Publicatie

Publicatie datum

Kwaliteit en toegankelijkheid van de kraamzorg: beleid van zorgverzekeraars en kraamzorgaanbieders.

Fakiri, F. el, Hutten, J.B.F., Kerkstra, A. Kwaliteit en toegankelijkheid van de kraamzorg: beleid van zorgverzekeraars en kraamzorgaanbieders. Utrecht: NIVEL, 1999. 54 p.
Download de PDF
In de professionele thuiskraamzorg hebben de afgelopen jaren zich nogal wat veranderingen voltrokken. Door het toenemen van de marktwerking, het terug- trekken van de overheid en het loslaten van de erkenningsnormen, is de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de zorg een belangrijk onderwerp geworden in de afspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Bovendien is door het afschaffen van de contracteerplicht van de ziekenfondsen het onderscheid vervallen tussen reguliere en particuliere kraamcentra.

Uit het veld kwamen in 1997 signalen dat de kwaliteit en de toegankelijkheid van de kraamzorg tekort zou schieten. Er zou gebrek zijn aan stageplaatsen en te weinig aan deskundigheidsbevordering en werkbegeleiding worden gedaan. Ook de mate van deskundigheid van kraamverzorgenden zou te wensen overlaten. Tijdens piekperioden zou de toegankelijkheid van de kraamzorg in gevaar komen door een tekort aan kraamverzorgenden. Naar aanleiding hiervan heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg het beleid van zorgverzekeraars en kraamzorgaanbieders inzake kwaliteit en toegankelijkheid van de kraamzorg laten onderzoeken. Het ging hierbij vooral om aard en inhoud van de contracten die zorgverzekeraars met kraamzorg- aanbieders afsluiten en de activiteiten die verzekeraars en aanbieders ondernemen om de kwaliteit en de toegankelijkheid te bevorderen of te bewaken.

Kraamzorg wordt aangeboden door verschillende organisaties. Deze zijn grotendeels georganiseerd in landelijke organisaties. In de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg (LVT) zijn de vroeger ‘regulier' genoemde organisaties verenigd. De Brancheorganisatie Thuiszorg Nederland (BTN ) verenigt de vroegere particuliere thuiszorgorganisaties. Daarnaast is er een groep thuiszorgaanbieders die niet of in een andere organisatie is georganiseerd.

Verschillen in kwaliteitseisen
Kraamzorgorganisaties verschillen in omvang, type dienstverlening, opleiding van het personeel en de wijze waarop het salaris bepaald wordt. De meeste organisaties passen de CAO-Thuiszorg toe, maar dit betekent niet dat de vergoedingsregelingen overal op dezelfde manier worden toegepast.
De leden van de BTN en de LVT hebben vaker dan de andere aanbieders van kraamzorg in hun contracten met de zorgverzekeraars waarmee zij het meeste werken afspraken over kwaliteit opgenomen. Wat betreft kwaliteitsbeleid, en ook personeelsbeleid, zijn er nauwelijks verschillen tussen leden van de BTN en de LVT. De overige kraamzorgaanbieders hebben nog op het gebied van kwaliteits- bevordering en -bewaking nog weinig geformaliseerd en vastgelegd.
De zorgverzekeraars maken in hun contracten met kraamzorgaanbieders vooral afspraken over beschikbaarheid en bereikbaarheid. Het aantal dagen dat kraamzorg wordt vergoed loopt zeer uiteen. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de situatie op de arbeidsmarkt en met een streven naar beperking van uitgaven.

Ongeveer de helft van de zorgverzekeraars ontplooit een of meer activiteiten om de kwaliteit van de kraamzorg te bevorderen en te bewaken. Meestal betekent dit dat men verzekerden evaluatieformulieren over de kwaliteit van de geleverde zorg laat invullen, productiegegevens vergelijkt of kwaliteitsjaarverslagen opvraagt. Op een concreter niveau, zoals controle op de toepassing van de CAO en de aanwezigheid en het daadwerkelijk gebruik van protocollen en richtlijnen, zijn veel minder zorgverzekeraars actief.

Samenvattend kan men concluderen dat het met het kwaliteitsbeleid in de kraamzorg zeker niet slecht gesteld is, maar dat zowel bij de niet in de BTN of LVT georganiseerde instellingen voor kraamzorg als bij de verzekeraars het onderwerp ‘kwaliteit' meer aandacht behoeft.