Programmaleider Arbeids- en Organisatievraagstukken in de Gezondheidszorg, bijzonder hoogleraar 'Arbeids- en organisatievraagstukken in de zorg', Radboud Universiteit
Publicatie
Publicatie datum
Kwaliteit van de opleiding specialist ouderengeneeskunde: een onderzoek onder specialisten ouderengeneeskunde in opleiding (peiling 1, 2012)
Velden, L.F.J. van der, Heiligers, P.J.M., Batenburg, R.S. Kwaliteit van de opleiding specialist ouderengeneeskunde: een onderzoek onder specialisten ouderengeneeskunde in opleiding (peiling 1, 2012) Utrecht: NIVEL, 2012. 76 p.
Download de PDF
Artsen-in-opleiding tot specialist ouderengeneeskunde zijn op veel punten tevreden over hun opleiding. Ze geven de opleiders, stages en leerperioden goede cijfers en beoordelingen. Wel vindt een deel dat de kwaliteit van het onderwijs op de terugkomdagen beter kan en dat er te veel aandacht is voor niet-medische zaken.
Artsen-in-opleiding tot specialist ouderengeneeskunde worden opgeleid om, bijvoorbeeld in verpleeghuizen, kwetsbare ouderen en chronisch zieken met complexe aandoeningen te behandelen. Ze geven hun leeromgeving een hoge beoordeling, evenals de ruimte voor zelfstandig werken en de mate waarin opleiders het zelfstandig leren stimuleren. Dit geldt ook voor de leerzaamheid van de stages en leerperioden. Uitgedrukt in een rapportcijfer wordt dit een 7,9. Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) dat is gesubsidieerd door SBOH, werkgever van artsen in opleiding. Het onderzoek is begeleid door de Samenwerkende Opleidingen tot specialist Ouderengeneeskunde Nederland (SOON).
Aandacht voor niet-medisch inhoudelijk zaken
Er zijn echter ook verbeterpunten. De kwaliteit van het onderwijs tijdens de zogeheten terugkomdagen, krijgt een 6,7 en wordt daarmee duidelijk lager beoordeeld dan de stages en leerperioden. Een derde van de artsen-in-opleiding vindt dat te veel aandacht gaat naar niet-medische zaken, ten koste van de medisch inhoudelijke verdieping. Ook vindt een derde de volgorde van het onderwijs op de terugkomdagen niet altijd logisch.
Kwaliteitsmeting
De kwaliteit van de opleiding ouderengeneeskunde is halverwege 2012 gemeten door alle artsen-in-opleiding te benaderen met een vragenlijst. Bijna tachtig procent vulde de enquête in. De enquête biedt inzicht in de kwaliteit van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde in Nederland in het algemeen, in de kwaliteit van de drie universitaire opleidingsinstituten (VUmc, UMC St Radboud en LUMC) en in de ‘best practices’ per deelgebied van de opleiding. Zo biedt het onderzoek handvatten om gericht aan verbeteringen te werken. Het is de bedoeling de enquête de komende jaren regelmatig te herhalen om de kwaliteit en veranderingen in de opleidingen te blijven volgen.
Artsen-in-opleiding tot specialist ouderengeneeskunde worden opgeleid om, bijvoorbeeld in verpleeghuizen, kwetsbare ouderen en chronisch zieken met complexe aandoeningen te behandelen. Ze geven hun leeromgeving een hoge beoordeling, evenals de ruimte voor zelfstandig werken en de mate waarin opleiders het zelfstandig leren stimuleren. Dit geldt ook voor de leerzaamheid van de stages en leerperioden. Uitgedrukt in een rapportcijfer wordt dit een 7,9. Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) dat is gesubsidieerd door SBOH, werkgever van artsen in opleiding. Het onderzoek is begeleid door de Samenwerkende Opleidingen tot specialist Ouderengeneeskunde Nederland (SOON).
Aandacht voor niet-medisch inhoudelijk zaken
Er zijn echter ook verbeterpunten. De kwaliteit van het onderwijs tijdens de zogeheten terugkomdagen, krijgt een 6,7 en wordt daarmee duidelijk lager beoordeeld dan de stages en leerperioden. Een derde van de artsen-in-opleiding vindt dat te veel aandacht gaat naar niet-medische zaken, ten koste van de medisch inhoudelijke verdieping. Ook vindt een derde de volgorde van het onderwijs op de terugkomdagen niet altijd logisch.
Kwaliteitsmeting
De kwaliteit van de opleiding ouderengeneeskunde is halverwege 2012 gemeten door alle artsen-in-opleiding te benaderen met een vragenlijst. Bijna tachtig procent vulde de enquête in. De enquête biedt inzicht in de kwaliteit van de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde in Nederland in het algemeen, in de kwaliteit van de drie universitaire opleidingsinstituten (VUmc, UMC St Radboud en LUMC) en in de ‘best practices’ per deelgebied van de opleiding. Zo biedt het onderzoek handvatten om gericht aan verbeteringen te werken. Het is de bedoeling de enquête de komende jaren regelmatig te herhalen om de kwaliteit en veranderingen in de opleidingen te blijven volgen.
Gegevensverzameling
