Publicatie

Publicatie datum

Het premenstrueel syndroom in de Nederlandse Huisartsenpraktijk.

Bransen, E.M., Velden, J. van der. Het premenstrueel syndroom in de Nederlandse Huisartsenpraktijk. Huisarts en Wetenschap: 1993, 36(10), p. 322-327.
Lees online
Met behulp van gegevens uit een drietal registratieprojecten is onderzocht hoe de Nederlandse huisarts omgaat met premenstruele symptomen en de diagnose premenstrueel syndroom (PMS). Jaarlijks wordt bij 4 op de 1000 vrouwen in de leeftijdscategorie 15-64 jaar premenstruele symptomen/PMS als contactreden geregistreerd. Bij 8 op de 1000 vrouwen in deze leeftijdscategorie stelt de huisarts jaarlijks een episode premenstruele symptomen/PMS vast. Er blijkt weinig basis voor de stelling dat huisartsen premenstruele symptomen/PMS als 'psychisch' interpreteren. Vrouwen met een episode premenstruele symptomen/PMS zijn oververtegenwoordigd in de groep 25-44- jarigen en presenteren een groter aantal aandoeningen bij de huisarts dan andere huisarts-bezoekende vrouwen van deze leeftijd. De huisarts doet weinig aan diagnostiek, schrijft in 70% van de deze leeftijd. De huisarts doet weinig aan diagnostiek, schrijft in 70% van de episoden medicijnen voor en verwijst zelden. Het door de huisarts gevoerde beleid is daarmee niet in overeenstemming met de literatuur. Voor het overige geldt enig voorbehoud bij de cijfers, omdat niet altijd duidelijk- heid bestaat over wat precies onder de code premenstruele symptomen/PMS is geregistreerd. (aut. ref.)