Publicatie

Publicatie datum

Patiëntenpanel Chronisch Zieken: financiële positie van chronisch zieken.

Weide, M.G., Rijken, P.M., Peters, L. Patiëntenpanel Chronisch Zieken: financiële positie van chronisch zieken. Utrecht: NIVEL, 1999. 46 p.
Download de PDF
In Nederland leven naar schatting zo'n 1,5 miljoen mensen met een (lichamelijke) chronische aandoening. Uit diverse onderzoeken blijkt dat hun inkomenspositie relatief ongunstig is. Dit heeft nadelige gevolgen voor hun sociaal functioneren.
Chronisch zieken hebben – gecorrigeerd voor omvang en samenstelling van het huishouden – gemiddeld netto ƒ 270 à ƒ 350 minder netto inkomen per maand dan de bevolking in het algemeen. Het netto inkomen van de Nederlandse bevolking bedraagt – eveneens gecorrigeerd – in 1998 tussen de ƒ 2600 en
ƒ 2670. Veel chronisch zieken hebben een laag inkomen hebben doordat zij chronisch ziek zijn. Dit is het geval bij de 10% van hen die voornamelijk van een arbeidsongeschiktheidsuitkering leeft. De arbeidsparticipatie van chronisch zieken is 20% lager dan die van de bevolking in het algemeen. Daarnaast hebben chronisch zieken hogere kosten in verband met hun ziekte dan de bevolking gemiddeld heeft. Ruim 70% van de mensen met chronisch aandoeningen heeft ziekte gerelateerde kosten die niet vergoed worden. Chronisch zieken hebben vooral veel kosten voor hulpmiddelen, geneesmiddelen, huisarts en specialist. Een deel van deze kosten zijn het gevolg van de chronische ziekte, zoals aanpassingen van woning of auto.

Verschillen
Ook tussen chronisch zieken onderling bestaan inkomensverschillen. Aard en duur van de ziekte hebben echter geen noemenswaardige invloed op inkomen en ziektekosten. Wel is het aantal lichamelijke beperkingen dat men heeft een belangrijke factor. Hoe meer beperkingen iemand heeft, des te lager is zijn inkomen. Ook bij chronisch zieken geldt dat het inkomen hoger is als de opleiding hoger is. Verder hebben – algemeen genomen – chronisch zieken die moeten rondkomen van een AOW- of arbeidsongeschiktheidsuitkering een veel lager inkomen dan mensen die een salaris of pensioen ontvangen. Ook mensen die als voornaamste inkomensbron winst uit eigen onderneming, een werkloosheids- of bijstandsuitkering of studiefinanciering hebben zijn financieel relatief slecht af. Ten slotte heeft ook het type huishouding dat men voert een belangrijke invloed op het inkomen: alleenstaanden hebben het hoogste inkomen; meerpersoonshuishoudens waarin de chronisch zieke kostwinner is, het laagste. Van deze laatste groep is 7% éénoudergezin.
Van de chronisch zieken hebben mensen met lichamelijke beperkingen relatief hoge ziektekosten, terwijl ze een laag inkomen hebben. Ook mensen met een hoge opleiding hebben hoge ziektekosten, maar dat is waarschijnlijk inherent aan het feit dat zij meestal particulier verzekerd zijn, omdat ze juist een hoog inkomen hebben. Mensen die leven van winst uit onderneming zijn ook vaak particulier verzekerd, waardoor ze relatief hoge ziektekosten hebben, terwijl ze wél een laag inkomen hebben. Deze groep is hierdoor dus relatief slecht af.
Alles bij elkaar genomen hebben 65-plussers met lichamelijke beperkingen die leven van een AOW-uitkering en laag opgeleide mensen tussen de 25 en 65 jaar die leven van een arbeidsongeschiktheidsuitkering of winst uit eigen onderneming verhoudingsgewijs het laagste inkomen.

Compensatieregelingen
In hoeverre men ziekte gerelateerde uitgaven heeft die niet vergoed worden, hangt mede af van de mate waarin men een beroep doet en kan doen op financiële vergoedingsregelingen, zoals de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG), bijzondere bijstand en fiscale compensatie.
Ruim de helft van de chronisch zieken is op de hoogte van de mogelijkheden. Toch wordt er maar weinig gebruik gemaakt van de WVG en de bijzondere bijstand. Hier spelen aard en omvang van de ziektekosten en de hoogte van het inkomen een rol. Op de WVG wordt relatief vaak een beroep gedaan door mensen met een aandoening van het bewegingsapparaat. Eenderde van de ondervraagden was niet op de hoogte van de mogelijkheden van de WVG. Overigens moet bij een vergoeding volgens de WVG een eigen bijdrage betaald worden.
De bijzondere bijstand geeft alleen een bijdrage als het gezinsinkomen beneden het sociaal minimum ligt. De regeling is dan ook vrijwel alleen bekend bij mensen die gescheiden zijn of die van een werkloosheids- of bijstandsuitkering moeten rondkomen.
Van fiscale compensatie wordt het meest gebruikt gemaakt door hoger opgeleiden. Mensen die meer dan 45% arbeidsongeschikt en nog geen 65 jaar zijn, kunnen gebruik maken van een zogenaamd arbeidsongeschiktheidsforfait. Voor alle ouderen bestaat er een ouderenforfait. Men kan zich echter afvragen of mensen die niet aangifteplichtig zijn, op de hoogte zijn van deze compensatiemogelijkheid.

Verzekeringen
Extra kosten kunnen chronisch zieken ook hebben doordat zij niet van de laagste premies van verzekeringen kunnen profiteren. Tien procent van de ondervraagden – omgerekend zo'n 150 000 chronisch zieken - heeft weleens problemen gehad met afsluiten van een algemene levensverzekering, een levensverzekering voor een hypotheek of een ziektekostenverzekering. Het probleem kan veel groter van omvang zijn doordat waarschijnlijk veel mensen niet beginnen aan een aanvraag voor een bepaalde verzekering als ze weten dat ze weinig kans maken geaccepteerd te worden.