Publicatie

Publicatie datum

Health impact of the Volendam fire disaster.

Dorn, T. Health impact of the Volendam fire disaster. Utrecht: NIVEL, 2007. 223 p. Proefschrift Universiteit van Maastricht.
De nieuwjaarsbrand in 2001 had niet alleen gevolgen voor de slachtoffers, maar ook voor hun ouders. Promovenda Tina Dorn pleit voor meer aandacht voor de gezinseffecten van rampen en andere ontwrichtende gebeurtenissen.

Het eerste jaar na de nieuwjaarsbrand in Volendam bezoeken niet alleen de jongeren met brandwonden hun huisarts veel vaker, maar ook de jongeren die zonder lichamelijk letsel de brand overleefden. Zij doen een groter beroep op de huisarts vanwege psychische problemen. Op de lange termijn is bij de slachtoffers vooral de ernst van de brandwonden nog van invloed op hun lichamelijke en geestelijke gezondheid. Ook de ouders van slachtoffers bezoeken na de brand vaker de huisarts. Ze hebben vaker hoge bloeddruk dan andere Volendammers. Ook krijgen zij vaker slaap- en kalmeringsmiddelen voorgeschreven dan de vergelijkingsgroep. En bij de moeders van jongeren met brandwonden is de toename van hart- en vaatproblemen groter dan bij de vaders.

Huisartsendossiers
Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Tina Dorn dat zij uitvoerde bij het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg). Dorn baseerde haar onderzoek op de elektronische registraties van huisartsen en apotheken in Volendam. De registraties bieden ook informatie over de gezondheidstoestand voor de ramp. Dorn: “Daardoor is het mogelijk om de gezondheidstoestand vóór de ramp te vergelijken met die erna. Je kunt dus zien hoe de gezondheid van de getroffenen in de loop der tijd verandert. Door het gebruik van bestaande – anonieme – gegevens, doe je bovendien geen inbreuk op de levenssfeer van de slachtoffers en hun naasten.”

Verborgen slachtoffers
Uit het onderzoek blijkt dat rampen ook verborgen slachtoffers hebben. Die mogen niet over het hoofd worden gezien, betoogt Dorn. Ouders en andere indirect betrokkenen staan ook bloot aan stress en spanning. Ze pleit daarom voor meer aandacht voor de effecten van rampen en andere stressvolle gebeurtenissen op het gezin. “De stress die deze ouders hebben meegemaakt, heeft hun gezondheid waarschijnlijk negatief beïnvloed. Een kind met brandwonden dat langdurig in het ziekenhuis ligt of veel zorg nodig heeft, vereist veel aandacht en aanpassingen van het gezin. Deze ouders hebben veel zorgen. Dit geldt overigens niet alleen voor slachtoffers van rampen, maar voor alle gezinnen met een ziek kind, na een overlijden of andere stressvolle gebeurtenis die de normale gang van zaken verstoort.”

Nazorg
Dorn doet in haar proefschrift ook een aantal aanbevelingen voor nazorg. Belangrijk is de timing van interventies. De meeste gezondheidsproblemen treden het eerste jaar na de ramp op. Daar moet dus snel op worden ingespeeld. Uit de registraties blijkt bijvoorbeeld dat de huisartsen na een ramp extra steun kunnen gebruiken bij die nazorg. Ze hebben dan niet alleen een hogere werkdruk – veel meer bezoeken – maar ze krijgen ook te maken met sterk veranderde medische en psychosociale behoeften van hun patiënten.

Tina Dorn promoveert 25 april aan de Universiteit Maastricht
Gegevensverzameling