Publicatie

Publicatie datum

Varicella zoster virus (VZV) infection.

Lier, E.A. van, Boot, H.J., Kemmeren, J.M., Luytjes, W., Stirbu-Wagner, I., Rots, N.Y., Melker, H.E. de. Varicella zoster virus (VZV) infection. In: T.M. van 't Klooster; H.E. de Melker. The National Immunisation Programme in the Netherlands: developments in 2011. Bilthoven: RIVM, 2011. p. 71-76.
Dit rapport geeft een overzicht van de mate waarin ziekteverwekkers uit het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) in 2010 en 2011 voorkwamen. Daarnaast geeft het een overzicht van veranderingen in deze verwekkers, de gebruikte vaccins en bijwerkingen na vaccinatie. Hetzelfde geldt voor ontwikkelingen over nieuwe vaccins, die in de toekomst eventueel in het RVP worden opgenomen. De vaccinatiegraad is al vele jaren hoog, waardoor weinig mensen ziekten krijgen waartegen via het RVP wordt gevaccineerd (namelijk difterie, tetanus, polio, Haemophilus inflluenzae type b ziekte, rubella en meningokokken serogroep C). Ook in het onderzochte jaar blijkt het RVP effectief en veilig. Continue monitoring is nodig om het programma te optimaliseren.

Kinkhoest, pneumokokken en meningokokken C
In 2010 nam het aantal jonge kinderen met kinkhoest af, doordat het RVP in 2005 is overgegaan op een ander (acellulair) vaccin. Ook blijft het effect van de in 2001 toegevoegde booster op 4-jarige leeftijd zichtbaar tot en met 13 jaar. Wel neemt sinds 2004 het aantal adolescenten en volwassenen met kinkhoest toe. Het aantal mensen dat een pneumokokkenziekte kreeg, veroorzaakt door een type waartegen wordt gevaccineerd, is sterk afgenomen. Bij kinderen jonger dan 2 jaar is deze afname 87 procent. Bij de oudere leeftijdsgroepen was de daling minder door een toename van niet-vaccin typen. Per 1 maart 2011 is overgegaan op een pneumokokkenvaccin dat beschermt tegen tien typen in plaats van tegen zeven typen. In 2009 en 2010 zijn de eerste twee gevallen van meningokokken C gerapporteerd in gevaccineerde personen sinds deze vaccinatie in 2002 is geïntroduceerd. Beiden hadden een immuunziekte.

Hepatitis B
Het aantal gevallen met hepatitis B in 2010 is met 8 procent verminderd ten opzichte van 2009, voornamelijk doordat deze ziekte minder vaak is gemeld in mannen die seks hebben met mannen (MSM). Dit maakt aannemelijk dat het vaccinatieprogramma dat in 2002 voor deze groep is ingesteld, effectief is. Per 1 augustus 2011 krijgt iedereen die nadien is geboren de hepatitis B-vaccinatie.

Mazelen, bof en HPV
Mazelen kwam in 2010 en 2011 vaker voor in West-Europa, waardoor meer, doorgaans niet gevaccineerde, Nederlanders aldaar deze ziekte opliepen. De bofuitbraak in 2009 onder studenten, die daar doorgaans tegen zijn gevaccineerd, ging door in 2010 en 2011. De vaccinatiegraad (drie doses) voor de eerste groep 12-jarigen die tegen baarmoederhalskanker (HPV) zijn gevaccineerd was 52,5 procent in 2011; de vaccinatiegraad voor de inhaalcampagne onder 13- tot 16-jarigen steeg van 47 procent naar 52,3 procent.

Toekomstige kandidaten
Van de ziekten die in de toekomst mogelijk onder het RVP gaan vallen, komt meningokokken groep B sinds 2001 jaarlijks minder vaak voor. Maagdarminfecties veroorzaakt door Rotavirus neemt daarentegen verder toe in 2010 (naar 2180 ten opzichte van 1935 in 2009). In 2010 is het aantal hepatitis A-gevallen toegenomen tot het niveau van 2006 (1,6 gevallen per 100.000inwoners). Voor waterpokken en gordelroos zijn geen grote veranderingen waargenomen in 2010.

Veiligheid
Er waren geen ongebruikelijke meldingen in het afgelopen jaar ten aanzien van de veiligheid van de vaccins binnen het Rijksvaccinatieprogramma.