Publicatie

Herziening van de KNGF-richtlijn Artrose heup-knie.

Peter, W.F.H., Jansen, M.J., Bloo, H., Dekker-Bakker, L.M.M.C.J., Dilling, R.G., Hilberdink, W.K.H.A., Kersten-Smit, C., Rooij, M. de, Veenhof, C., Vermeulen, H.M., Vos, I. de, Schoones, J.W., Vliet Vlieland, T.P.M. Herziening van de KNGF-richtlijn Artrose heup-knie. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie: 2010, 120(1), p. 2-15.
De herziening van de KNGF-richtlijn Artrose heup-knie van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) is gebaseerd op resultaten van wetenschappelijk onderzoek en best practice. De richtlijn geeft een overzicht van de gezondheidsproblemen bij heup- en/of knieartrose, het fysiotherapeutisch diagnostisch proces, het therapeutisch proces met de voor de fysiotherapie relevante behandelmogelijkheden, en de evaluatie met de toe te passen meetinstrumenten. De gezondheidsproblemen worden beschreven aan de hand van de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) Core Sets for Osteoarrthritis. Gedurende het diagnostisch proces dient de fysiotherapeut rekening te houden met zowel algemene als voor heup- en/of knieartrose specifieke rode vlaggen. De behandeldoelen worden vastgesteld in samenspraak met de patiënt. Centraal hierbij staan de door de patiënt ervaren beperkingen op het niveau van activiteiten en participatie. De basis van de behandeling van mensen met heup- en/of knieartrose bestaat uit begeleide oefentherapie, zoals oefeningen ter bevordering van de spierkracht en aerobe capaciteit, looptraining en functionele oefenvormen, in combinatie met voorlichting en het bevorderen van adequaat zelfmanagement, onder andere op het gebied van lichamelijke activiteit. In individuele gevallen en in combinatie met actieve oefentherapie op het droge, kunnen passieve oefentherapie, hydrotherapie, transcutaneous electrical nerve stimulation (TENS), ijspakkingen bij onststekingsactiviteit en tapen bij patellofemorale artrose worden overwogen. Massage, ultrageluid, elektromagnetisch veld en lasertherapie kunnen niet worden aanbevolen. In geval van gewrichtsvervangende operatie bij heup- en/of knieartrose wordt spierversterkende en functionele oefentherapie in de postoperatieve fase aanbevolen. Het gebruik van meetinstrumenten wordt aanbevolen voor het monitoren van de mate waarin behandeldoelen worden bereikt, vooral die op het gebied van dagelijkse activiteiten en participatie. Bij voorkeur dient hierbij een combinatie van performance-tests en vragenlijsten te worden gebruikt. Als de behandeldoelen eenmaal zijn bereikt, moet de fysiotherapeut de patiënt ondersteunen bij het behoud van een gezond beweeggedrag, bijvoorbeeld door verwijzing naar passende beweeg- of sportactiviteiten. (aut. ref.)