingscursus GGZ gevolgd. Van de huisartsen beoordeelt 76% zijn eigen kennis over GGZ als voldoende, 18% als onvoldoende. Zes procent van de huisartsen acht zijn kennis op het gebied van GGZ onvoldoende, maar heeft zich niet bijgeschoold. De meest succesvolle generieke cursussen zijn communicatie en psychosociale begeleiding. Van de specifieke cursussen hadden de onderwerpen Seksuele problematiek, grote psychiatrie, depressie en opvoedingsproblemen de meeste belangstelling.

Het onderwerp ‘deskundigheidsbevordering over GGZ' is ook voorgelegd aan een groep deskundigen. Een belangrijke constatering van deze zijde is dat duidelijker zou moeten worden omschreven wat er op het terrein van de psychosociale problematiek van de huisarts verwacht wordt. Vervolgens kan op grond daarvan een adequaat scholingsaanbod worden vastgesteld. De deskundigen hebben ook kritiek op de huidige nascholing. Volgens hen is deze te cognitief gericht en krijgen technieken en behandelingsmogelijkheden te weinig aandacht. Verder moet er minder aandacht zijn voor de zwaardere psychische stoornissen.
De deskundigen achten het wenselijk dat er meer gebruik wordt gemaakt van minder traditionele, maar vaak zeker zo effectieve, vormen van onderwijs, zoals transmurale samenwerking, consultatie en intervisie.
Ten slotte hebben de deskundigen als punt van kritiek dat de tijd die aan een onderwerp wordt besteed meestal erg kort is. Landelijk wordt gemiddeld 4 uur aan een onderwerp besteed; op districtsniveau 2,5 uur. Op beleidsniveau is het cursusaanbod te weinig gestructureerd en aangestuurd door de LHV; de sturende invloed van de farmaceutische industrie is daardoor te groot.