Het sociale netwerk en het ontvangen van informele hulp.

In dit artikel is nagegaan welk aandeel van de volwassenen informele hulp van familieleden (geen gezinsleden) en bekenden krijgt en in hoeverre het wel of niet ontvangen van dergelijke hulp kan worden verklaard door kenmerken van het sociale netwerk. Informele hulp is gedefinieerd als huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en/of verpleging vanwege gezondheidsproblemen die in de 12 maanden voorafgaand aan het interview is ontvangen en die tenminste twee weken heeft geduurd. De gegevens zijn afkomstig uit de Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen in de huisartspraktijk. De analyses betreffen 4.814 respondenten van 18 of ouder. Uit dit onderzoek blijkt dat in 2001 ruim 4% (ongeveer een half miljoen mensen) hulp heeft gekregen van uitwonende familieleden en ruim 2% (een kwart miljoen mensen) van vrienden en kennissen. In totaal gaat het om ongeveer 6% van de 18-plussers ofwel bijna 700.000 mensen. Voor het ontvangen van informele hulp is de frequentie van contacten met netwerkleden belangrijker dan de absolute omvang van het sociale netwerk. Dit laatste geldt na statistische correctie voor de ernst van de hulpbehoefte, sociaal-economische status, thuiszorg en betaalde particuliere hulp. Volwassenen tot 44 jaar ontvangen relatief vaak familiehulp. Indicatoren voor sociale integratie zoals bindingen in arbeidsorganisatie, kerken en verenigingen en het geven van steun aan anderen blijken geen goede voorspeller van het krijgen van hulp van bekenden. (aut.ref.)