Hoofd onderzoeksafdeling Gezondheidszorg vanuit het Perspectief van Patiënten, Cliënten en Burgers; hoogleraar 'Gezondheidsvaardigheden en patiëntparticipatie', CAPHRI, Maastricht University
Publicatie
Publicatie datum
Kennissynthese de Nederlandse patiënt en zorggebruiker in beeld.
Rademakers, J. Kennissynthese de Nederlandse patiënt en zorggebruiker in beeld. Utrecht: NIVEL, 2013. 40 p.
Download de PDF
Hoe ziet de Nederlandse patiënt eruit? Wie is dat? Op wie moeten overheid, verpleegkundigen, artsen en andere behandelaars zich richten? Het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) schetst een beeld van de Nederlandse patiënt en zorggebruiker in een compacte kennissynthese.
Terwijl Nederlanders een grotere en actieve rol moeten krijgen in de omgang met hun gezondheid en ziekte, blijkt bijna de helft daarvoor onvoldoende kennis, motivatie en zelfvertrouwen te hebben. Chronisch zieken – een kwart van de bevolking – voelen zich vaak wel betrokken bij hun behandeling, maar ook in deze groep mist veertig procent de vaardigheden om aan ‘zelfmanagement’ te doen. Zij hebben behoefte aan ondersteuning ‘op maat’ die beter aansluit bij wat ze kunnen. NIVEL-afdelingshoofd Jany Rademakers: “Er bestaat een aanzienlijk verschil tussen het gewenste beeld van de patiënt dat door beleidsmakers en sommige zorgverleners wordt geschetst en de dagelijkse werkelijkheid en mogelijkheden van veel patiënten zelf. Het is belangrijk om in beleid en zorg juist de verschillen tussen wat mensen zelf willen en kunnen mee te nemen.” Het NIVEL schetst een beeld van de Nederlandse patiënt en zorggebruiker aan de hand van een aantal thema’s. Dé Nederlandse patiënt bestaat niet, wel zijn er verschillende groepen patiënten en zorggebruikers te onderscheiden.
Participeren
Bijvoorbeeld, niet iedereen kan participeren in de samenleving zoals hij wil. Lichamelijk gehandicapten en ouderen zouden vaker ergens naartoe willen gaan. Soms lukt dat niet doordat voorzieningen niet genoeg toegankelijk zijn, of het ontbreekt ze aan de financiële middelen. Om meer mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking in staat te stellen om te werken of hun werk te blijven doen zijn passende oplossingen nodig, waarbij niet alleen van de werkgever maar ook van de chronisch zieke of beperkte werknemer zelf een grote rol en inspanning wordt verwacht.
Keuze-informatie
Die grotere eigen rol is ook terug te zien in vrijheid van keuze voor een behandelaar of verzekeraar. Maar in de praktijk blijken de meesten van ons toch anders te kiezen dan beoogd door overheid, verzekeraars en zorgverleners. Mensen gaan naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis of naar een zorgverlener waar ze goede ervaringen mee hebben en gebruiken nauwelijks keuze-informatie op internet. Het advies van de huisarts is voor veel mensen doorslaggevend bij de keuze van een ziekenhuis of specialist. Bovendien zou meer dan 55% het niet prettig vinden als de zorgverzekeraar daarbij een adviserende rol op zich neemt.
Eigen risico
Op sturende ingrepen van de overheid reageert iedereen anders, niet altijd met het beoogde resultaat. Bij een wettelijk verplicht eigen risico tussen 300 en 550 euro verwacht twee derde van de Nederlanders belemmeringen om noodzakelijke zorg te gebruiken. Vooral mensen met een relatief slechte gezondheid en een lager inkomen. Inmiddels is het verplicht eigen risico verhoogd tot 350 euro. Ook bij chronisch zieke patiënten zijn verschillen in uitgaven voor hun gezondheid terug te zien die samenhangen met hun opleidingsniveau. Lager opgeleiden zeggen zich bepaalde zorg niet meer te kunnen permitteren.
Terwijl Nederlanders een grotere en actieve rol moeten krijgen in de omgang met hun gezondheid en ziekte, blijkt bijna de helft daarvoor onvoldoende kennis, motivatie en zelfvertrouwen te hebben. Chronisch zieken – een kwart van de bevolking – voelen zich vaak wel betrokken bij hun behandeling, maar ook in deze groep mist veertig procent de vaardigheden om aan ‘zelfmanagement’ te doen. Zij hebben behoefte aan ondersteuning ‘op maat’ die beter aansluit bij wat ze kunnen. NIVEL-afdelingshoofd Jany Rademakers: “Er bestaat een aanzienlijk verschil tussen het gewenste beeld van de patiënt dat door beleidsmakers en sommige zorgverleners wordt geschetst en de dagelijkse werkelijkheid en mogelijkheden van veel patiënten zelf. Het is belangrijk om in beleid en zorg juist de verschillen tussen wat mensen zelf willen en kunnen mee te nemen.” Het NIVEL schetst een beeld van de Nederlandse patiënt en zorggebruiker aan de hand van een aantal thema’s. Dé Nederlandse patiënt bestaat niet, wel zijn er verschillende groepen patiënten en zorggebruikers te onderscheiden.
Participeren
Bijvoorbeeld, niet iedereen kan participeren in de samenleving zoals hij wil. Lichamelijk gehandicapten en ouderen zouden vaker ergens naartoe willen gaan. Soms lukt dat niet doordat voorzieningen niet genoeg toegankelijk zijn, of het ontbreekt ze aan de financiële middelen. Om meer mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking in staat te stellen om te werken of hun werk te blijven doen zijn passende oplossingen nodig, waarbij niet alleen van de werkgever maar ook van de chronisch zieke of beperkte werknemer zelf een grote rol en inspanning wordt verwacht.
Keuze-informatie
Die grotere eigen rol is ook terug te zien in vrijheid van keuze voor een behandelaar of verzekeraar. Maar in de praktijk blijken de meesten van ons toch anders te kiezen dan beoogd door overheid, verzekeraars en zorgverleners. Mensen gaan naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis of naar een zorgverlener waar ze goede ervaringen mee hebben en gebruiken nauwelijks keuze-informatie op internet. Het advies van de huisarts is voor veel mensen doorslaggevend bij de keuze van een ziekenhuis of specialist. Bovendien zou meer dan 55% het niet prettig vinden als de zorgverzekeraar daarbij een adviserende rol op zich neemt.
Eigen risico
Op sturende ingrepen van de overheid reageert iedereen anders, niet altijd met het beoogde resultaat. Bij een wettelijk verplicht eigen risico tussen 300 en 550 euro verwacht twee derde van de Nederlanders belemmeringen om noodzakelijke zorg te gebruiken. Vooral mensen met een relatief slechte gezondheid en een lager inkomen. Inmiddels is het verplicht eigen risico verhoogd tot 350 euro. Ook bij chronisch zieke patiënten zijn verschillen in uitgaven voor hun gezondheid terug te zien die samenhangen met hun opleidingsniveau. Lager opgeleiden zeggen zich bepaalde zorg niet meer te kunnen permitteren.
Gegevensverzameling