Publicatie
Publicatie datum
Linh: de zorg rondom diabetes mellitus type 2, patiënten in de huisartspraktijk.
Tacken, M., Dijkstra, R., Drijver, R., Hoogen, H. van den, Bakker, D. de, Braspenning, J. Linh: de zorg rondom diabetes mellitus type 2, patiënten in de huisartspraktijk. Utrecht: NIVEL, Werkgroep Onderzoek Kwaliteit, 2001. 28 p.
Download de PDF
Huisartsen volgen de NHG-richtlijnen voor de behandeling van diabetes patiënten (type 2) doorgaans goed op, soms doen ze zelfs meer dan nodig is. Bij 82% van de diabetespatiënten wordt elke drie maanden de bloeddruk gemeten, terwijl dit bij ruim de helft van hen maar eenmaal per jaar hoeft te gebeuren, omdat ze geen verhoogde bloeddruk hebben. De huisartsen zijn relatief goed op de hoogte van de (kans op) complicaties van de diabetespatiënten (type 2) in hun praktijk. Alleen van hart- en vaatziekten weten ze vaak (bij 41,9% van de diabetespatiënten) niet of die in de familie voorkomen.
Oog- en voetcontroles zouden echter meer aandacht moeten krijgen van de huisartsen. Bij 45% van de diabetespatiënten moeten de ogen wegens hun gezondheidstoestand niet tweejaarlijks maar jaarlijks onderzocht worden op bloedvatbeschadigingen. Bij 23% van hen gebeurt dit niet. Bij ruim de helft van de mensen met diabetes én voetproblemen, voert de huisarts de aanbevolen 3-maandelijkse voetcontrole niet uit.Dit blijkt uit onderzoek van het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH) naar de zorg voor 833 patiënten met Diabetes Mellitus type 2, in 31 geautomatiseerde huisartspraktijken. LINH is een project van WOK , NIVEL, LHV en NHG. Bij het onderzoek is gekeken of de huisarts handelt naar de standaard van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) voor Diabetes Mellitus, type 2. Het doel van de deze richtlijnen is het structureren van de huisartsenzorg voor diabetici door middel van diagnostiek, behandeling, controle en voorlichting. De behandeling bestaat uit het reguleren van de bloedglucosewaarde, het optimaliseren van het gewicht, en het voorkomen en bestrijden van complicaties. Volgens de richtlijnen moet de huisarts elke drie maanden gewicht en bloedglucosewaarde van zijn diabetespatiënten (type 2) controleren, en elk jaar hun bloeddruk en cholesterol. Oogheelkundig onderzoek en voetonderzoek dienen jaarlijks plaats te vinden.
Ongeveer 17 van de 1000 mensen hebben suikerziekte, van hen heeft 80 á 90% Diabetes Mellitus, type 2. Dat zijn er dus ongeveer 30 in een gemiddelde huisarts praktijk van 2350 patiënten. Uit onderzoek blijkt dat mensen bij wie Diabetes Mellitus type 2 werd vastgesteld, een verminderde levensverwachting hebben en dat bij hen het optreden van hart- en vaatziekten aanzienlijk toeneemt. Het verlagen van de verhoogde bloedglucose leidt tot minder complicaties op de langere termijn. Regelmatige controle kan soms helpen ernstige complicaties (zoals blindheid of nierschade) in een vroeg (behandelbaar) stadium op te sporen. Exacte cijfers over de invloed van die controles op het voorkomen van de complicaties zijn er echter niet. Dit onderzoek werd uitgevoerd met subsidie van de Stichting Gezondheidszorgonderzoek IJsselmond, in opdracht van het MCC Klik Transmuraal diabetes Project regio Zwolle.
Oog- en voetcontroles zouden echter meer aandacht moeten krijgen van de huisartsen. Bij 45% van de diabetespatiënten moeten de ogen wegens hun gezondheidstoestand niet tweejaarlijks maar jaarlijks onderzocht worden op bloedvatbeschadigingen. Bij 23% van hen gebeurt dit niet. Bij ruim de helft van de mensen met diabetes én voetproblemen, voert de huisarts de aanbevolen 3-maandelijkse voetcontrole niet uit.Dit blijkt uit onderzoek van het Landelijk Informatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH) naar de zorg voor 833 patiënten met Diabetes Mellitus type 2, in 31 geautomatiseerde huisartspraktijken. LINH is een project van WOK , NIVEL, LHV en NHG. Bij het onderzoek is gekeken of de huisarts handelt naar de standaard van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) voor Diabetes Mellitus, type 2. Het doel van de deze richtlijnen is het structureren van de huisartsenzorg voor diabetici door middel van diagnostiek, behandeling, controle en voorlichting. De behandeling bestaat uit het reguleren van de bloedglucosewaarde, het optimaliseren van het gewicht, en het voorkomen en bestrijden van complicaties. Volgens de richtlijnen moet de huisarts elke drie maanden gewicht en bloedglucosewaarde van zijn diabetespatiënten (type 2) controleren, en elk jaar hun bloeddruk en cholesterol. Oogheelkundig onderzoek en voetonderzoek dienen jaarlijks plaats te vinden.
Ongeveer 17 van de 1000 mensen hebben suikerziekte, van hen heeft 80 á 90% Diabetes Mellitus, type 2. Dat zijn er dus ongeveer 30 in een gemiddelde huisarts praktijk van 2350 patiënten. Uit onderzoek blijkt dat mensen bij wie Diabetes Mellitus type 2 werd vastgesteld, een verminderde levensverwachting hebben en dat bij hen het optreden van hart- en vaatziekten aanzienlijk toeneemt. Het verlagen van de verhoogde bloedglucose leidt tot minder complicaties op de langere termijn. Regelmatige controle kan soms helpen ernstige complicaties (zoals blindheid of nierschade) in een vroeg (behandelbaar) stadium op te sporen. Exacte cijfers over de invloed van die controles op het voorkomen van de complicaties zijn er echter niet. Dit onderzoek werd uitgevoerd met subsidie van de Stichting Gezondheidszorgonderzoek IJsselmond, in opdracht van het MCC Klik Transmuraal diabetes Project regio Zwolle.
Gegevensverzameling