Publicatie
Publicatie datum
Verschillen in preventieve zorg door huisartsen verklaren sociaal-economische verschillen in de incidentie van CVA niet.
Avendano, M., Boshuizen, H.C., Schellevis, F.G., Mackenbach, J.P., Lenthe, F.J. van, Bos, G.A.M. van den. Verschillen in preventieve zorg door huisartsen verklaren sociaal-economische verschillen in de incidentie van CVA niet. Huisarts en Wetenschap: 2007, 50(5), p. 186-193.
Vraagstelling: Bestaan er in Nederland sociaal-economische verschillen in de incidentie van een cerebrovasculair accident (CVA) en in de kwaliteit van de preventieve zorg van huisartsen met betrekking tot CVA? Onderzoeksopzet: Wij volgden gedurende 12 maanden 190.664 patiënten uit 96 verschillende huisartsenpraktijken. Gegevens over alle gestelde diagnosen, verwijzingen naar de tweede lijn, voorgeschreven geneesmiddelen en diagnostische procedures ontleenden we aan het elektronisch medisch dossier. De kwaliteit van de preventieve zorg, gedefinieerd als de zorg door de huisarts voor aandoeningen die een verhoogd risico op CVA met zich meebrengen, bepaalden we aan de hand van 8 kwaliteitsindicatoren op basis van de NHG-Standaarden. Resultaten: Een lager opleidingsniveau was bij mannen, maar niet bij vrouwen geassocieerd met een hogere incidentie van CVA (RR voor mannen 1,36, 95%-BI 1,06-1,74). Zowel onder mannen als vrouwen werden sociaal-economische verschillen waargenomen in het vóórkomen van hypertensie, hypercholesterolemie, diabetes mellitus, angina pectoris, hartfalen en perifeer arterieel vaatlijden. Wanneer lager opgeleide patiënten met hypercholesterolemie cholesterolverlagende medicatie kregen voorgeschreven, was dat minder vaak een statine. Er konden geen duidelijke verschillen in de kwaliteit van zorg worden aangetoond voor andere aandoeningen die een verhoogd risico op CVA met zich meebrengen. Conclusie: De algemene toegankelijkheid van huisartsenzorg en de implementatie van richtlijnen in de huisartsenpraktijk hebben er waarschijnlijk aan bijgedragen dat er aan alle sociaal-economische groepen gelijke en gestandaardiseerde zorg geboden wordt voor aandoeningen die een verhoogd risico op CVA geven. Dit heeft er echter niet toe geleid dat er geen sociaal-economische verschillen in de incidentie van CVA meer bestaan.
Objective: To assess socioeconomic disparities in stroke incidence and in the quality of preventive care in general practice for stroke in the Netherlands. Study design and setting A total of 190,664 patients who registered in 96 general practices were followed up for 12 months. Data were collected on diagnoses, referrals, prescriptions, and diagnostic procedures. Hazard ratios (HR) were calculated to assess the association between educational level and stroke incidence. We developed quality indicators based on evidence based guidelines for stroke prevention at general practice, and assessed deviations from these guidelines. Multilevel logistic regression was used to assess socioeconomic disparities in the quality of preventive care for stroke precursors. Results: Lower educational level was associated with higher incidence of stroke in men (HR 1.36, 95% CI 1.06-1.74) but not in women. Among both men and women, there were socioeconomic disparities in the prevalence of hypertension, hypercholesterolemia, diabetes, angina pectoris, heart failure, and peripheral artery disease. Lower educated hypercholesterolemia patients under medication were less likely to be prescribed statins (odds ratio 0.62, 95% CI 0.42-0.91). However, for other precursors of stroke, there were no major disparities in the quality of preventive care.
Conclusion: There are socioeconomic disparities in stroke incidence among men but not among women. Socioeconomic differences in factors such as hypertension and diabetes are likely to contribute to stroke disparities. Universal access to general practice and the implementation of general practice guidelines in the Netherlands are likely to have promoted the provision of equal and standardised care for stroke precursors across socioeconomic groups.
Conclusion: There are socioeconomic disparities in stroke incidence among men but not among women. Socioeconomic differences in factors such as hypertension and diabetes are likely to contribute to stroke disparities. Universal access to general practice and the implementation of general practice guidelines in the Netherlands are likely to have promoted the provision of equal and standardised care for stroke precursors across socioeconomic groups.
Gegevensverzameling